Blog Freddy Weima | Een extra impuls
Het voelt raar om in deze tijd over iets anders dan Oekraïne te schrijven. Ik doe het toch, maar ook mijn gedachten zijn bij al die mensen zoals u en ik die ineens de schuilkelders in moeten, die moeten vluchten of vechten. Onvoorstelbaar, en zo dichtbij.
Ondertussen zijn we in Nederland over de piek van omikron heen. De besmettingscijfers dalen snel, de r is dik onder de 1. Niks te vroeg, zeker niet voor het onderwijs.
De derde grote coronagolf die het onderwijs trof – en treft, want het is nog niet voorbij - deed helaas niet onder voor de eerste twee. Weliswaar zijn ons ditmaal lange nationale scholenlockdowns bespaard gebleven, maar op heel veel scholen en op heel veel plekken zijn langdurige onwerkbare situaties ontstaan. Schoolleiders vonden zichzelf vaak terug in de rol van logistiek manager en kwamen niet toe aan onderwijskundig leiderschap. De NPO-middelen die bedoeld waren om vertragingen als gevolg van de eerste twee coronagolven in te lopen waren ineens nodig om nieuwe vertragingen als gevolg van de derde golf te voorkomen.
Uit een recente mail namens tien schoolorganisaties in het primair onderwijs: "De actuele situatie in onze scholen is nijpend. We zijn bezig om opvang te organiseren, onderwijs durven we het niet meer te noemen. Op sommige scholen is de helft van het personeel ziek, al dan niet besmet met corona. In veel klaslokalen zien we lege tafeltjes, soms maar enkele kinderen aanwezig. Als de leraar er is, geeft hij/zij tegelijk online-onderwijs voor de kinderen die thuis zijn. Deuren staan open, omdat de leraar ook nog toezicht houdt op andere lokalen/werkplekken waar kinderen werken waarvan de juf/meester ziek is."
Een belangrijke verklaring voor het feit dat de situatie zo nijpend is wordt gevormd door de personeelstekorten in onze sector. Die zijn er al langere tijd, maar nemen hand over hand toe. Steeds meer regio’s worden getroffen. De tekorten zijn in de grote steden nog steeds het grootst, maar ook op veel andere plekken doet het gebrek aan leraren en schoolleiders zich voelen.
Wat dat betreft was de terugkeer na de afgelopen zomervakantie misschien een omslagpunt: voor zover de vervangingspools niet al leeg waren, waren ze het nu wel. Helaas heeft ook het NPO daaraan onbedoeld een bijdrage geleverd: de extra middelen zijn veelal ingezet voor personeel, dat voor een deel is weggetrokken uit scholen die toch al met tekorten te kampen hadden. De daaropvolgende coronapiek heeft de problemen van die tekorten meer dan ooit blootgelegd.
Het moge duidelijk zijn: er is een extra impuls nodig om de arbeidsmarktproblemen in het onderwijs te lijf te gaan.
We beginnen gelukkig niet bij af. Er zijn al vele initiatieven genomen. Er wordt gewerkt aan aantrekkelijker lerarenopleidingen, betere beloning, zij-instroom. Samen opleiden, een intensieve samenwerking van opleiding en opleidingsschool is op veel plekken goed van de grond gekomen en wordt positief gewaardeerd. In veel regio’s, bijvoorbeeld Zeeland en de grote steden, wordt intensief samengewerkt. Ruim anderhalf jaar geleden heeft Merel van Vroonhoven een veelbesproken advies geformuleerd met waardevolle voorstellen.
Maar er gebeurt nog niet genoeg. De nieuwe coalitie heeft mooie plannen voor het onderwijs en vooral ook structurele middelen beschikbaar. Van al die plannen verdient de aanpak van de personeelstekorten de hoogste prioriteit. Die is immers voorwaardelijk voor al het andere dat je wilt en dat er moet: zonder voldoende leraren, schoolleiders en ondersteuners is het moeilijk om te werken aan verbetering van onderwijskwaliteit en onderwijskansen.
Er is geld. Volgens het coalitieakkoord 800 miljoen. Voldoende om de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs te dichten, maar hopelijk ook om samen opleiden voor alle aspirant-leraren mogelijk te maken. Verder kan een arbeidsmarkttoelage helpen, althans als de gekozen systematiek aansluit bij de praktijk.
De omstandigheden zijn gunstig voor een broodnodige extra impuls. Noem het een deltaplan, noem het een taskforce, als die impuls er maar komt. Zoals eerder betoogd kunnen we een voorbeeld nemen aan Brainport Eindhoven, een stevige, langjarige aanpak, gedragen door een stevige coalitie. Een ander voorbeeld is het Techniekpact, waarin verschillende deelplannen samen optelden tot een stevige nationale visie waarbij partijen van verschillende pluimage elkaar hebben weten te vinden.
Een dergelijke aanpak moet rekening houden met het feit dat personeelstekorten in veel sectoren spelen. Denk aan de bouw, de zorg, de kinderopvang. Zoals ik in mijn vorige blog al schreef hebben we een nationale arbeidsmarktstrategie nodig. Onderwijs is dan één van de pijlers. Maar we hoeven niet op die bredere strategie te wachten om gewoon te beginnen.
Er zijn plannen, er zijn middelen, er is bereidheid, er is ervaring, er zijn goede voorbeelden: we kunnen aan de slag!