Nieuws

Schoolbesturen: Strengere regels vrijwillige ouderbijdrage en eindtoets op de schop

Geen enkel kind mag worden uitgesloten van activiteiten die de school organiseert, ook al betalen zijn ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet. Dat is het uitgangspunt van een nieuwe richtlijn die de PO-Raad met Ouders & Onderwijs, de belangenvereniging van ouders, heeft afgesproken. De Algemene Ledenvergadering van de PO-Raad (ALV) stemde hier donderdag mee in.

Volgens de wet moeten alle leerlingen altijd kunnen meedoen aan zaken die verplicht zijn binnen het lesprogramma. Voor extra activiteiten die de school organiseert, zoals bijvoorbeeld schoolreisjes, geldt die regel niet. In de praktijk komt het daardoor wel eens voor dat een kind niet mee mag doen aan zo’n activiteit als zijn ouder(s) hiervoor geen ouderbijdrage hebben betaald.

De nieuwe richtlijn moet hieraan een einde maken. De PO-Raad en haar leden vinden het namelijk onverteerbaar als de portemonnee van de ouders bepaalt of een kind mag meedoen aan schoolreisjes of andere extra activiteiten.

In de richtlijn wordt verder nog eens benadrukt dat een ouderbijdrage altijd vrijwillig moet zijn. Scholen moeten ouders van leerlingen hierover duidelijk informeren. Daarnaast moet de Medezeggenschapsraad (MR) altijd instemmen met de hoogte van vrijwillige ouderbijdrage. Dat geldt ook voor alle andere vormen van financiële bijdragen van ouders. De PO-Raad en ouders willen geen maximale ouderbijdrage afspreken omdat ze bang zijn dat dit maximum dan juist als norm wordt gezien.

Met de richtlijn komt de PO-Raad tegemoet aan een oproep van minister Arie Slob (Primair onderwijs) om als sector zelf afspraken te maken over de vrijwillige ouderbijdrage. De richtlijn wordt op termijn opgenomen in de Code Goed Bestuur van het primair onderwijs.

Toezicht samenwerkingsverbanden

In de ALV kwam de PO-Raad daarnaast met voorstellen die de governance van passend onderwijs moeten helpen verbeteren. Schoolbesturen zijn eindverantwoordelijk voor het goed inrichten van de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in elke regio. Er is veel discussie over de meest passende inrichting van de governance hiervan. De PO-Raad sprak af dat de Raad van Toezicht in elk Samenwerkingsverband één onafhankelijk lid moet tellen. 

Een onafhankelijk lid in de Raad van Toezicht kan kritische vragen stellen waardoor de discussie over belangrijke zaken goed gevoerd kan worden. Met het voorstel geeft de PO-Raad invulling aan plannen in het Regeerakkoord. De leden van de VO-raad voor voortgezet onderwijs stemmen binnenkort over het voorstel.

De PO-Raad gaat daarnaast een benchmark ontwikkelen waarmee samenwerkingsverbanden zelf kunnen checken of hun eventuele reserves te hoog zijn. Over de hoogte van reserves van zowel samenwerkingsverbanden en schoolbesturen is in de samenleving en politiek veel discussie. Reserves zijn nodig om grotere of onvoorziene uitgaven in de toekomst te kunnen doen, maar de vraag is wanneer reserves onnodig hoog zijn.
De PO-Raad gaat samenwerkingsverbanden aanspreken wanneer die reserves niet verantwoord zijn. Met de VO-raad voor voortgezet onderwijs gaat ze van het dasboard Passend Onderwijs, waarin veel gegevens over samenwerkingsverbanden te vinden zijn, een publieksversie maken. Op die manier kunnen zij zich beter verantwoorden en krijgt de samenleving beter inzicht in wat ze doen en welke keuzes ze maken. 

Dit past bij de zoektocht van de PO-Raad en haar leden naar manieren om de verantwoording in het primair onderwijs überhaupt verder te verbeteren. In de ALV is hier uitvoerig over gesproken. Zo gingen de leden in gesprek over benchlearning, elkaar aanspreken als het gaat om verantwoording en over hoe de schoolbesturen het verhaal van de sector beter kunnen vertellen en duiden.

Eenvoudigere bekostiging

Bekostig het primair onderwijs voortaan per kalenderjaar in plaats van per schooljaar en ga daarbij zoveel mogelijk uit van een vast bedrag per school en per leerling. Dat is op hoofdlijnen het voorstel dat de PO-Raad doet aan minister Slob om de bekostiging van het primair onderwijs eenvoudiger te maken.

Op de ALV stemden de leden van de PO-Raad in met uitgewerkte plannen hiertoe. Het advies wordt nu naar de minister gestuurd zodat hij hiermee verder kan.

