Nieuws

Betrokkenen positief over 10-14 onderwijs maar wettelijke knelpunten blijven

Wat levert 10-14 onderwijs op voor de schoolloopbaan van leerlingen? Het is nog te vroeg om daar iets over te zeggen, concluderen onderzoekers in de Eindrapportage Monitor 10-14 onderwijs. Drie jaar lang volgden ze de ontwikkeling van twaalf 10-14 initiatieven. Leraren, leerlingen en ouders zijn over het algemeen positief. Het rapport wijst op een aantal al bekende, wettelijke knelpunten voor het organiseren van dit onderwijs.

Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoeks- en adviesbureau Oberon in opdracht van het Ministerie van OCW. Een eerste initiatief voor 10-14 onderwijs startte in 2012 en in 2018/2019 telde Nederland twaalf van zulke scholen. De 10-14 initiatieven willen een soepele doorstroom van po naar vo.

Succesfactoren en aandachtspunten

Over de opbrengst van 10-14 onderwijs voor de schoolloopbaan van de leerlingen is in dit stadium nog niets te zeggen, constateren de onderzoekers. Maar leraren, leerlingen en ouders zijn over het algemeen tevreden. Als succesfactoren worden genoemd:

  • kleinschaligheid
  • gemotiveerd en enthousiast personeel
  • zelfstandigheid bij leerlingen
  • een goede voorbereiding
  • gezamenlijk bestuur voor po en vo

Specifieke punten waar scholen op moeten letten zijn onder meer de kwaliteitsborging, vooral als het gaat om de overdraagbaarheid van werkwijzen en producten, en de continuïteit van de schoolloopbaan van leerlingen. Veel initiatieven hebben nog beperkt zicht op hoe het de leerlingen vergaat na hun overstap naar een reguliere vo-school.

Wettelijke knelpunten

En dan zijn er een aantal wettelijke regels, die het verder brengen van het 10-14 onderwijs belemmeren. Het stelsel van bevoegdheden bijvoorbeeld beperkt po-leraren om les te geven in het vo en vice versa. Als oplossing daarvoor startte een experiment Teambevoegdheid: als het 10-14 onderwijsteam gezamenlijk de benodigde bevoegdheden bezit, hoeft dit niet te gelden voor elke individuele leraar.

Daarnaast zijn knelpunten:

  • De verschillende cao’s voor het po en vo, waardoor leraren met een bevoegdheid voor po of vo een verschillende waardering krijgen voor dezelfde werkzaamheden
  • Administratieve last, veroorzaakt door gescheiden geldstromen van po en vo en doordat een 10-14 initiatief onder verschillende BRIN-nummers valt
  • Veel 10-14 initiatieven zouden liever werken zonder eindtoets en schooladvies. Ze zien de eindtoets als een tussentoets en het schooladvies als een tussentijds advies.
  • De Inspectie van het Onderwijs ziet de 10-14 initiatieven niet als één geheel maar als onderdelen van verschillende po- en vo-scholen, die apart worden bezocht.

De PO-Raad en VO-raad willen toewerken naar een kansrijker onderwijsstelsel met een doorgaande ontwikkellijn van 0 tot 18 jaar. Één Wet voor het funderend onderwijs past daarbij. En toetsing is wat ons betreft een middel om te differentiëren en niet om op 11/12-jarige leeftijd te selecteren.

10-14 onderwijs groeit

De verschillende 10-14 initiatieven worden niet verder gevolgd door dit onderzoek. Demissionair minister Slob schrijft in de begeleidende brief bij het rapport aan de Kamer dat keuzen over de overgang po-vo aan zijn opvolger zijn.

De 10-14 initiatieven gaan de komende periode uiteraard gewoon door. Momenteel zijn er ruim twintig van deze initiatieven, en starten er komend schooljaar in ieder geval vier nieuwe.