Schoolbestuurder Eveline Driest: ''We moeten als vereniging aan de slag met het wegnemen van bestuurlijke eenzaamheid”
Welke factoren zijn van invloed op schoolbesturen met een goede of onvoldoende kwaliteit? Over deze vraag heeft de Verenigingscommissie Onderwijskwaliteit zich gebogen. Drie schoolbestuurders uit deze commissie geven een inkijkje in de uitkomsten, het proces én wat de vereniging te doen staat.
,,We zijn gestart naar aanleiding van de Staat van het Onderwijs van vorig jaar”, zo trapt Eveline Driest, voorzitter College van Bestuur van Stichting Sophia Scholen af. ,,We maakten ons zorgen over de kwaliteit en besloten hier helemaal in te duiken. Dit heeft geleid tot een data analyse van 62 inspectierapporten verrijkt met verdiepende interviews met schoolbesturen.”
,,Hierbij ging het enerzijds om de vraag ‘wat valt op als je al die rapporten naast elkaar legt?’ en anderzijds om de inkleuring van schoolbesturen op te halen. Dat laatste is onze rol geweest”, vult Maarten Bauer, bestuurder bij Stichting mijnplein aan. ,,Denk hierbij aan aspecten als voorbereiding. Hoe bereid je je als bestuurder voor op een inspectiebezoek en welke accenten leg je in je presentatie? Maar vervolgens: het rapport ligt er en dan? Is er taart en slingers of staat je wat te doen? En wat doet het rapport met de mensen in jouw organisatie?”
Zich laten verrassen
,,Al snel hadden we door dat we iets te pakken hadden wat meer besturen bezighield”, reageert Driest. ,,Binnen een mum van tijd melden zich schoolbestuurders zich om mee te werken aan de interviews, zowel met een goede als een onvoldoende beoordeling. Wat mij verraste is dat bestuurders zich lieten verrassen door de inspectie. Een startgesprek kun je voorbereiden, het is niet verstandig om hier open in te gaan. Je krijgt een oordeel over de foto en niet over de film.”
,,Het is overigens nadrukkelijk niet de bedoeling om door het hoepeltje van de inspectie te springen. Daar is deze analyse niet voor bedoeld”, vult Marjan Bastiaansen-Ars, lid College van Bestuur van Albero Scholen aan. ,,Maar wel om scherper te krijgen waar succes- en risicofactoren liggen, om hiervan te leren. Een onafhankelijk adviseur heeft ons hierbij geholpen door de verdiepende analyse op de inspectierapporten uit te voeren.”
Bestuurlijke eenzaamheid
,,Uit de cijfers blijkt dat 60 procent van de schoolbesturen met een onvoldoende eenpitter is”, licht Bauer toe. ,,Ik heb vier eenpitters geïnterviewd waarbij met name de bestuurlijke eenzaamheid is opgevallen. Niet goed weten hoe je ervoor staat en geen referentiekader hebben, maar ook het gebrek aan ondersteuning en tijd.”
Driest vult aan: ,,Als vereniging hebben we een opdracht in het wegnemen van die eenzaamheid. Dit is ook een van de redenen waarom er een Kennisgroep Kwaliteitszorg voor bestuurders is opgericht. Niet iedereen heeft een kwaliteitszorgmedewerker in dienst. Binnen deze Kennisgroep kunnen bestuurders met elkaar sparren en blijven ze op de hoogte van ontwikkelingen.”
Elkaar helpen en aanspreken
Bauer: ,,In de Strategische Agenda van de PO-Raad hebben we opgenomen dat de onderwijskwaliteit overal op orde is. Ik beschouw deze agenda als ons ‘clubplan’. We hebben hier iets te doen. Het werken aan een cultuur waarin we actief hulp aanbieden of juist om hulp vragen. Een bestuur dat niet om hulp vraagt en toch door het ijs zakt moet aangesproken worden. Dit straalt af op de hele sector.”
,,We moeten met elkaar de schouders eronder blijven zetten, nóg actiever dan we nu al doen, reageert Bastiaansen-Ars. ,,De leden van de PO-Raad mobiliseren om met elkaar de kwaliteit vast te houden en te verbeteren. Als bestuurder ben je verantwoordelijk voor goed onderwijs. Wat mij tijdens de interviews is opgevallen is dat niet altijd bekend is dat je ook bij de PO-Raad ondersteuning kunt vragen. Een ander punt is de rol van het intern toezicht. De inspectie mag hier niets van vinden maar het lijkt wel alsof ze het meenemen in het oordeel.”
Onderwijskwaliteit is per definitie breed
,,Er ligt nog een grote uitdaging om weg te blijven bij de smalle definitie van kwaliteit”, vindt Bauer. Dit gaat verder dan het op orde hebben van de resultaten uit toetsen. Onderwijskwaliteit is per definitie breed. We hebben een pedagogische opdracht in het onderwijs en dát is onze centrale opdracht. Als we elkaar helpen om door het hoepeltje van de inspectie te springen dan zijn we geen knip voor de neus waard.”
,,Als bestuurder pak je je verantwoordelijkheid rondom kwaliteit, vult Bastiaansen-Ars aan. We moeten laten zien dat we de publieke middelen zo goed mogelijk inzetten en zichtbaar en bereikbaar zijn voor onze professionals. Ik loop dan ook de klas binnen, om te weten wat daar gebeurt en wat daar nodig is voor goed onderwijs.”
Werken aan bestuurlijke kwaliteit is ook dat je kritisch naar jezelf blijft kijken. In je organisatie en je bestuurlijk handelen. Ben ik de juiste persoon voor deze klus, doe ik de juiste dingen en zit ik op de juiste plek?”, zo besluit Driest.
Meer informatie?
Download het rapport 'Meer zicht op de bestuurlijke kwaliteit in het primair onderwijs'.