Definitieve regeling bekostiging 2024 gepubliceerd
De verwerking van de loonbijstelling is de belangrijkste aanpassing in de definitieve regeling bekostiging 2024, die onlangs door OCW is gepubliceerd. In de eerste regeling bekostiging 2024 regeling was de prijsbijstelling 2024 al verwerkt. Door de loon- en prijsbijstelling gezamenlijk zijn de bekostigingsbedragen in 2024 toegenomen met 5,37%, ten opzichte van die van kalenderjaar 2023.
De indexatie van het loongevoelig deel van de bekostiging vormt de basis voor besluitvorming over de beschikbare structurele ruimte voor de cao-onderhandelingen. Voor meer informatie hierover lees je de nadere toelichting op het ledenportal (met inlog voor medewerkers van aangesloten schoolorganisaties).
Sinds de vereenvoudiging van de bekostiging in 2023 zijn de bedragen voor de personele bekostiging en materiële bekostiging samengevoegd. Voor het indexeren van de bekostiging wordt echter nog wel een onderscheid gemaakt tussen enerzijds een loongevoelig deel van de bekostiging, en anderzijds een prijsgevoelig deel van de bekostiging. Het loon- en prijsgevoelig deel van de bekostiging is in de regeling bekostiging bepaald op respectievelijk 89,15% en 10,85%. Dit houdt in dat een prijsbijstelling van bijvoorbeeld 1% leidt tot een aanpassing van 0,1085% van de bekostigingsbedragen (1% * 0,1085) ten opzichte van de definitieve bekostigingsbedragen van het voorgaande kalenderjaar. Voor meer informatie over de indexatie van de bekostiging, zie de toelichting hierover op deze website.
Prijsgevoelig deel
De aanpassing van het prijsgevoelig deel van de bekostiging wordt voorafgaand aan het kalenderjaar verwerkt in de 1e of voorlopige regeling bekostiging. De prijsbijstelling in de 1e (voorlopige) regeling bekostiging 2024 bedroeg 0,14% negatief, waardoor de bekostigingsbedragen werden verlaagd met 0,0152% (10,85% * -/- 0,14%) ten opzichte van de bekostigingsbedragen in de definitieve regeling bekostiging 2023.
Loongevoelig deel
De aanpassing van het loongevoelig deel van de bekostiging wordt tijdens het kalenderjaar rond de zomer verwerkt in de 2e of definitieve regeling bekostiging. De indexatie van het loongevoelig deel van de bekostiging in de definitieve regeling bekostiging 2024 bedraagt 6,04%, waardoor de bekostigingsbedragen worden verhoogd met 5,39% (89,15 * 6,04%) ten opzichte van de bekostigingsbedragen in de eerste regeling bekostiging 2024.
Indexatie
De indexatie van het loon- en prijsgevoelig deel van de bekostiging over 2024 gezamenlijk (-/- 0,0152% en 5,3887%) leiden tot een ophoging van de bekostigingsbedragen van 5,3735% ten opzichte van de bekostigingsbedragen in de definitieve regeling bekostiging 2023.
De ophoging van de bekostigingsbedragen per school is hoger dan dit percentage. Dit komt doordat de arbeidsmarkttoelage voor schoolleiders (cao artikel 6.8) nu volledig in de bekostigingsbedragen per school zijn verwerkt.
Loonbijstelling en CAO
De loonbijstelling c.q. indexatie van het loongevoelig deel van de bekostiging 2024 vormt tezamen met andere ontwikkelingen - bijvoorbeeld aanpassingen in het pensioendossier - de basis voor besluitvorming over de beschikbare structurele ruimte per 2024 voor de cao-onderhandelingen. Een deel van de beschikbare ruimte van 2024 wordt nog ingezet met de nieuwe cao, waarbij de verwachting is dat er voor 1 oktober a.s. een onderhandelaarsakkoord wordt bereikt.
In het najaar van 2023 heeft de PO-Raad schoolorganisaties geadviseerd om de bekostiging in de begroting te verhogen met 3,95%, wanneer er bij de begroting werd uitgegaan van de salaristabel van de cao 2023-2024. Dit percentage was gebaseerd op de geschatte loonruimte 2024 (9/12 van 5,91%). De werkelijke loonruimte blijkt uiteindelijk iets hoger te zijn dan indertijd begroot. De hoger dan begrote loonruimte zal worden ingezet in de cao 2024-2025.
Overige aanpassingen
In het bedrag per leerling zit een component voor professionalisering leraren basisvaardigheden. Dit bedrag wordt niet expliciet genoemd in de toelichting op de regeling maar kan worden afgeleid van eerdere regelingen (indexatie cf. het bedrag per leerling). Je vindt ze in het model werkdrukmiddelen en professionalisering 2024-2025 op de website.
Vanaf 1 juli 2024 geldt een andere startdatum voor de aanvullende nieuwkomersbekostiging.
Schoolorganisaties kunnen vanaf peildatum 1 juli 2024 in hun aanvraag de datum van de eerste inschrijving op de eerste school in Nederland hanteren. Voorheen was dat de datum in Nederland. Meer hierover kunt u lezen op de website van LOWAN.
In de definitieve regeling bekostiging 2024 staat een nieuw artikel (43a) wat de aanvullende bekostiging voor kleine basisscholen regelt die vanwege de opvang van nieuwkomers minder of geen kleine scholentoeslag ontvangen. Zo wordt gewaarborgd dat kleine scholen die nieuwkomers opvangen daar geen financieel nadeel van ondervindt. Voor deze leerlingen wordt vaak apart onderwijs georganiseerd. Met artikel 43a wordt beoogd de negatieve financiële prikkel te verminderen.
In de definitieve regeling bekostiging 2024 is geen korting meer verwerkt op het bedrag voor zware ondersteuning voor samenwerkingsverbanden met mogelijke bovenmatig publiek eigen vermogen. Deze korting betrof dus uitsluitend 2023, waardoor de bedragen voor de bekostiging van zware ondersteuning los van de indexatie met ca. €13,50 per leerling zijn gestegen.
1e regeling bekostiging 2025
De eerste regeling bekostiging 2025 wordt begin oktober 2024 door OCW gepubliceerd. Daarin wordt de prijsbijstelling c.q. indexatie van het prijsgevoelig deel van de lumpsum voor 2025 verwerkt. Voor sommige schoolorganisaties is dit te laat in het kader van het begrotingsproces. De PO-Raad zal begin september via het ‘Model bekostiging 2025’ in de toolbox een verwachting/ prognose geven van de bekostigingsbedragen van de eerste regeling bekostiging 2025.
Met ingang van 2025 zal in ieder geval de helft van het bedrag per leerling voor professionalisering en begeleiding van starters en schoolleiders (PBSS) worden overgeheveld naar de middelen voor de Onderwijsregio’s. Hierover berichtte de PO-Raad in juni: Subsidieregeling onderwijsregio’s 2025 gepubliceerd