Blog Freddy Weima | Kom op! Want Y=AF(K,E(S)L)
Het wordt steeds concreter wat het kabinet-Schoof met het onderwijs voor heeft. Er klinkt weinig liefde in door.
Twee weken geleden was er de eerste grote Kamercommissievergadering. Onder meer het nieuwe curriculum kwam ter sprake. Ondanks een brede, meermaals herhaalde, oproep vanuit de onderwijssector koos de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB ervoor om opnieuw te bakkeleien over de kerndoelen.
Niet onsympathiek bedoeld richting de sector overigens, zo zei een van de coalitiewoordvoerders dat hij hoort en begrijpt wat het veld wil, maar deze woordvoerder ‘wil ook graag dat het goed is.’ Het gevaar is nu groot dat een nieuwe curriculumdiscussie langer gaat duren dan de coalitie zelf.
Vorige week werd bekend hoe de enorme rijkssubsidiebezuiniging neerslaat op het onderwijs. Voor het funderend onderwijs gaat het om uiteindelijk structureel 209 miljoen euro. Gesnoeid wordt op ondersteuning voor thuiszitters, medezeggenschap, promotiebeurzen, enzovoort. Daarmee komt de totale structurele bezuiniging op het po en vo samen op ruim 750 miljoen euro, want ook eerder werden ‘taakstellingen’ aangekondigd, veelal op initiatieven die kansengelijkheid bevorderen.
In een recent interview weet staatssecretaris Mariëlle Paul deze ontwikkelingen met elkaar te verknopen: er wordt bezuinigd op kansengelijkheid omdat taal en rekenen nu centraal staan. Laten we het er maar op houden dat deze uitspraak niet bepaald evidence informed is.
In een verhelderend artikel in ESB legde economiehoogleraar Bas Jacobs uit hoe onverstandig deze bezuinigingen zijn vanuit economisch standpunt. Eerder liet de Onderwijsraad zien hoe belangrijk onderwijsinvesteringen zijn voor de brede welvaart in ons land. Dit werd onlangs onderschreven door werkgeversvoorzitter Ingrid Thijssen in De Telegraaf: ‘bezuinigen op onderwijs is het stomste wat je kunt doen’.
Die economische meerwaarde is er zowel op individueel als op collectief niveau. ‘Er bestaan honderden – zo niet duizenden – onderzoeken waarin wordt aangetoond dat een jaar extra opleiding vijf à tien procent aan extra inkomen genereert voor het individu’, aldus Jacobs. En dat geldt ook op macroniveau. Aan de hand van de formule Y=AF(K,E(S)L) – de liefhebbers kunnen het nazoeken - laat hij zien dat ook het nationaal inkomen profiteert van onderwijsinvesteringen.
In zijn artikel levert Jacobs scherpe kritiek op het Centraal Planbureau. Onze nationale rekenmeester weigert om de opbrengsten van onderwijs mee te nemen in de economische modellen, zodat ze bijvoorbeeld niet meetellen in de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. ‘Het CPB zou moeten ophouden met het zaaien van verwarring rondom het rendement van onderwijs’.
Het CPB staart zich blind op afzonderlijke onderwijsinterventies, omdat daar de effectiviteit niet goed van kan worden berekend. Maar Jacobs laat zien dat dat eigenlijk geldt voor alle beleidsinterventies, niet alleen die in het onderwijs.
Nu ken ik wel een specifieke onderwijsinterventie die een stuk effectiever kan: de manier waarop het onderwijs wordt gefinancierd. Zeker de afgelopen jaren is het aandeel tijdelijke en doelfinanciering in onze sector gigantisch toegenomen. De subsidieconfetti.
Ik heb hier al vaak over geblogd, maar doe het nóg een keer. Want we staan voor een cruciale keuze. Ondanks alle bezuinigingen staat nog steeds een fors bedrag aan structureel geld op de rijksbegroting. Er is tot nu toe voor gekozen om dat bedrag volledig in subsidies uit te keren. Dat moet zo snel mogelijk ophouden, niet door die subsidies weg te bezuinigen, maar door de middelen structureel ter beschikking te stellen aan het onderwijs.
Een grote structurele post op de rijksbegroting heet ‘Basisvaardigheden’, voor het po en vo samen gaat het om zo’n 500 miljoen euro. Deze post bestaat al sinds 2022 (toen nog niet het volledige bedrag), wat betekent dat deze middelen al sinds dat jaar losse subsidies zijn. In de praktijk subsidies met een beperkte looptijd die scholen een even grote als korte financiële boost geven.
Zo sprak ik laatst een schoolleider die uitlegt hoe dat gaat: je hebt je formatie al rond, je school heeft een budget van 1,8 miljoen en dan hoor je vlak voor de zomervakantie dat je er de komende twee jaar tijdelijk opeens drie ton bijkrijgt. Geld is altijd welkom, maar hoe kan je hiermee duurzaam investeren in personeel en in het versterken van basisvaardigheden?
Het ministerie zegt dat die middelen op termijn structureel worden. Gekoerst wordt nu op 2027, maar dan moet er wel een heel wetstraject – dat nog niet eens begonnen is – worden doorlopen. Ook moet de door bezuinigingen krimpende uitvoeringsorganisatie DUO een ingewikkelde extra taak ter hand nemen. De vraag is dus of 2027 wel haalbaar is.
Waarom is zo’n wetstraject eigenlijk nodig? Omdat de politiek per se een aparte manier van bekostiging wil, om zo meer ‘grip’ te krijgen op het onderwijs. Een bekende wens, die in veel sectoren speelt, maar die helaas overal tot veel extra regels, extra uitvoeringslast, extra toezicht en extra bureaucratie heeft geleid. En we hébben al sturingsoverload in onze sector.
Omdat het invoeren van aparte bekostiging ook nog eens heel veel tijd kost, zitten we in de tussentijd opgescheept met tijdelijke subsidies die onmogelijk duurzaam effect kunnen sorteren. Al sinds het Nationaal Programma Onderwijs, nu alweer ruim drie jaar geleden, wachten scholen op duidelijkheid over toekomstige structurele middelen.
Die structurele financiering moet er komen, niet in 2027 of nog later, maar nu.
Staatssecretaris Paul wil graag een Herstelplan voor het onderwijs en nodigt onderwijspartijen uit om dat samen met haar te doen. Dat siert haar. Maar je kunt pas landelijk beginnen met een Herstelplan – en dan graag onder een uitnodigender naam – als scholen weten waar ze aan toe zijn. Met een beetje goede wil kunnen we het komende schooljaar al beginnen. Dan moet de staatssecretaris afzien van die extra bekostigingsregels. Dat zou trouwens goed passen in het streven van dit kabinet om de regeldruk te verminderen, ook in het onderwijs zéér welkom.
Het kabinet-Schoof heeft een valse start gemaakt met de onderwijssector. Zowel het negeren van de wens om door te zetten met de kerndoelen als de ongekende bezuinigingen maken het heel moeilijk om tot goede samenwerking te komen. Het kabinet heeft tot nu toe keuzes gemaakt die slecht uitpakken voor het onderwijs en de samenleving.
De komende tijd zijn besluiten nodig over de inzet van de resterende extra middelen. Voor basisvaardigheden, maar ook voor vele andere begrotingsposten zoals de rijke schooldag, de brugfunctionaris of digitalisering ligt er een gouden kans om met de sector tot een deal te komen over structurele inzet, een sectorbrede wens. Zonder structurele financiering geen Herstelplan.
Dus kom op staatssecretaris Paul, minister Bruins, premier Schoof en coalitiepartijen: jullie kunnen het. Doe het goede voor het onderwijs, voor de scholen, voor onze kinderen.