Blog

Blog Freddy Weima | En nu dóór rekenen

Het Centraal Planbureau liet zien dat de tien politieke partijen die hebben meegedaan met de doorrekening opmerkelijk wisselend kijken naar het onderwijs. Onderwijs zou niet een linkse hobby of een rechts feestje moeten zijn. Het moet alle partijen evenzeer aangaan. In de meeste verkiezingsprogramma’s staan mooie teksten over het belang van goed onderwijs. Maar wordt er ook boter bij de vis geleverd?

Dat verschilt dus nogal. Linkse dan wel progressieve partijen investeren fors in onderwijs, onder meer door de draconische bezuinigingen van het kabinet-Schoof terug te draaien. Maar ook een onversneden rechtse partij als JA21 doet een serieuze schep bovenop het ‘basispad’ van het CPB. Terwijl de ChristenUnie, vaak als best wel links getypeerd, daar juist amper van afwijkt. De VVD is de enige partij die nog even doorbezuinigt.

Duiken we wat dieper het funderend onderwijs in, dan valt er nog wel meer op. De grote investeringen van de afgelopen jaren blijken wederom niet veilig. Zo wil de VVD af van de middelen voor School en Omgeving en de brugfunctionaris. De CU wil fors snijden op de basisvaardigheden, de SGP in het achterstandenbeleid.

Mooie investeringen zien we ook. Zo wil het CDA juist meer middelen voor het achterstandenbeleid. D66 lijkt als enige expliciet het budget voor huisvesting omhoog te willen en ook nog extra aandacht voor onder meer taal en rekenen en arbeidsvoorwaarden. 

D66, GL-PvdA en Volt willen betalen om de klassen kleiner te krijgen. Daarnaast wil GL-PvdA ook intensievere lesprogramma’s voor leerlingen met een achterstand. Het is nog niet helemaal duidelijk hóe die mooie investeringen gerealiseerd worden; we moeten waken voor nieuwe subsidieconfetti.

Zomaar een greep uit ‘Keuzes in Kaart’. Plussen en minnen. Maar laten we het grotere plaatje niet uit het oog verliezen.

Onderwijs levert de samenleving ontzettend veel op. Een extra investering in onderwijs leidt zoveel individueel als collectief tot een fors hoger verdienvermogen. Er is ook een grote samenhang tussen veel onderwijs en goede gezondheid, wat weer leidt tot lagere zorgkosten. 

Meer onderwijs draagt daarnaast bij aan sociale cohesie; extra scholing verkleint de kans op betrokkenheid bij criminaliteit. Onderwijs kan de kansengelijkheid vergroten, waardoor extra talent beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. En onderwijs helpt bij de grote transities die nu spelen.

Allemaal zaken die bijdragen aan onze brede welvaart en die beter dan nu in euro’s uit te drukken zouden moeten zijn.

Weliswaar heeft het CPB met deze doorrekening een stap gezet door voor het eerst in beeld te brengen wat de betekenis van de programma’s is voor de mate waarin mensen zijn opgeleid in de toekomst: als je structureel investeert in onderwijs vergroot dat op de langere termijn het menselijk kapitaal.

Maar de grotere, bredere opbrengsten van onderwijs blijven onderbelicht. De gezondheidswinst, de arbeidsmarktwinst, de inkomenswinst, de maatschappelijke winst. Onderwijs is geen consumptieve besteding, maar hoort gezien te worden als een duurzame investering.

Dus CPB, na de doorrekening graag nog wat verder dóór rekenen!

Freddy Weima portretfoto