Nieuws

Jelmer Evers: ‘Zonder strategie blijft het debat over latere selectie luchtfietserij’ 

Het debat over latere selectie in het Nederlandse onderwijs laait regelmatig op. Jelmer Evers, voormalig docent, vakbondsbestuurder en nu directeur bij de Europese koepel van onderwijsvakbonden (ETUCE), erkent de voordelen van later selecteren, maar waarschuwt dat zonder een strategische aanpak veranderingen uitblijven. “Als je dit serieus wilt veranderen, moet je de sector meekrijgen, anders gebeurt er niets.” 

“Onderwijskundig is het helder: later selecteren heeft voordelen. Maar dat zeggen we al vijftig jaar, en er gebeurt niets. Waarom? Omdat het puur ideologisch wordt ingestoken. ‘Dit is beter voor kinderen, dus we moeten het doen.’ Maar niemand lijkt na te denken over hoe je het daadwerkelijk realiseert.” 

Daar zit volgens Evers het fundamentele probleem. “We praten erover alsof het een kwestie is van simpelweg een ander moment kiezen, maar we negeren de realiteit. De sector moet mee, en als je dat niet strategisch aanpakt, strandt het plan.” 

Weerstand vanuit het voortgezet onderwijs 

“Wat vaak wordt onderschat, is hoe diep de structuur van het voortgezet onderwijs verankerd is,” stelt Evers. “Het hele systeem is opgebouwd rond vakken. Docenten zien zichzelf primair als vakdocent: 'Ik ben wiskundeleraar' of 'Ik ben geschiedenisleraar'. Dat is anders dan in landen waar leraren breder bevoegd zijn en een meer pedagogische rol hebben.” 

Hij wijst erop dat eerdere pogingen tot hervorming hierop ook zijn stukgelopen. “In de jaren zeventig was er een sterke beweging richting de middenschool, waarbij leerlingen langer samenbleven. Dat plan werd uiteindelijk getorpedeerd door een krachtige lobby vanuit het voortgezet onderwijs en politieke partijen die zich zorgen maakten over de verwatering van vakinhoudelijke kennis.” 

Die weerstand is er nog steeds. “Het voortgezet onderwijs heeft een sterke beroepsidentiteit en goed georganiseerde vakverenigingen. Die gaan niet zomaar akkoord met een ingreep die hen dwingt om fundamenteel anders te werken. En dat is begrijpelijk, want hoe zorg je ervoor dat leraren goed kunnen lesgeven als je opeens met veel bredere, heterogene groepen werkt?” 

Goed nadenken over de gevolgen 

In de discussie wordt vaak verwezen naar landen waar later wordt geselecteerd. Maar volgens Evers worden die systemen niet altijd goed begrepen. “Ja, in de VS, Zweden of Ierland vindt formeel later selectie plaats, maar er wordt nog steeds wel intern gedifferentieerd, of er is sprake van een veel groter aandeel van privaat onderwijs. Er zijn geen harde selectiemomenten, maar leerlingen volgen intern soms wel degelijk vakken op verschillende niveaus. Het is een hybride model. 

Het beeld dat soms bestaat dat ze tot zestien jaar een soort basisschoolachtige setting hebben, klopt niet. Er is vaak sprake van een middenschool met vakdocenten. Er is veel meer nuance. En veel landen zonder vroege selectie hebben een examenmoment rond zestien jaar, en dan een vwo-examen rond 18/19 jaar. Dat is wel een forse ingreep.” 

Daarnaast biedt Nederland een breed scala aan schooltypes. “Ik denk niet dat er een land is dat zoveel keuzes heeft,” stelt Evers. “Dit is aan de ene kant positief, maar het brengt ook ongelijkheid en concurrentie met zich mee. De middenklasse en elite weten precies welke scholen hun kinderen ten goede komen en maken daar gebruik van, Gymnasia, technasia, tweetalig onderwijs – dat zijn allemaal structuren die sociale stratificatie versterken. Maar de inherente marktwerking in ons onderwijs haal je ook niet zomaar weg met een later selectiemoment. 

Vergeet ook niet dat Nederland iets heeft wat andere landen veel minder hebben: sterk beroepsonderwijs. Veel landen hebben moeite om hun mbo goed te organiseren. Nederland heeft dat relatief goed voor elkaar. Dat komt mede door ons systeem. Als je alles zomaar omgooit, moet je goed nadenken over de gevolgen.” 

Niet blindstaren op het selectiemoment 

“Onderwijskundig ben ik het ermee eens dat we te vroeg selecteren, maar de verwachtingen van deze ingreep zijn te hoog gespannen. Je haalt hiermee de onderliggende ongelijkheid niet weg." Volgens hem moet er vooral gekeken worden naar randvoorwaarden: kleinere klassen, meer ondersteuning, betere begeleiding. "Dat doet veel meer voor kansengelijkheid dan het verschuiven van het selectiemoment. Als je een paar goede docenten hebt en het is allemaal behapbaar, dan is dat alles wat je nodig hebt om goed onderwijs te geven.” 

Daarnaast speelt de onderwijsinspectie een rol. “Die stuurt enorm op rendement. Maar wat als een leerling acht jaar over zijn diploma doet en daardoor niet uitvalt zoals we bij ons op school hebben gedaan? Ik vind dat een succesverhaal, maar volgens het huidige systeem is dat een rode vlag.” 

De randvoorwaarden goed regelen 

“Als je dit doorvoert, moet je het goed doen. Dat betekent dat je de randvoorwaarden goed regelt. Hoe zorg je dat docenten goed les kunnen geven in heterogene groepen? Wat betekent dit voor de bekostiging van scholen? Hoe zorg je dat de weerstand afneemt?” 

Het debat over later selecteren moet serieuzer gevoerd worden volgens Evers. “Het wordt nu vaak gedreven door wensdenken. Maar als je geen plan hebt om de sector mee te krijgen, als je geen randvoorwaarden stelt, als je niet nadenkt over de politieke haalbaarheid — dan gebeurt er niks. Dan blijft het luchtfietserij.”  

Vijf experts over later selecteren
In aanloop naar het debat Onderwijskansen sprak de PO-Raad met experts over later selecteren. Lees de interviews op de verzamelpagina

Leerling is aan het werk

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten