Zo’n 750 scholen met kwaliteitsproblemen klommen met hulp van analisten en zogenoemde vliegeniers van Goed worden goed blijven uit de put. Het programma van de PO-Raad speelde daarmee de afgelopen tien jaar een belangrijke rol bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Maandag stond de PO-Raad hier in een symposium bij stil.

De Don Bosco school van schoolleider Linda Verbeek stond er niet zo goed voor toen ze er in 2015 directeur werd. De school zat vast in jarenlange tradities, leraren stonden er al dertig jaar voor dezelfde groep en bij elkaar in de klas kijken om van elkaar te leren, dat gebeurde vrijwel nooit. Toen de school ook nog voor de derde keer op rij onvoldoende eindopbrengsten haalde op de eindtoets, velde de Inspectie van het Onderwijs een snoeihard oordeel: De Don Boscoschool was zeer zwak.

Dankzij het lef van Verbeek – ze had al haar leraren bijvoorbeeld van groep laten wisselen -, de inzet van haar schoolteam – uiteindelijk hielp iedereen mee  - en de ondersteuning van Goed worden goed blijven lukte het om in een jaar tijd te veranderen in een school van basiskwaliteit. Een analist van het programma hielp om zicht te krijgen op zwakke plekken. Met een vliegende brigade, een team van deskundigen, en haar bestuur stelde Verbeek een plan van aanpak op. Tegenwoordig kijken leraren maandelijks bij elkaar in de klas, krijgen zij coachingsgesprekken en scholing en is feedback geven aan elkaar een gewoonte.

Het is dit verhaal dat Verbeek op het symposium uit de doeken doet. Een herkenbaar beeld voor de aanwezigen in de zaal: veel analisten en brigadiers, maar ook schoolbesturen en schoolleiders die uit hun eigen ervaring weten wat het is om een zwakke of zeer zwakke school te hebben gehad.

Samenwerken aan verbetering

We vieren dan ook niet dat we tien jaar lang zwakke scholen hebben gehad, benadrukt even eerder Anneke van der Linde, projectleider van Goed worden goed blijven. ,,We vieren dat we erin geslaagd zijn om samen te werken aan verbetering. En dat het als school dan vrijwel altijd lukt om van basiskwaliteit te worden.’’

Belangrijk, stelt Van der Linde, sinds het eerste uur betrokken bij het programma. ,,Want op een zeer zwakke school zitten kinderen, en je wilt dat de periode dat een zij op een zeer zwakke school zitten, zo kort mogelijk is.’’

Precies dat was ook een van de drijfveren van de PO-Raad om in 2009 met het programma te starten. Inmiddels heeft de PO-Raad ook een ondersteuningsprogramma voor schoolbesturen omdat de inspectie haar toezicht tegenwoordig begint bij het schoolbestuur. Dat moet laten zien hoe het zijn kwaliteitszorg heeft geregeld. En ook voor scholen is het programma er nog gewoon. En dat zal ook nog wel even zo blijven, voorspelt Van der Linde. De inspectie hanteert sinds 2017 een nieuw onderzoekskader en kijkt breder dan vroeger naar onderwijskwaliteit. Die brede blik levert ook weer meer zwakke scholen op.

Ambities

,,Ik gun iedere bestuurder een zwakke school’’, zegt Anko van Hoepen, vicevoorzitter van de PO-Raad in zijn speech ,,Omdat het hebben van een zwakke school een enorm leerzame ervaring is. Het is een wake-up call omdat het dwingt na te denken over je ambities.’’ Die ambities horen volgens Van Hoepen hoger te liggen dan de eisen van de inspectie, dat zijn immers minimumnormen. Als je die haalt, kom je in feite maar ‘net boven het randje’ uit. We willen meer, beter, zegt Van Hoepen. ,,Voor onze kinderen.’’

In een vlammend en geestig betoog legt ook Toon Gerbrands uit hoe hij dat vroeger in zijn eigen sportcarrière en nu als Algemeen directeur van PSV organiseert. ,,Succes wordt achteraf vaak verklaard, maar van tevoren nooit benoemd’’, zegt hij. Terwijl juist dat zo belangrijk is, een doel benoemen zodat je daar samen aan kunt werken, ,,dat is essentieel’’.

Precies dat is wat Linda Verbeek en de medewerkers van de Don Bosco school doen. Hun doel: in 2020 het label ‘ goed’  krijgen. En als het even kan, daarna doorpakken en excellent worden.