Referentieniveaus

Elke leerling moet de vakken taal en rekenen beheersen. Wat een leerling precies moet kunnen, is vastgelegd in referentieniveaus. Zo kan een school zien hoe een leerling zich ontwikkelt en de referentieniveaus gebruiken om schoolbrede resultaten te verbeteren. 

Wat zijn de referentieniveaus voor taal en rekenen? 

De referentieniveaus beschrijven wat een leerling op een bepaald moment in zijn schoolloopbaan moet beheersen op het gebied van taal en rekenen. De referentieniveaus zijn vastgesteld voor po, vo en mbo voor een soepele aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs. 

Voor het primair onderwijs zijn twee niveaus vastgesteld voor lezen, taalverzorging en rekenen: 

  • Niveau 1F: fundamenteel niveau, geeft aan waar een leerling aan moet voldoen 

  • Niveau 1S: hoger streefniveau, geeft aan waar een leerling naar toe kan werken 

De niveaus zijn van toepassing op het (speciaal) basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG).  

Leerlingen werken samen in de klas in een schrift

Onderwijsresultaten verbeteren 

Al jaren laat het Nederlandse onderwijs een dalende score zien op het gebied van taal en rekenen. De referentieniveaus stimuleren scholen om te werken op meer opbrengstgerichte manier en zo de taal- en rekenprestaties te verbeteren.  

Met behulp van het onderwijsresultatenmodel van de inspectie kun je inzichtelijk maken hoe jouw school ervoor staat ten opzichte van andere scholen - met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Zo zie je of je resultaten haalt die je mag verwachten. Aan de slag met eigen resultaten? Gebruik de handreiking stap voor stap om zelf ambitieuze en realistische schoolnormen te bepalen

Links 

> Meer informatie over de referentieniveaus Taal en Rekenen vind je op de website van de SLO.

> Aan de slag met je eigen resultaten? Gebruik de handreiking stap voor stap naar schooleigen doelen.