PO-Raad over wetsvoorstel gerichte bekostiging: subsidie in een nieuw jasje
Eind januari is het wetsvoorstel gerichte bekostiging in internetconsultatie gegaan. Dit nieuwe financieringsinstrument wordt naast subsidies en de lumpsum geïntroduceerd. De PO-Raad is kritisch: het wetsvoorstel brengt onzekerheid én hoge administratieve lasten met zich mee.
Tussen 23 januari en 20 februari konden belanghebbenden reageren op de internetconsultatie over het wetsvoorstel gerichte bekostiging. Aanvankelijk leek het wetsvoorstel een stap in de goede richting. Nu blijkt dat het wetsvoorstel vooral veel vragen oproept.
Een gemiste kans, vindt Freddy Weima, voorzitter PO-Raad: “Het wetsvoorstel zoals het er nu ligt is niet meer dan een vorm van subsidie in een nieuw jasje. De administratieve lasten blijven hoog en de langverwachte duidelijkheid voor scholen over de bekostiging blijft uit. Dit maakt het lastig om duurzaam te verbeteren. Onze sector is gebaat bij rust, dit soort tussenvormen van financiering dragen hier niet aan bij.”
De PO-Raad plaatst de volgende kanttekeningen bij het wetsvoorstel:
- De administratieve lasten voor scholen zijn nog steeds te hoog;
- Zet gerichte bekostiging spaarzaam in;
- Het ontbreekt aan duidelijkheid over het verstrekken van structurele middelen;
- Schrap de terugvordering: bepaal bij aanvang of scholen aan de voorwaarden voldoen.
Administratieve lasten
Met gerichte bekostiging kunnen tijdelijk extra middelen worden verstrekt. Maar wel met veel verschillende verplichtingen en tegen een potentieel zware verantwoordingslast. Het enige verschil met subsidies is dat het aanvragen niet nodig is. De lijst met mogelijk toe te passen bestedings-, activiteiten- en informatieverplichtingen is zorgwekkend lang. Dit valt niet te rijmen met de roep vanuit het kabinet dat “het geld zoveel mogelijk in de klas moet landen”.
De PO-Raad pleit voor het beperken van administratieve lasten door het aantal verplichtingen wettelijk te maximeren.
Spaarzame inzet van gerichte bekostiging
Gerichte bekostiging kan worden ingezet voor duurzame verbetering en in spoedeisende gevallen. In het wetsvoorstel is een aanvullende bepaling opgenomen. Dit betekent dat de overheid gerichte bekostiging voor ieder doel in zou kunnen zetten, inclusief de bijbehorende verplichtingen. De PO-Raad pleit voor het schrappen van die bepaling en spaarzaam te zijn met het inzetten van gerichte bekostiging.
Structurele middelen voor structurele taken
Dit wetsvoorstel biedt geen duidelijkheid voor de toekomst. Wat gebeurt er met de middelen na afloop van de duur van de gerichte bekostiging? Worden deze dan structureel? Kortom, het wetsvoorstel zoals het er nu ligt maakt het voor scholen lastig om duurzaam te verbeteren. Onderwijspersoneel dat wordt aangesteld zonder zicht op structurele financiering kan niet voor langere tijd aan de school worden verbonden.
Schrap de terugvordering
Het wetsvoorstel beschrijft dat de gerichte bekostiging kan worden teruggevorderd. De PO-Raad vindt dat vooraf bepaald moet worden of scholen aan de voorwaarden voldoen. Zo weten scholen op voorhand dat er geen terugvordering meer kan plaatsvinden.
Lumpsum
Weima is groot voorstander van zoveel mogelijk bekostigen via de reguliere basisbekostiging: “Zoals de Onderwijsraad in het rapport Inzicht en verantwoording in onderwijsgelden al aangaf: de huidige bekostigingsvorm is niet perfect maar wel de beste manier om langetermijnbeleid te voeren en stabiliteit te bewerkstellingen in de sector. Dit wetsvoorstel lijkt meer gericht op het tegemoetkomen aan een aanhoudende politieke wens, dan dat dit het onderwijs gaat helpen. Eigenlijk zou de focus van de gerichtheid moeten liggen op de verantwoording in plaats van de bekostiging. Ook dit werd eerder bepleit door de Onderwijsraad.”
Meer informatie?
Lees de volledige reactie van de PO-Raad op de website van de internetconsultatie.
Update 4 maart 2025: Onderwijsraad stuurt brief naar staatssecretaris
Ook de Onderwijsraad heeft per brief hun zorgen gedeeld. De raad ziet risico's in de manier waarop het instrument van gerichte bekostiging wordt ingericht. Het gaat ten eerste om het gekozen niveau van regelgeving om voorwaarden te verbinden aan gerichte bekostiging. Daarnaast ziet de raad een risico in de situaties waarvoor het instrument van gerichte bekostiging kan worden ingezet. Download de brief op de website van de Onderwijsraad.