De bekostiging zit nu zo ingewikkeld in elkaar dat schoolbesturen onvoldoende zicht hebben op het geld dat ze te besteden hebben voor hun onderwijs. Dat komt mede doordat dit bedrag is opgebouwd uit vijftig verschillende parameters en het geld op verschillende momenten in het jaar wordt uitgekeerd. Een deel van het geld komt pas binnen als het schooljaar al is afgesloten. Dit maakt begroten onzeker en ondoenlijk, met vaak (te) grote reserves tot gevolg.

Door de bekostiging eenvoudiger te maken, komt hier een einde aan, kan onderwijsgeld beter worden besteed en wordt verantwoording over uitgaven achteraf makkelijker en inzichtelijker.
Meer details over het voorstel zijn hier te vinden.

Eindtoets

De PO-Raad en haar leden pleitten er daarnaast voor van de eindtoets uiteindelijk een doorstroomtoets te maken. Op korte termijn moet deze onderdeel worden van het schooladvies.
Sinds vier jaar wordt de eindtoets later in het jaar afgenomen en geldt deze als een soort second opinion bij het schooladvies. Wanneer een kind op de toets hoger scoort dan het schooladvies, moet de school haar advies heroverwegen en eventueel naar boven bijstellen.

In de praktijk profiteren niet alle kinderen op dezelfde manier van dit systeem. Of een advies naar boven wordt bijgesteld, is soms mede afhankelijk van de mondigheid van ouders. En hoewel de kwaliteit van het schooladvies volgens de Inspectie van het Onderwijs goed is, zijn leraren bij het bepalen van dat schooladvies toch ook onbedoeld bevooroordeeld. Dit bij elkaar werkt kansenongelijkheid in de hand.

De PO-Raad vindt daarom dat de huidige regels moeten worden aangepast. Door de toets eerder in het jaar af te nemen, wordt deze onderdeel van het schooladvies. Zoals een röntgenfoto een arts helpt een diagnose te stellen, zo wordt de eindtoets een objectief oordeel dat het professionele oordeel van de school kan staven. Het advies van de school blijft daarmee zwaarder wegen en krijgt tegelijkertijd meer gewicht. Het schooladvies blijft daarmee leidend.

De schoolbesturen vinden daarbij dat de eindtoets voortaan weer vooral moet worden gebruikt om leerlingen op weg te helpen in hun verdere schoolcarrière. Op dit moment gebruikt de Inspectie van het Onderwijs de resultaten van leerlingen op de toets ook om oordeel over een school te vellen. Scholen die een moeilijke leerlingpopulatie hebben, of kinderen kansen willen geven in het kader van passend onderwijs, en dit heel goed doen, lopen hierdoor een groter risico om onvoldoende of zeer zwak te worden. De PO-Raad vindt daarom dat de scores op de eindtoets vooral een signaalfunctie moeten hebben. Zijn de scores relatief laag, dan kan dat voor de inspectie reden zijn om verder onderzoek te doen naar de school.
De PO-Raad vindt verder dat er keuzevrijheid voor scholen moet blijven; elke school kan zijn eigen eindtoets kiezen. Maar de diverse eindtoetsen moeten zo snel mogelijk vergelijkbaar worden gemaakt. De score die een kind haalt, is nu nog te veel afhankelijk van welke toets het maakt.

Uiteindelijk moet worden toegewerkt naar een soepelere en flexibelere overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Dat kan onder meer door de eindtoets meer in te zetten als doorstroomtoets en te zorgen voor één wet op het funderend onderwijs en door mogelijk te maken dat leerlingen voor verschillende vakken diploma’s kunnen halen op verschillende niveaus. Voor het tot stand komen van dit standpunt, sprak de PO-Raad met ouders, leraren, schoolleiders, bestuurders, experts, de inspectie, de VO-raad en andere betrokkenen in zowel po als vo. In 2019 wordt de Wet toetsing officieel geëvalueerd. De PO-Raad ziet de uitspraken van de ledenvergadering vandaag als belangrijke input vanuit het veld voor de evaluatie van deze wet.

Uitzendbureaus

Zaanse schoolbesturen riepen op de ALV hun collega’s op geen uitzendbureaus meer in te zetten om leraren, schoolleiders of ondersteunend personeel te vinden. Werknemers die via deze weg aan het werk gaan, zijn duurder en minder betrokken bij de school, stellen ze.

De besturen vinden dat de kosten voor onderwijs met de inzet van uitzendbureaus onnodig hoog worden. Dit gaat uiteindelijk ten koste van al het onderwijs. Ook komt het de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede. De tweehonderd aanwezige besturen regeerden instemmend op de oproep. 

Downloads

182.77 kB
185.55 kB