Tweede Kamerverkiezingen 2025: vier vragen aan Arend Kisteman (VVD)

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen vraagt de PO-Raad verschillende politieke partijen naar hun plannen voor het primair onderwijs. Vandaag is dat Arend Kisteman, kandidaat-Kamerlid voor de VVD: "De VVD wil administratieve lasten en registratiedruk zoveel mogelijk beperken, maar de veiligheid van kinderen staat voorop."

1. Wat is de komende jaren jullie belangrijkste plan voor het primair onderwijs?

"Onderwijs is voor de VVD de springplank naar een fijne, vrije toekomst. Op school leer je de basis zoals lezen, digitale kennis en rekenen, maar ook hoe we met elkaar omgaan en fijn samenleven in Nederland. Voor ons ligt de volledige focus op basisvaardigheden, met reken- en taalvaardigheid als onderdeel van elk schoolvak. We willen een minder overladen curriculum en dat vraagt om scherpere keuzes over wat leerlingen moeten kennen en kunnen, met duidelijke en actuele handvatten voor leraren. Het vakkenpakket wordt periodiek vernieuwd om ervoor te zorgen dat mensen opgeleid worden voor de arbeidsmarkt van nu en van de toekomst. 

Bovendien gaat de VVD voor de allerbeste leraren. We moeten alles aangrijpen om het lerarentekort aan te pakken: goede arbeidsvoorwaarden, professionele ruimte en doorgroeimogelijkheden maar ook voldoende zijinstroom blijven stimuleren. We willen huidige leraren ook verleiden om meer uren te gaan werken door de pilot met de meerurenbonus door te zetten."

2. Uit onderzoek blijkt dat de overheid 1,3 miljard euro te weinig beschikbaar stelt voor onze onderwijsgebouwen en dat er een meerjarig plan nodig is om iedere leerling in een gezond gebouw te krijgen. Hoe gaat uw partij daar een bijdrage aan leveren? 

"Gemeenten ontvangen financiering om te zorgen voor goede onderwijshuisvesting, daarom wil de VVD dat er op gemeentelijk niveau gewerkt wordt met langetermijnplannen voor de huisvesting van het onderwijs. 

Daarnaast wil de VVD een halt toeroepen aan het (te) makkelijk oprichten van nieuwe scholen door de Wet ruimte voor nieuwe scholen in te trekken. We zien in de praktijk dat deze wetgeving te veel druk legt op huisvesting. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor deze nieuwe huisvesting, soms voor erg kleine groepen. Het gebeurt dat een school na enkele jaren alweer sluit, waarna de gemeente met een leeg gebouw zit. Dit belemmert het inzetten van beschikbare middelen voor bestaande scholen."

3. De Onderwijsraad heeft tegen verlaging van de leerplicht geadviseerd, het NJI ziet risico’s voor sommige kinderen en de sector ziet de meerwaarde niet. Wat maakt dat de VVD toch voor deze maatregel kiest?

"De VVD wil achterstanden bij kinderen aanpakken. We zien nu dat achterstanden vaak al ontstaan voordat kinderen naar school gaan, waarbij kinderen uit bepaalde doelgroepen extra kwetsbaar zijn. Voorschoolse educatie helpt om deze kinderen op hetzelfde tempo en niveau te brengen als hun leeftijdsgenootjes, maar veel doelgroepkinderen gaan nu pas op vijfjarige leeftijd naar school. Door de leerplichtige leeftijd te verlagen naar vier jaar krijgen zij eerder onderwijs, waarbij de VVD ervoor pleit om in de kleuterklassen te focussen op spelenderwijs leren."

4. De VVD pleit voor minder administratielast, maar ook voor invoering van de wet vrij en veilig onderwijs die volgens de Raad van State niet bijdraagt aan de veiligheid en vooral administratieve lasten meebrengt. Hoe gaat de VVD zorgen voor meer praktische ondersteuning bij incidenten in plaats van meer registratiedruk?

"De VVD wil administratieve lasten en registratiedruk zoveel mogelijk beperken, maar de veiligheid van kinderen staat voorop. Het is essentieel dat zij zich kunnen ontwikkelen in alle vrijheid, zichzelf kunnen zijn en zonder zorgen naar school kunnen gaan. Helaas is dit momenteel nog niet altijd het geval houden scholen incidenten vaak van de buitenwereld vandaan. Met deze wet kan de inspectie beter zicht krijgen op de veiligheid op scholen en hen beter ondersteunen."