Aanpak lerarentekort: “Het onderwijs moet toe naar een andere, toekomstbestendige organisatievorm”
,,Toen ik 35 jaar geleden startte in het onderwijs, was het moeilijk een baan te vinden vanwege het overschot aan leraren. Hoe anders is dat nu?” Aan het woord is John Verhoeff, directeur op de Jan van Nassauschool in Den Haag. Sinds 2018 zet de school pedagogisch medewerkers uit de kinderopvang in om te ondersteunen in het onderwijs. En met succes: ,,Het is geen quick-fix, maar een wezenlijk onderdeel van de oplossing voor het lerarentekort.”
Wat merk jij aan de tekorten in het onderwijs?
,,Het lerarentekort is overal voelbaar. We hebben op onze school weliswaar de formatie rond, maar deze is wel heel kwetsbaar. Omdat het zo moeilijk is om aan leraren te komen, kijken we naar alternatieven: zij-instromers, bijna afgestudeerde pabo-studenten en vakdocenten. Op de lange termijn hebben we echter een groot probleem, dat bijna niet op te lossen valt. Daar komt nog eens bij dat leraren het minder aantrekkelijk vinden om in de grote steden te werken, vanwege de diversiteit in populatie en de hoge kosten voor een woning.”
Wat zie jij als oplossingen voor het lerarentekort?
,,Allereerst ben ik groot voorstander van salarisdifferentiatie, om werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken. Daarnaast denk ik dat we anders naar opleiden moeten kijken. Er is wel een toename van studenten op de pabo’s, maar de uitval is nog steeds hoog. Bovendien vinden mannen de pabo vaak niet interessant, omdat ze verplicht stage moeten lopen bij kleuters. Een mooi voorbeeld van ‘het anders doen’ en de geplaveide wegen loslaten is Klassewerk, een initiatief in Den Haag. Daarnaast lijkt het me goed om te kijken naar het breder opzetten van het functiehuis, waardoor doorstroom ook in het onderwijs mogelijk is. Kort gezegd: we moeten buiten de lijntjes kleuren en kijken naar mogelijkheden voor innovatie en anders organiseren. Waarbij voor mij wel voorop blijft staan dat een bevoegde leraar noodzakelijk is voor goed onderwijs en een optimale ontwikkeling van leerlingen.”
Jullie hebben zelf voor een andere oplossing gekozen: het inzetten van pedagogisch medewerkers in de klas. Hoe is dit ontstaan?
,,Toen we vorig jaar de werkdrukmiddelen kregen, hebben we samen met het team gekeken naar hoe de werkdruk bij leraren verlaagd kon worden. Enerzijds was er de behoefte om organisatorische taken bij hen weg te halen, zodat leraren zich weer bezig kunnen houden met lesgeven. Het organiseren van een kerstfeest hoeft bijvoorbeeld niet door de leraar gedaan te worden, dus deze taken hebben we elders belegd. Verder kwam naar voren dat in elke groep wel een of meerdere kinderen zitten die extra begeleiding of uitdaging nodig hebben, maar waarvoor eigenlijk te weinig tijd is. Hiervoor hebben we de samenwerking gezocht met de pedagogisch medewerkers van de kinderopvang. Juist zij hebben veel ervaring met sociaal emotionele ontwikkeling en vaardigheden.”
Hoe krijgt dit concreet vorm?
,,We hebben de pedagogisch medewerkers gevraagd wie dit wil en samen is gekeken naar een goede match en voorkeuren, vanuit de gedachte dat zij iets extra’s kunnen bieden aan kinderen, leraren en de klas. Inmiddels heeft elke leraar één dagdeel per week ondersteuning van een pedagogisch medewerker in de klas. Aan de organisatorische kant is dit wel een uitdaging, vanwege bijvoorbeeld de verschillende cao’s voor onderwijs en opvang en omdat we BTW moeten betalen. Maar we willen ons niet krampachtig laten leiden door wetgeving en kijken steeds naar wat nodig is voor het kind. Daarom hebben we tijd en aandacht vrij gemaakt voor ‘elkaar ontmoeten’, ontwikkeling en teamcoaching, waarbij gedeeld leiderschap en talentontwikkeling belangrijke thema’s zijn.”
Jullie zijn nu een jaar bezig. Wat zijn de ervaringen?
,,Die zijn heel positief! Een aantal pedagogisch medewerkers heeft besloten om de pabo te gaan doen. Er vindt een mooie functiedifferentiatie plaats en er ontstaat synergie en dialoog. Voor kinderen is het leuk dat ze de BSO-medewerkers ook in de klas zien. Voor leraren is het fijn dat kinderen extra uitdaging krijgen, met name op het aspect gedrag. En ouders zijn blij omdat onderwijs en opvang echt integraal samenwerken. Kortom: een win-win situatie.”
Waarom is dit een duurzame aanpak?
,,Onze intentie is absoluut om de samenwerking met pedagogisch medewerkers verder uit te breiden en te ontwikkelen, want de voordelen spreken voor zich. Dat vraagt wel dat we goed kijken naar hoe we omgaan met de middelen die we ontvangen en hoe we onze organisatie inrichten. Bovendien: wat is het alternatief? We kunnen mijns inziens niet anders dan anders organiseren en samenwerken, zodat kinderen blijven krijgen wat ze nodig hebben. Je kunt je afvragen of we op dit moment wel het beste onderwijs bieden in Nederland. We doen het immers nog steeds hetzelfde als in de vorige eeuw, terwijl de wereld om ons heen razendsnel verandert. De lerarentekorten krijgen we niet opgevuld, dus moeten we toe naar een andere organisatievorm die meer toekomstbestendig is. In het land ontstaan vergelijkbare samenwerkingen als bij ons, bijvoorbeeld met leerpleinen en een team van onderwijs- en opvangprofessionals die samenwerken rondom een groep kinderen.”
Het imago van het beroep leraar kan beter. Hoe kijk jij daar tegenaan?
,,Dat onderschrijf ik, leraar is het prachtigste vak is dat je je kunt bedenken! Je geeft kinderen vertrouwen en legt de basis voor hun toekomst. Je kunt zoveel betekenen. Dit mogen we meer laten zien en waarderen, ook financieel. In mijn rol als directeur heb ik vooral aandacht voor het binden van mensen. Dat doen we bijvoorbeeld door voldoende begeleiding te geven aan startende leraren, door het faciliteren van een professionele leergemeenschap, door leraren een expertrol te geven zodat hun talent tot hun recht komt, door aandacht te hebben voor teambuilding en ontwikkeling, en door ervoor te zorgen dat mensen zich gewaardeerd voelen.”
Heb je nog tips voor directeuren of besturen die dezelfde stap willen zetten als jullie?
,,Ondernemerschap is belangrijk: durf lef te tonen en ga ervoor. Ten tweede: maak de verbinding tussen onderwijs en kinderopvang, ga in ieder geval het gesprek aan om mogelijkheden en ideeën te bespreken. En ten derde: wees pragmatisch. Laat je niet afleiden door wet- en regelgeving en ga voor het belang van het kind.”
De PO-Raad ziet schoolbesturen, scholen, gemeenten, partners en opleiders samenwerken in de aanpak tegen het lerarentekort. Dit interview is de zesde van een serie verhalen uit de praktijk. De komende periode delen wij deze verhalen. Om de initiatieven inzichtelijk te maken maar vooral om anderen te inspireren. Lees meer op de pagina Aanpak lerarentekort.