Directeur Constanze Kappelmann: ‘Die Samen naar School klas is het gewoonste klasje van de school’
’s Ochtends, als een leerling en zijn zusje met zware epilepsie gewoon samen door de schoolpoort binnenlopen, dan ziet directeur Constanze Kappelmann waar ze het voor doen, die Samen naar School klas. Dat dit meisje niet hoeft te reizen, dat de onderwijzers merken dat ze groeien omdat het soms schuurt, dat alle kinderen zien: we zijn verschillend. ,,Dit is geleefde inclusiviteit.”
Inclusief vrijeschoolonderwijs
Kappelmann werd tweeënhalf jaar geleden directeur van de Adriaan Roland Holstschool in Bergen. Nog voor haar aantreden zat ze met het samenwerkingsverband aan tafel voor de financiering van een Samen naar School klas. ,,Ik kreeg het in de schoot geworpen”, blikt ze terug. Ouders van kinderen met het syndroom van Down stapten drie jaar daarvoor naar de school met een vraag om inclusief onderwijs. Ze droegen de vrijeschool een warm hart toe en wilden heel graag dat hun kind op een reguliere school dat vrijeschoolonderwijs kon genieten. De ib’er en toenmalig directeur voelden er wel voor, creëerden draagvlak bij andere ouders en collega’s en ze kwamen uit op een Samen naar School klas.
Het samenwerkingsverband wilde de uitdaging wel aan. ,,Zie jij het zitten?”, vroeg iemand nog aan de kersverse directeur. ,,Ik heb geen idee waar ik ‘ja’ op ga zeggen”, antwoorde Kappelmann. Een opmerking die Astrid Ottenheym, de directeur van het samenwerkingsverband, toen maakte, bleef haar bij. ,,Ze zei: ,Maak je maar niet te druk, de kinderen lossen het wel op’. En zo is het ook gegaan. Die Samen naar School klas is het gewoonste klasje van de school.”
Dat klasje zit aan de kleutergang, in een extra lokaal. Dat heeft kenmerken van een kleuterklas: er heerst een huiskamersfeer, maar dan met een schoolbord, een keuken en een invalidentoilet. Kinderen moeten immers verschoond kunnen worden.
Onderwijs én zorg
Verschoond ja. In een Samen naar School klas geef je namelijk onderwijs én zorg. ,,Dat zijn niet alleen twee takken van sport”, weet Kappelmann. ,,Het zijn ook twee financieringskanalen.” Elk kind in deze klas heeft een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband en de school krijgt op basis daarvan middelen. Daarnaast is er natuurlijk de reguliere bekostiging per leerling. De school koopt zorg in die in de klas geleverd wordt.
Ik zei als directeur: ,We hebben het heel goed hier in Bergen. En nu kunnen we verder groeien doordat het schuurt. Hier leren we van, allemaal.
Aan de start kwamen er nog middelen van stichtingen zoals NSGK, Iona stichting, handicap.nl. Ook werden middelen van het schoolbudget ingezet. ,,We waren heel dankbaar voor die extra middelen en startten met vier leerlingen. Maar ik zag meteen de gaten in het businessplan”, blikt Kappelmann terug. ,,We zouden heel goedkoop zorg moeten inkopen.” Dat weigerde ze. ,,Al wisten we dat het een financieel risico was, we kochten professionele zorg in. Je wilt meteen kwaliteit kunnen leveren.” Met veel geduld en inzet wist ze daarvoor nog wat subsidie voor innovatie los te peuteren bij de gemeente. Twee jaar later staat er een klasje van acht leerlingen dat financieel gezond is.
Integratie
Op de groep staan altijd één onderwijzer en één zorgmedewerker. Met soms extra begeleiding door externen. Elk kind wordt op zijn eigen niveau bediend. Zelfredzaamheid is een belangrijk leerdoel bij deze kinderen. Maar de school heeft ook gekozen voor een methode om de kinderen te leren lezen, schrijven en rekenen. ,,Het is niet des vrijeschools, maar hebben er wel mooi succes mee”, zegt de pragmatische Kappelmann.
De weekopening en seizoensfeesten worden samen gevierd. En op zogeheten ‘integratiemomenten’ haken de Samen naar School-leerlingen aan bij andere klassen, of andersom. Dat laatste ging niet zonder slag of stoot, vertelt Kappelmann. Er leek een breed draagvlak voor de Samen naar School klas, maar toen die er was stonden onderwijzers niet te springen om een integratietraject te begeleiden. ,,Want dat is ingewikkeld. Ik zei als directeur: ,We hebben het heel goed hier in Bergen. En nu kunnen we verder groeien doordat het schuurt. Hier leren we van, allemaal.”
Ze horen er gewoon echt bij. Deze kinderen zijn geen mascottes, daar hebben we voor gewaakt.
Niet meer bijzonder
Nu, twee jaar later, is de Samen naar School klas niet meer weg te denken. ’s Ochtends, vertelt Kappelmann, voelt ze het sterkst hoe mooi dit klasje is voor de héle school. ,,Dan komt iedereen door de hoofdpoort binnen en elke klas verzamelt op een plekje. Het mooiste moment vind ik als ik een broer en zijn zusje dat zware epilepsie heeft, samen de poort door komen. Alle klassen verzamelen en gaan de school binnen. Dat is de essentie van een Samen naar School klas.”
,,Alle kinderen zien: we zijn anders. Dat sommigen van ons een beperking hebben wordt niet gewoon, maar toch ook weer wel”, legt ze uit. ,,Het is niet meer bijzonder. Ze horen er gewoon echt bij. Deze kinderen zijn geen mascottes, daar hebben we voor gewaakt. Je mag iemand uit de Samen naar School klas stom vinden, want dat mag je ook vinden van een andere klasgenoot. Maar ze leren wel begrijpen, zien, omarmen. Dit is geleefde inclusiviteit.”
Lees ook