NPO: De scholen van Octant leren in hun Taskforce Onderwijskwaliteit van elkaars data
Al voor er sprake was van een NPO vormden de scholen van Octant een Taskforce Onderwijskwaliteit. Doel: goede elementen van het afstandsonderwijs behouden. De Taskforce is een plek van verbinding en inspiratie, vertelt schooldirecteur Marjolein Brouwer, waar nu plannen voor het NPO worden uitgewisseld. ,,Het mooie van het NPO is dat dat ons dwingt te kijken naar wat er echt gebeurt.”
Octant telt negen basisscholen in Pijnacker, Nootdorp, Den Haag en Delfgauw. In die laatste plaats staat Brouwers school, De Traingel. Na de eerste scholensluiting zag de directeur hoe het onderwijs op haar school weer doorging alsof er nooit wat gebeurd was. Zonde, vond ze, want het afstandsonderwijs had ook goede innovaties tot stand gebracht. Dat het kinderen bijvoorbeeld goed doet als ze ruimte krijgen om op hun eigen manier en moment te werken. ,,Waarom niet languit op de grond? Of op de schommel?”, schetst ze. ,,En waarom altijd meteen na de instructie aan de slag? Sommige kinderen hebben er baat bij even te pauzeren om daarna aan het werk te gaan.” Ook opvallend: Kinderen hebben minder directe aansturing en begeleiding nodig dan hun leraren dachten. Bovenbouwleerlingen gaan over het algemeen echt zelf aan de slag.
Meer ruimte en minder aansturing, die twee elementen wilden Brouwer en haar team behouden. Maar hoe? In het directeurenoverleg bleek Brouwer niet de enige met deze vraag. De Octantscholen besloten samen op te trekken en de Taskforce Onderwijskwaliteit was een feit.
Het wiel niet zelf uitvinden
In die Taskforce zitten directeuren, leerkrachten, ib’ers, kwaliteitszorgmedewerkers en experts. Toen het NPO werd gelanceerd, zegt Brouwer, gaf dat een impuls om te leren van de data van andere scholen. Om zich heen hoorde ze irritatie bij directeuren over het keuzemenu: Waarom wordt er geen vertrouwen in ons gesteld? Waarom moeten we kiezen uit geselecteerde, effectief bewezen interventies? ,,In de Taskforce zeiden we tegen elkaar: We zitten hier omdat we niet individueel het wiel willen uitvinden. Dan moeten we juist die effectieve interventies aannemen. ,Welke informatie is waardevol om beleid op te maken? Welke trends zien we? Het mooie van het NPO is dat dat ons dwingt te kijken naar wat er echt gebeurt.”
De opbrengsten op de Octant-scholen zijn in orde, met hier en daar een uitvaller uiteraard. De schoolscans leverden een aantal inzichten op: Op zeven van de negen scholen zijn sterke leerlingen minder dan verwacht gegroeid bij begrijpend lezen. NT2-leerlingen hadden meer moeite om aan het haken, niet alleen bij taal maar ook op sociaal-emotioneel gebied. En op de Triangel maakten veel zwakke leerlingen een groeisprongetje. Brouwer verklaart dat door de vorm waarin haar leraren tijdens het afstandsonderwijs instructies gaven: op drie niveaus waarbij elk kind alleen naar de instructie kwam die voor hem van belang was. Dat laatste heeft ze bijvoorbeeld opgenomen in haar NPO-plannen: met gerichtere instructies te sturen op leerwinst.
Cruciale interventies en tweejarige projecten
De Octant-scholen maken in hun schoolplannen onderscheid tussen cruciale interventies om leervertragingen in te lopen en projecten die nog verder uitgewerkt worden. Zo gaat De Triangel meteen investeren in de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen, remedial teaching voor het inlopen van leervertragingen en het opleiden en professionaliseren van personeel. Daarnaast loopt het tweejarige project Functiedifferentiatie. Ook investeert de school in het laten herinrichten van het LVS om de data daarin beter te kunnen analyseren. Een wens die langer leefde, maar dankzij het NPO is er het geld om dat te láten doen.
Bij alle plannen hebben de Octantscholen natuurlijk het NPO-doel (leervertraging inlopen) voor ogen. Maar ze leggen ook de link met andere maatschappelijke problemen als het lerarentekort en inclusiever onderwijs. ,,Het NPO kan leiden tot een duurzame onderwijsverbetering voor Nederland, maar alleen als je het duurzame aspect van begin af aan voor ogen hebt”, zegt Brouwer daarover.
Supermooi
Ziet ze geen hobbels op de weg? Ja, natuurlijk wel, zegt Brouwer. ,,Er is weerstand op het hoge tempo bij de scholen. De MR’en hebben zorgen om de werkdruk bij de uitvoering van de plannen. Ik zie een groot gevaar in inhuur van bureaus die het probleem van het lerarentekort alleen maar versterken. En we zijn allemaal gespitst op het zoeken van oplossingen die blijven bestaan als het geld straks op is. In dat licht is er ook onzekerheid over het tweede NPO-jaar. De communicatie over NPO en de definitieve bedragen kwamen heel laat. Wat gebeurt er na de evaluatie volgend jaar?”
Maar al met al, zegt Brouwer, vindt ze het gewoon ‘supermooi’ dat het kwam, dat NPO. Brouwer: ,,Ik herken de weerstand in onderwijsland: eerst krijgen we niets en nu dit. Maar ik denk: dit is een kans en laten we die pakken.”
Op de website van Octant lees en zie je meer over de Taskforce Onderwijskwaliteit