Blog Freddy Weima | Toch een jaar van verbinding
Verbinding? 2024? Maar dit was toch het jaar van splijtende Kamermoties, van een staatssecretaris die aftrad vanwege 'polariserende omgangsvormen'? Het jaar waarin een politieke meerderheid bijna twee miljard op onderwijs wilde bezuinigen?
En toch, verbinding. Want ook dit jaar werden zo’n anderhalf miljoen kinderen elke dag liefdevol ontvangen door 180.000 leraren, schoolleiders en andere professionals. Vormden de kinderen leerlingenraden en leerden onze allerjongsten conflicten oplossen. Waren er mooie initiatieven voor inclusiever onderwijs, werden nieuwe verbindingen gesmeed tussen onderwijs en kinderopvang.
In het Groningse dorp Winsum opende het Koninklijk Paar De Tirrel. Twee scholen, sportvoorzieningen en een ouderencentrum in één gebouw, zodat uiteenlopende generaties elkaar ontmoeten: ‘gebouwd op 830 palen, maar vooral op visie’.
Ook landelijk, in het polderwereldje, wisten we elkaar beter te vinden. Ik wil het belang daarvan niet overdrijven, maar de verdeeldheid in de onderwijssector van de afgelopen jaren hielp niet. Om het onderwijs te versterken hebben we een gemeenschappelijke koers nodig. Die begint zich nu af te tekenen. We zijn er zeker nog niet, maar in 2024 hebben we goede stappen gezet.
Zo presenteerden we begin dit jaar met de onderwijsbonden, schoolleidersvereniging AVS en de VO-raad onze aanzet voor een ‘Deltaplan’ aan zo’n beetje alle onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer. De daaropvolgende motie werd breed gesteund en kreeg een vervolg in het ‘Herstelplan’ van het nieuwe kabinet.
Omdat de recente Kamerbrief over dat plan niet op alle punten aan onze verwachtingen voldeed, hebben we uiteengezet wat er volgens ons nodig is: doorzetten met het curriculum gericht op basisvaardigheden én bredere vorming van kinderen, structurele financiering, een samenhangende op de lange termijn gerichte aanpak, heel veel aandacht voor personeel en heldere, realistische doelen. In een opinieartikel in Trouw heb ik samen met AOb-voorzitter Thijs Roovers deze koers toegelicht.
Met een nog bredere coalitie hebben we ons sterk gemaakt voor betere en beter betaalbare leermiddelen, een onderwerp dat te lang te weinig aandacht heeft gehad. Inmiddels wordt ook door de overheid erkend dat meer grip op de kwaliteit van leermiddelen noodzakelijk is.
In de volle breedte, van primair tot universitair onderwijs, hebben we gestreden tegen de bizarre onderwijsbezuinigingen van het kabinet-Schoof. Mede door het grootschalige protest vanuit de onderwijswereld bleek er onvoldoende steun te zijn om die bezuinigingen onverkort door te zetten. Bij de begrotingsbehandeling hoorde je het ongemak doorklinken in de betogen van de coalitiewoordvoerders en de bewindspersonen.
Inmiddels is met enkele oppositiepartijen een deal gesloten. Helaas is een te klein deel van de bezuinigingen ongedaan gemaakt. Maar duidelijk is dat snoeien op onderwijs eigenlijk not done is. Zeker als we in de toekomst een welvarende samenleving willen zijn. Het betoog dat juist investeringen nodig zijn, gaan we verder versterken het komende jaar. En het CPB moet de opbrengsten van onderwijs natuurlijk gewoon meenemen in de doorrekeningen.
Juist in deze tijden van politieke polarisatie is in het onderwijs de inhoudelijke verbinding sterker geworden. Het een heeft natuurlijk te maken met het ander, maar het is meer dan dat: de gemeenschappelijke boodschappen die onderwijsorganisaties uitdragen, leggen de basis voor een nieuwe nationale strategie voor het onderwijs. En die is hard nodig. Niet als oppositioneel geluid, maar als iets wat de hele samenleving aangaat en verbindt.
Het voorbeeld wordt gegeven door De Tirrel in Winsum. En die andere plekken die ik afgelopen najaar mocht bezoeken. Zoals Heliomare in Heemskerk, waar onder het motto ‘niemand aan de zijlijn’ honderden kinderen met een beperking leren en behandeld worden. Of SO De Heldring in Amsterdam-Noord, waar een diverse groep kinderen de aandacht krijgt die nodig is.
Allemaal plekken waar Haagse driften het schoolplein zelden bereiken.