Debat sturing in het onderwijs: scenario’s van tafel en een sterke focus op samenwerking
Vandaag vond in de Tweede Kamer het langverwachte debat plaats over sturing in het funderend onderwijs. De eerder door de staatssecretaris voorgestelde scenario’s - die leidend leken te worden voor de toekomstige inrichting van het onderwijs - zijn van tafel. In plaats daarvan verschuift de aandacht naar het herstelplan, dat een langetermijnstrategie voor het onderwijs moet omvatten.
Freddy Weima, voorzitter van de PO-Raad: "Er is door de Kamerleden goed naar de sector geluisterd, van leraar tot schoolleider, van bestuurder tot inspectie. Als PO-Raad hebben we continu gepleit voor stabiel beleid, samenwerking, heldere rollen, structurele financiering en duidelijkheid vanuit de overheid. Deze oproep werd breed door Tweede Kamerleden gedeeld. Tegelijkertijd liggen er nu hoge verwachtingen bij het herstelplan. De komende tijd moet duidelijk worden of we als sector en overheid samen tot een gedeelde koers voor het onderwijs kunnen komen."
Scenario’s van tafel
Tijdens het debat werd duidelijk dat de drie scenario’s van de staatssecretaris niet langer leidend zijn. Veel Kamerleden noemden de scenario’s ‘te kort door de bocht’ en benadrukten dat er behoefte is aan structurele, op maat gemaakte oplossingen. Ook gaven de Kamerleden aan dat sturing geen doel op zich moet zijn en dat er eerst helderheid moet zijn over waarop we sturen. De staatssecretaris bevestigde dit en gaf aan dat de scenario’s ook vooral bedoeld waren om de discussie te voeden.
Focus op samenwerking en heldere rolverdeling
Een van de belangrijkste thema’s in het debat was de noodzaak van samenwerking en duidelijkheid over de rollen van overheid, schoolbesturen, schoolleiders en leraren. De Kamer benadrukte in zijn geheel dat onderling vertrouwen en heldere kaders essentieel zijn. Met betrekking tot de rol van de overheid ging het vooral over het beperken van de sturingsoverload, subsidiariteit en andere elementen uit het rapport van de Onderwijsraad.
De staatssecretaris sloot zich hierbij aan: "Samenwerking moet de norm zijn. Dit is waarom we samen aan herstelplan werken. Dat is niet gemakkelijk, dat zijn niet altijd vrolijke discussies, maar we zitten samen aan tafel omdat we die grote maatschappelijke opgaves alleen gezamenlijk gecheft krijgen."
De Kamer sprak haar steun uit voor het versterken van de zeggenschap van leraren en schoolleiders. De staatssecretaris gaf aan dat dit een belangrijk onderdeel wordt van haar beleid: "We werken aan wetgeving om de inspraak van leraren en schoolleiders te versterken en zorgen ervoor dat het professioneel statuut een levend document wordt."
Arbeidsvoorwaarden
Enkele Kamerleden vroegen of de overheid geen grotere rol moet hebben in de arbeidsvoorwaardenvorming. Staatssecretaris Paul gaf aan dat dit een zaak is van werkgevers en werknemers, zoals in vrijwel alle maatschappelijke sectoren het geval is. Wel is de staatssecretaris bereid om informatie over de loonruimte vertrouwelijk te delen met de vakbonden. De PO-Raad is hier al langer voorstander van.
Staatssecretaris werkt aan bestedingsnorm
Ook de inzet van onderwijsbudgetten kwam uitgebreid aan bod. Meerdere fracties benadrukten het belang van transparantie en een betere verdeling van middelen, waarbij zoveel mogelijk geld terechtkomt in het primaire proces. Een aantal Kamerleden wil vastleggen welk percentage van de onderwijsmiddelen moet worden uitgegeven aan het primaire proces.
De staatssecretaris gaf aan dat ze werkt aan een plan waarin een dergelijke bestedingsnorm staat. "Deze norm moet een uitgangspunt zijn voor alle schoolbesturen. Het geeft duidelijke kaders hoe geld ingezet moet worden en stelt de school en de politiek in staat om hier het gesprek over te voeren en in te grijpen waar nodig." De staatssecretaris is tegen het stellen van te strakke uniforme normen, omdat er binnen een school of schoolorganisatie goede redenen kunnen zijn om van de norm af te wijken. Ook is ze terughoudend met nieuwe schotten in de bekostiging omdat dit de flexibiliteit belemmert.
Nieuwe wetten en maatregelen als aandachtspunt
In de veelheid van onderwerpen werd ook duidelijk dat er weer nieuwe wetten en maatregelen over het onderwijs worden uitgestort. Tijdens het debat verwees de staatssecretaris naar verschillende wetstrajecten, zoals de Wet strategisch HRM, een wet die eisen stelt aan bestuurders en toezichthouders en de Wet vrij en veilig onderwijs.
Hoewel partijen deze regels deels noodzakelijk achtten, waarschuwden zij ook voor de druk die dit weer kan opleveren. De staatssecretaris erkende deze zorgen, maar benadrukte dat maatregelen soms nodig zijn om structuur te bieden: "We willen randvoorwaarden creëren die het onderwijs sterker maken, maar het moet altijd werkbaar en effectief blijven."
Freddy Weima: "Het is begrijpelijk dat Kamerleden grip willen op het onderwijs. Maar dit staat op gespannen voet met de ook geuite wens om tot stabiel beleid te komen en de regeldruk te verminderen. Het zou de Kamer en de staatssecretaris sieren als ze ook met voorstellen komen voor het schrappen van regels. Anders wordt de al bestaande sturingsoverload alleen maar erger."
Hoe nu verder?
Het debat werd afgesloten met een verzoek vanuit de Kamer voor een tweeminutendebat. Dit betekent dat er nog Kamermoties te verwachten zijn. De staatssecretaris herhaalde dat samenwerking, duidelijkheid en vertrouwen de kern vormen van de plannen voor sturing in het onderwijs. Het herstelplan, dat voor de zomer wordt verwacht, zal een cruciale rol spelen in het verdere beleid.