Nieuws

Vijfde landelijke IKC-dag: het systeem op z'n kop

Waarom kent het primair onderwijs zo’n lange zomervakantie? Waarom iedere dag naar school als je overál kan leren? Waarom toetsen? Claire Boonstra, bekend van de rubriek #Onderwijsvragen op BNR, legt haar publiek op de landelijke IKC-dag er een paar voor uit haar onderzoek Operation Education. De antwoorden stammen vaak uit een ver verleden en zijn soms ronduit lachwekkend.

Zo was de lange zomervakantie handig voor de elite-kinderen die de gehele zomer in hun zomerhuizen verbleven. Later, toen ook de boerenkinderen naar school mochten, bleek dat ook hun ouders er blij mee waren, want die konden de extra handjes in de zomer goed gebruiken op het land. Inmiddels is uit onderzoek bekend dat de lange zomervakantie kansenongelijkheid in de hand werkt: bij kinderen uit sociaal zwakke gezinnen treedt in de zomer een significant verlies op van kennis en vaardigheden, waarmee hun achterstand op de rest ieder jaar wat groter wordt. We weten het, maar toch is het knap lastig om deze vaak eeuwenoude patronen te doorbreken.

Zo was de lange zomervakantie handig voor de elite-kinderen die de gehele zomer in hun zomerhuizen verbleven.

Terug naar de basis

Het is precies die zoektocht die de circa driehonderd aanwezigen op de vijfde landelijke IKC-dag naar Apeldoorn heeft gebracht: Hoe kunnen we het onderwijs en de voorschoolse periode zó reorganiseren dat we recht doen aan wat goed is voor alle kinderen? Daarvoor is het nodig om helemaal terug te gaan naar de basis, bepleit Boonstra. Op inspirerende wijze probeert ze een lans te breken voor alle mensen die buiten de lijntjes durven kleuren, hun nek uitsteken, kritische vragen stellen. Als we het kind centraal willen stellen, waarom is het systeem dan nog altijd voor een groot deel gebaseerd op hokjesdenken, normaalverdelingen, en dingen-die-we-nu-eenmaal-altijd-al-zo-doen? 

Knellende wetgeving wordt ook deze dag weer veelvuldig genoemd. Zeker als het gaat om het niet mogen samenvoegen van groepen 3- en 4-jarigen lopen de emoties soms hoog op. Toch weerhoudt het de echte pioniers er niet van om aan de slag te gaan met experimenten rond bijvoorbeeld vergaande samenwerking en flexibele onderwijstijden.

Als we het kind centraal willen stellen, waarom is het systeem dan nog altijd voor een groot deel gebaseerd op hokjesdenken, normaalverdelingen, en dingen-die-we-nu-eenmaal-altijd-al-zo-doen? 

Opleiden voor de toekomst

Eén van de workshops die zo’n voorbeeld vormt van innovatie, is die van Wim Dekkers van Kindcentrum Theresia in Eindhoven. In zijn kindcentrum worden zeventien stagiair(e)s opgeleid. Niet alleen tot leraar, maar ook tot pedagogisch medewerker, onderwijsassistent, conciërge en manager. Alle stagiaires maken volwaardig onderdeel uit van het team. Dekkers: ,,Soms betekent dat ook dat je verwacht wordt in de avonduren of bij een teamdag op zaterdag.” Bij aanvang tekenen de studenten een contract dat ze het schooljaar afmaken, want er wordt veel in ze geïnvesteerd. Dekkers: ,,Waar ik naartoe wil, is dat studenten elkaar gaan tippen: dáár moet je een stageplek bemachtigen. Daar word je écht opgeleid voor de toekomst.”

KC Theresia is praktijklocatie van zowel ‘Opleiden in de school’ als het ‘IKC-lab’. De eerste karakteriseert Dekkers als een meer formeel traject, waaraan hij zijn eigen draai geeft. Het IKC-lab is een broedplaats voor praktisch toepasbare kennis. Binnen het IKC-lab praten de mensen van Theresia met bijvoorbeeld pabo’s en roc’s over het curriculum binnen de verschillende opleidingen. Dekkers: ,,Dat is spannend, maar ook een mooie stap, dat praktijk en opleiders samen kijken naar wat de medewerker van de toekomst moet kennen en kunnen.”

Integraal besturen: gelijkwaardigheid is de sleutel

Ad Vos en Monique Fluitsma vertellen in hun middagsessie wat er komt kijken bij een bestuurlijke fusie tussen kinderopvang en onderwijs. PIT Kinderopvang en Onderwijs in Zwijndrecht en omstreken is nu sinds twee jaar officieel samen. Daar ging een jaar voorbereiding aan vooraf. Samen zijn Fluitsma en Vos zo’n beetje alle mogelijke beren op de weg tegengekomen: van een twee jaar (!) durende procedure om fiscaal partner te worden om btw-vrij personeel te kunnen uitwisselen, tot een advocaat op Vos zijn dak van één van de kinderopvangorganisaties waarvan hij afscheid moest nemen. Als het duo het publiek één ding goed in de oren wil knopen, is het wel: zorg dat je goed juridisch-statutair advies in wint. Maar het belangrijkste: de gelijkwaardigheid tussen kinderopvang en onderwijs. Dat zie je terug in alles, van het logo tot en met de besluitvorming. Het 2-koppige college van bestuur doet alles in overleg.

Niets is zo frustrerend op de werkvloer van een IKC als verschillende bazen die verschillende doelen nastreven

Vergroten van je marktaandeel of veilig stellen van instroom moet niet de reden zijn om bestuurlijk samen te gaan, benadrukken Fluitsma en Vos. Het is het adagium van de dag: áls je het doet, doe het dan vanuit een gezamenlijke visie op het opgroeien van kinderen. De fusie betekende in het geval van Vos’ voormalige schoolbestuur dat alle negentien locaties mee moesten in de ontwikkeling naar een IKC, als ze dat niet al waren. Daar waren in sommige gevallen veel gesprekken voor nodig.

Goed voor de gunfactor

En heeft een integraal bestuur meerwaarde voor de werkvloer? ,,Absoluut”, stellen beiden. ,,Niets is zo frustrerend op de werkvloer van een IKC als verschillende bazen die verschillende doelen nastreven. Je ziet dat de onderlinge gunfactor hierdoor ook enorm is toegenomen.”

Ondanks het intensieve traject en ondanks de gescheiden geldstromen, cao’s en verschillende wettelijke kaders, raden Fluitsma en Vos iedereen aan om het te doen, integraal besturen. In de omgeving van Zwijndrecht schieten de IKC’s nu ook bij de concullega’s als paddestoelen uit de grond, ziet Vos. ,,Mensen gaan inzien dat deze beweging niet meer stopt. Over 10, 20 jaar is iedereen om.”

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten