De wereld binnen handbereik: wereldburgerschap en internationalisering op basisschool De Troubadour
“Het is belangrijk om je wereldburgerschapsonderwijs af te stemmen op de kinderen die je voor je neus hebt,” is een van de eerste dingen die directeur Mart van der Heijden van basisschool De Troubadour in Eindhoven vertelt. Op 11 maart bezochten de PO-Raad en het Nuffic deze school, waarop 325 leerlingen met maar liefst 53 culturele achtergronden en 33 thuistalen zitten. Doel van het bezoek was om meer te leren over de manier waarop De Troubadour invulling geeft aan de twee pijlers van het onderwijs op deze school: wereldburgerschap en internationalisering.
De aanleiding om deze twee zaken veel aandacht te geven in het curriculum is, naast dat ze dit 'gewoon' een onderdeel vinden van goed onderwijs, dat er steeds meer leerlingen uit andere landen op De Troubadour zitten. De school gunt het de leerlingen om goed toegerust te zijn voor een mondiale en snel veranderende wereld; als actieve, verantwoordelijke en nieuwsgierige wereldburgers, bewust van hun plaats in de maatschappij.
Wereldburgerschap begon met kleurpotloden
Vier jaar geleden ging Van der Heijden aan de slag als directeur van De Troubadour. Destijds was de wens er wel om aan de slag te gaan met wereldburgerschap, maar de precieze invulling hiervan lag nog open. Van der Heijden was hier direct enthousiast over. “Tijdens mijn hele onderwijscarrière is burgerschap, en de vraag hoe je je moet gedragen als burger in Nederland, een drijfveer geweest, ook toen ik zelf nog voor de klas stond. Nu kon ik eindelijk een impact maken op een grotere groep kinderen, als directeur van De Troubadour,” vertelt hij.
De belangrijkste eerste stap richting wereldburgerschap was om gewoon te beginnen, het ‘gewoon te doen’. “Je hoeft niet alles direct in een visie te gieten; je moet gewoon druppeltjes laten vallen en dat verspreidt zich dan vanzelf als een olievlek.” En zo begon het eigenlijk heel simpel: Van der Heijden vertelt dat het eerste stapje richting wereldburgerschap was dat hij iedere klas een doosje huidskleurpotloden gaf, om de inclusie te vergroten.
Visietraject voor wereldburgerschap
Op de school werd vervolgens een leerteam gevormd van leraren die dit onderwerp een warm hart toedragen. Zij startten samen een visietraject en omschreven daarin wat er al gedaan werd en hoe het wereldburgerschapsonderwijs er in de toekomst uit moest gaan zien.
Hierbij maakte De Troubadour gebruik van de Fawaka-wereldburgerschapscirkel, die je prominent op het prikbord in de lerarenkamer vindt. Het is een poster die leraren via thema’s als mensenrechten, identiteit, duurzame ontwikkeling en globalisering handvatten biedt. De belangrijkste vragen in het visietraject waren: hoe verlaten kinderen na acht jaar onze school? En wat willen we ze meegeven? Naar aanleiding hiervan werd een leerlijn ontwikkeld, gericht op kennis, vaardigheden én attitude.
Inmiddels is De Troubadour een voorbeeld op het gebied van wereldburgerschap. Van der Heijden neemt ons mee langs een lange lijst van activiteiten en initiatieven die ervoor zorgen dat inclusie, diversiteit, het omarmen van verschillen en meertaligheid een centrale rol spelen binnen de school. Zo is de collectie van de schoolbibliotheek onder handen genomen, om te zorgen dat het aanbod niet slechts bestaat uit witte schrijvers en leerlingen zich kunnen herkennen in diverse hoofdpersonages. Daarnaast worden er diverse feestdagen gevierd, wordt jaarlijks het cultureel kinderfeest georganiseerd waarbij kinderen in aanraking komen met andere culturen, is er veel aandacht voor duurzaamheid en viert de school, ondanks dat dit onder ouders soms ook voor wrijving zorgt, elk jaar Paarse Vrijdag. Door de focus van de school op wereldburgerschap en de expertise van het team kunnen zij bovendien nieuwkomers met open armen, en de juiste middelen, ontvangen.

Het team investeert daarnaast veel in professionele ontwikkeling door nascholing op het gebied van de Engelse taal en Europese uitwisselingen, waaraan ook leerlingen deelnemen. Hierbij bieden de programma’s van Nuffic veel ondersteuning door middel van leernetwerken en subsidie van Erasmus+. De ontwikkeling van leerlijnen gebeurt door een leerteam van leerkrachten die ideeën ophalen bij het hele team.
Hoe vinden kinderen en ouders wereldburgerschap?
