Werken met het Referentiekader taal en rekenen
Introductie
In deze minicursus neemt onderwijsadviseur Emila Bijl je mee in het werken met het Referentiekader taal en rekenen. Hoe gaat het in z’n werk, waarom is het kader belangrijk en hoe kan je met de referentieniveaus verantwoording afleggen over je onderwijs? Aan het einde van de minicursus weet je wat je met dit Referentiekader kunt om je onderwijs te verbeteren. Ook kan je daarna zelf aan de slag met behulp van de handreiking Stap voor stap naar schooleigen doelen.
Emila Bijl deelt in deze introductievideo meer informatie over het Referentiekader. Wat is het precies? En wat is het verschil tussen referentieniveaus en kerndoelen?
Referentieniveaus
Het taaldeel van het Referentiekader bevat de domeinen lezen, schrijven, mondelinge taalvaardigheid, begrippenlijst en taalverzorging. Rekenen is ingedeeld in de domeinen getallen, verbanden, verhoudingen en meten en meetkunde. Voor al deze domeinen zijn referentieniveaus vastgesteld. Hoe zitten deze niveaus in elkaar? En hoe kan je op basis van deze niveaus je onderwijs inrichten?
Verantwoording
Het werken met referentieniveaus helpt scholen de onderwijsresultaten te behalen die ze mogen verwachten als je kijkt naar de leerlingpopulatie op school en naar de uitstroom van de leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Ook de inspectie kijkt bij hun beoordeling naar de behaalde percentages van de fundamentele en streefniveaus. Hoe kan je de referentieniveaus inzetten voor de verantwoording van je onderwijs(resultaten)?
Hoe weet je of je schoolambities uitdagend genoeg zijn en passen bij de leerlingen op je school? Je kan dit onderzoeken door jouw leeropbrengsten te vergelijken met die van scholen met eenzelfde schoolweging. Dat doe je met de handreiking Stap voor stap naar schooleigen doelen.
Als je nog een stapje verder wilt gaan, kan je bekijken of de behaalde percentages passen bij de uitstroom van jouw leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Emila Bijl legt uit hoe je deze verdiepingsstappen maakt.