Kamer ongeduldig tijdens lerarendebat: 'voer aangenomen moties uit'
Tijdens een apart debat over de beroepsgroep leraren zocht de Tweede Kamer afgelopen woensdag naar knoppen om aan te draaien in strijd tegen het lerarentekort en voor een betere positionering van de leraar. Het venijn van het debat zat in de staart. Diverse Kamerleden toonden zich ongelukkig over de wijze waarop de bewindspersonen omgaan met aangenomen moties.
Veel onderwerpen passeerden de revue. Anita Pijpelink (GroenLinks-PvdA) vroeg bijvoorbeeld aandacht voor gedetacheerde leraren die in vaste dienst willen bij een school. Dit wordt nu vaak bemoeilijkt door overnamekosten. Pijpelink vroeg het kabinet te onderzoeken hoe deze hobbel kan worden weggenomen.
Kamerlid Arend Kisteman (VVD) zoomde in op het hoge aantal zzp’ers in het onderwijs dat ‘weigert in loondienst te gaan’ en vroeg wat ervoor nodig is om de overstap aantrekkelijker te maken. Volgens staatssecretaris Mariëlle Paul (funderend onderwijs) spelen schoolorganisaties hier een cruciale rol door het bieden van bijvoorbeeld meer flexibiliteit in het rooster.
'Breng gevolgen opdelen pabo beter in kaart'
Een knop waar volgens de PO-Raad en andere onderwijsorganisaties niet aan moet worden gedraaid is het realiseren van aparte opleidingsroutes voor het jonge en oude kind.
SGP-Kamerlid Chris Stoffer stelde dat er behoefte is aan meer informatie over de gevolgen van het opdelen van de pabo. Ook vraagt hij zich af welke mogelijkheden de staatssecretaris ziet om de huidige praktijk nog gunstiger te maken voor jongens. ''Het viel mij bijvoorbeeld op dat nog niet alle opleidingen een vrijwillige kleuterstage hebben. Hoe is dat nu?''
Paul bleef tijdens het debat op het standpunt dat er aparte opleidingsroutes nodig zijn, omdat het recent ingevoerde landelijke specialisatiemodel voor het jonge en oude kind niet heeft geleid tot de gewenste verhoging van de instroom.
Kamer en kabinet verdeeld over onderwijsregio’s
Tegen het einde van het debat werd het even spannend. Aant Jelle Soepboer (NSC) vroeg nogmaals naar de uitvoering van zijn aangenomen motie over de onderwijsregio’s. Hierin wordt het kabinet verzocht om de huidige regeling terug te brengen naar een stimuleringsregeling voor regionale samenwerking.
Volgens de staatssecretaris zijn de onderwijsregio’s een vereenvoudiging van de eerdere situatie. ''De aparte regelingen die we hadden voor de regionale aanpak tekorten en samen opleiden en professionaliseren zijn samengevoegd en in een helder ondersteunings- en financieringsmodel verder gebracht.''
Aanvullend benadrukte Paul dat ze de motie destijds met een reden heeft ontraden. De onderwijsregio’s zijn volgens haar nodig om het arbeidsmarkttekort aan te pakken. ''De motie is een oproep van de Kamer, maar uiteindelijk bestuurt het kabinet.'' Met deze woorden legde de staatssecretaris de oproep van de Kamer naast zich neer.
De opstelling van de staatssecretaris zorgde voor irritatie bij een aantal Kamerleden. Ilana Rooderkerk (D66) constateerde dat het kabinet niet alleen de motie van Soepboer naast zich neerlegt. ''Het gaat bijvoorbeeld ook om mijn motie over het begeleiden van startende leraren na het afronden van de opleiding.''
Beide Kamerleden drongen aan op het uitvoeren van aangenomen moties.