Kamer eist dat de inspectie eens per vier jaar alle scholen bezoekt
Een debat over het inspectietoezicht op basisscholen liep donderdag uit op een confrontatie tussen de Tweede Kamer en staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs). Een ruime Kamermeerderheid wil dat alle scholen eens per vier jaar fysiek bezoek krijgen van de Onderwijsinspectie. Dit is tegen de wens van de staatssecretaris, die juist wil dat vooral de risicoscholen worden bezocht.
Aanleiding voor het debat was een onderzoek van Nieuwsuur waaruit blijkt dat de Onderwijsinspectie al sinds 2014 minder scholen bezoekt dan aan de Kamer is toegezegd. Kamerleden stellen dat zij niet juist zijn geïnformeerd en twijfelen of de overheid nog wel voldoende zicht heeft op de kwaliteit van het onderwijs.
Stevige kritiek op informatievoorziening
Kamerleden uitten tijdens het debat stevige kritiek op de gebrekkige informatievoorziening. ''Jarenlang is de Kamer voorgehouden dat de inspectie iedere vier jaar op alle scholen komt om daarvan een beeld te krijgen. Pas door onderzoek van Nieuwsuur weten wij dat dit niet klopt en dat de Kamer jarenlang verkeerd is geïnformeerd'', aldus Lisa Westerveld (GL-PvdA). Ze stelt dat de Kamer moet kunnen varen op de informatie van de inspectie.
Sandra Beckerman, Kamerlid namens de SP-fractie, benadrukte dat het niet zomaar om een gebroken belofte gaat: ''In 2013, in 2014, in 2016, in 2017, in 2019 en in 2020 was het de nadrukkelijke wens van de Kamer dat de scholen bezocht zouden worden. Wat gaat het kabinet doen?''
Twijfels over risicogerichte aanpak
De Kamer plaatste ook vraagtekens bij de risico- en bestuursgerichte werkwijze van de inspectie. NSC-Kamerlid Aant-Jelle Soepboer vroeg zich af of deze nieuwe vormen van toezicht beter werken dan het bezoeken van scholen. Kamerlid Nico Uppelschoten (PVV) ging nog een stapje verder en stelt dat inspectie hierdoor niet meer weet wat er in het hart van het onderwijs gebeurt.
De staatssecretaris ging hier niet in mee en benadrukte juist het belang van effectief toezicht: ''Je wilt daar zijn waar de risico's het grootst zijn, waar je het meeste risico loopt dat de kwaliteit niet op orde is.'' Ze verzekerde hierbij dat de werkwijze van de Onderwijsinspectie niet ongebruikelijk is. De andere rijksinspecties werken eveneens risicogericht.
Motie voor vierjaarlijkse schoolbezoeken
Ondanks de bezwaren van de staatssecretaris ondertekende een ruime Kamermeerderheid van coalitie- en oppositiepartijen een motie van D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk waarin staat dat de Onderwijsinspectie eens per vier jaar alle scholen moet bezoeken. De staatssecretaris ontraadde de motie, omdat zij eerst wil onderzoeken of de motie binnen de huidige kaders uitvoerbaar is.
Ook bleef de staatssecretaris bij haar eerdere bezwaren. Een stevige periodieke verplichting kan volgens haar op gespannen voet staan met effectief toezicht. ''Ook kan het schuren met wettelijke eisen die uw Kamer en ik aan de inspectie stellen, namelijk de periodieke verplichting om besturen te onderzoeken en om een goed beeld van het stelsel te hebben", aldus staatssecretaris Paul.
Standpunt PO-Raad
De PO-Raad is voorstander van geregelde inspectiebezoeken op schoolniveau. Het is goed dat er om de zoveel jaar met een blik van buiten naar de kwaliteit van een school wordt gekeken. Tegelijk is het belangrijk dat een periodieke verplichting voor de inspectie om scholen te bezoeken niet ten koste gaat van de onderzoeken op bestuursniveau. Ook moet het samengaan met de mooie stappen die op dit moment worden gezet richting meer stimulerend toezicht.
Update 15 april 2025: de motie waarin het kabinet wordt opgeroepen om de Onderwijsinspectie alle scholen periodiek te laten bezoeken is aangenomen. De fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, CDA, BBB, JA21, FVD en de PVV stemden voor.