Tijdens het werkbezoek sluiten ook een aantal leerlingen uit groep 8 aan om ons mee te nemen in hun ervaring met het wereldburgerschapsonderwijs op De Troubadour. Een van hen laat weten dat kinderen hier gestimuleerd worden om hun mening te uiten en dat er met een open vizier naar nieuwe ideeën gekeken wordt. Ze worden hier dus echt opgevoed als wereldburgers; die openstaan voor anderen en betrokken zijn bij de wereld om zich heen.
Ook de ouders worden meegenomen in het vormen van het onderwijs van hun kinderen, bijvoorbeeld door middel van een klankbordgroep. Zo werd de slogan van De Troubadour over wereldburgerschap, wat eerst ‘we leren kinderen met ongekleurde ogen naar de wereld kijken’ was, naar aanleiding van een kritisch gesprek met een ouder omgevormd tot ‘we omarmen elkaars verschillen’.
Tips om aan de slag te gaan met wereldburgerschap
Het resultaat van het wereldburgerschapsonderwijs is lastig te meten en nog lastiger te toetsen. Dat is ook precies wat Van der Heijden wil meegeven aan scholen die worstelen met wereldburgerschap. “Het gaat vooral om gedrag. Als we aan kinderen vragen stellen over wereldburgerschap, weten ze waarschijnlijk niet eens wat dat is. Het gaat niet om dat woord, maar om wat je doet en wat je uitdraagt.” Daarbij is wereldburgerschap ook iets heel anders dan sociaal-emotioneel leren, omdat het juist gaat over het opzoeken van de frictie.
“Als ik nog één tip heb voor andere scholen, is het: goed jatten. Je hoeft niet zelf het wiel uit te vinden, er ligt al zo veel. Het is hierbij natuurlijk wel belangrijk dat je rekening houdt met de populatie van jouw school. Je moet de leerlijn echt aanpassen aan de kinderen die er zijn, anders werkt het niet.” Van der Heijden is lid van de stuurgroep van het netwerk Talen en Wereldburgerschap, dat gefaciliteerd wordt door Nuffic. Binnen dit netwerk delen scholen vele ideeën, ervaringen en tips over de invulling van wereldburgerschap met elkaar.

Het belang van wereldburgerschap en internationalisering voor Nederland
Tijdens het tweede deel van het werkbezoek komen de PO-Raad en Nuffic samen met onderwijsbestuurders en vertegenwoordigers van de gemeente en het bedrijfsleven van de regio Brainport Eindhoven. Dit is een regio met 21 gemeenten waarin naast innovatie en technologie ook internationalisering van cruciaal belang is.
Brainport kent een enorme instroom van internationale werknemers, gezinnen en kinderen. Daardoor zullen er in de nabije toekomst 22 bassischolen bij moeten komen. Bestuurders Peter Tijs (SKPO) en Jacqueline van Erp (Fluks Opvang en Onderwijs) zien dat de kwaliteit van het Nederlandse (speciaal) onderwijs een belangrijke magneet is voor internationaal talent. “Veel internationals zien hun kinderen graag op een Nederlandse school en kiezen er dan voor om voor ASML te gaan werken,” vertelt Tijs. “Het Nederlandse onderwijs is aantrekkelijk en daar mogen we best meer over vertellen,” aldus Van Erp.
Rol van de schoolleider
Een van de belangrijkste conclusies uit de gesprekken is dat de focus op wereldburgerschap en internationalisering cruciaal is om een goede schoolleider te zijn. Sultan Solak, voorzitter van het College van Bestuur van de stichting Platoo, vertelt dat ze hier bij het selecteren van directeuren altijd goed op let. Al is het alleen al door vragen te stellen als: welke boeken lees je? En welke reizen maak je?
De schoolleider heeft volgens de sprekers de taak om te zorgen dat wereldburgerschap een integraal onderdeel is van het onderwijs op de school, verweven met de verschillende vakken, en dat het leeft in het lerarenteam. Hierbij is het natuurlijk ook van belang dat leraren al op de pabo theoretisch gezien leren over wereldburgerschap. Daarom ontwikkelt Nuffic samen met het veld een kwaliteitstraject Wereldburgerschap voor de pabo’s om hier binnen het curriculum structureel aandacht aan te besteden.
Op De Troubadour wordt inderdaad bewezen dat de leerlingen met behulp van een enthousiaste directeur, maar ook met een gedreven lerarenteam en een duidelijk visietraject, na groep 8 als wereldburgers de school uit lopen. “Als je het aan de leerlingen vraagt vertellen ze je niet dat wereldburgerschap een pijler van De Troubadour is, maar ze leven het wel voor en stralen het uit,” concludeert Van der Heijden.