Eigen vermogen primair onderwijs daalde flink in 2023
Het primair onderwijs heeft een financieel resultaat behaald van € 4 miljoen in 2023. Dat is veel minder dan voorgaande jaren. Het aantal schoolorganisaties met een mogelijk bovenmatig publiek eigen vermogen is daarmee gedaald: van 544 in 2022 naar 493 in 2023. Daarnaast is het verschil tussen het begrote en het gerealiseerde resultaat kleiner geworden. Over het algemeen is de sector primair onderwijs financieel gezond. De prognoses duiden wel op toekomstige negatieve resultaten voor de schoolorganisaties.
Minister Eppo Bruins en staatssecretaris Mariëlle Paul (beiden van onderwijs) stuurden op 25 november 2024 een brief naar de Tweede Kamer over de financiële positie van de verschillende onderwijssectoren aan het eind van 2023. In 2023 namen in vrijwel alle onderwijssectoren de reserves af. Het primair onderwijs had een groot aandeel in de afname. Het totale bedrag van de mogelijk bovenmatige publieke eigen vermogens in de sector nam af van € 997 miljoen naar € 848 miljoen.
Gecorrigeerd voor de bestemmingsreserves Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) bedraagt het mogelijk bovenmatig publiek eigen vermogen in het primair onderwijs € 569 miljoen. Dit was vorig jaar nog € 697 miljoen. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs hebben in 2021, 2022 en 2023 middelen ontvangen uit het NP Onderwijs. De middelen die nog niet zijn besteed, staan meestal als bestemmingsreserve in de jaarrekening opgenomen. De bestedingstermijn van deze middelen loopt tot het einde van dit schooljaar.
De samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs (in primair en voortgezet onderwijs) hebben in 2023 hun reserves ook sterk afgebouwd. Dat is grotendeels het gevolg van een toegepaste korting op de bekostiging van de samenwerkingsverbanden die te maken hadden met mogelijk bovenmatig publiek eigen vermogen. Het mogelijk bovenmatige vermogen van de samenwerkingsverbanden daalde van € 116 miljoen in 2022 naar € 59 miljoen eind 2023. Slechts de helft van de samenwerkingsverbanden had nog te maken met een mogelijk bovenmatig vermogen. In 2022 was dat nog twee derde van de organisaties.
De sector primair onderwijs is financieel stabiel en in balans. Per 1 oktober 2024 staan slechts vijf schoolorganisaties in de sector onder aangepast financieel toezicht van de inspectie. In het voorjaar van 2025 komt de Inspectie van het Onderwijs met een nadere analyse van de financiële positie van de verschillende sectoren.