Compensatie voor scholen die te weinig onderwijsachterstandsmiddelen hebben ontvangen
Minister Arie Slob (Onderwijs) schreef deze zomer aan de Tweede Kamer dat door het verkeerd verwerken van een van de kenmerken die Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebruikt bij het berekenen van onderwijsachterstandscores, sommige scholen te weinig geld hebben ontvangen. De definitieve berekeningen zijn inmiddels bekend. Scholen die door de technische wijziging te weinig onderwijsachterstandsmiddelen hebben ontvangen, worden gecompenseerd.
Het CBS is verantwoordelijk voor het berekenen van onderwijsachterstandsscores voor scholen in het primair onderwijs en gemeenten op basis van een aantal omgevingskenmerken. Eén van de kenmerken die wordt gebruikt bij de berekening, de verblijfsduur van de moeder in Nederland, is in het onderzoek verkeerd vastgesteld. Daardoor hebben sommige gemeenten en scholen te weinig onderwijsachterstandsmiddelen ontvangen.
Scholen in het primair onderwijs hebben in april al een definitieve beschikking gehad voor dit schooljaar. Minister Slob heeft toegezegd dat elke school minimaal het bedrag ontvangt waarover is gecommuniceerd in de beschikking van april 2019. Daarnaast ontvangen de scholen die in april minder achterstandsmiddelen hebben ontvangen dan de bedoeling was, een hoger bedrag ter compensatie. De bijgestelde beschikkingen worden in het najaar naar de scholen verstuurd.
In dit bestand zijn de definitieve bedragen voor de onderwijsachterstandsmiddelen per school te vinden.