Inclusief onderwijs in de praktijk
De Verenigingscommissie Onderwijskansen heeft haar visie Inclusief Onderwijs opgesteld. Wat staat er in deze visie en wat kunnen bestuurders doen om deze visie te concretiseren? Een interview met twee leden van de Verenigingscommissie Onderwijskansen over inclusief onderwijs: Ralf Dwars (voorzitter College van Bestuur van Stichting Brigantijn) en Harry Bosma (voorzitter College van Bestuur van Octant).
Thuisnabij onderwijs voor alle kinderen
Begin 2023 zijn binnen de PO-Raad drie Verenigingscommissies van start gegaan met de uitvoering van de strategische agenda, waaronder de Verenigingscommissie Onderwijskansen. Deze Verenigingscommissie stelde begin dit jaar haar visie op inclusief onderwijs vast.
Dwars: “Bij inclusief onderwijs is het van belang dat het verder gaat dan kinderen met een lichamelijke beperking. Het gaat erom dat we ervoor zorgdragen dat kinderen, met welke ondersteuningsbehoefte dan ook, zo veel mogelijk participeren in thuisnabij onderwijs. Een visie biedt aan de ene kant kaders om sturing te geven. Aan de andere kant biedt het ruimte om op lokaal niveau vorm en inhoud eraan te geven. Ook werkt een visie verhelderend voor ketenpartners, zoals de gemeente en jeugdzorg, over wat ieders rol is.”
Nemen, stimuleren en faciliteren van initiatieven
Het is de rol van bestuurders om de visie op inclusief onderwijs een stap verder te brengen richting de praktijk. Volgens Dwars moeten bestuurders de hand in eigen boezem steken. Dwars: “Het gaat er niet enkel om wat directeuren en leraren doen. Wat kunnen we als bestuurders doen om inclusief onderwijs te realiseren? Allereerst is het belangrijk om te beseffen: er is niet één waarheid over inclusief onderwijs. Inclusief onderwijs draait om maatwerk en kijken naar wat er op schoolniveau mogelijk én nodig is. Als bestuurder neem, stimuleer en faciliteer ik daarin initiatieven.”
Dialoog voor draagvlak en eigenaarschap
Dialoog op verschillende niveaus is ook van belang om initiatieven op het gebied van inclusief onderwijs te realiseren. Bosma: “We agenderen het thema inclusief onderwijs regelmatig in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), de medezeggenschapsraad op schoolniveau en in het directieoverleg. Op die manier neem je medewerkers en ouders mee en creëer je draagvlak en eigenaarschap. De rol van de schooldirectie is in deze ook cruciaal. Al vroeg in het proces gaven we bijvoorbeeld presentaties in verschillende overlegorganen over het Samen naar School-initiatief. Daar hebben we gebrainstormd over vragen als: kunnen we ruimte vrijmaken? Hoe ziet dat eruit?”
Moeilijke keuzes
Soms moeten er ook moeilijke keuzes gemaakt worden. Bosma: “Op sommige basisscholen zitten bijvoorbeeld kinderen met het downsyndroom. Continu zijn we dan aan het kijken: wat is er nodig om het te laten slagen? Daarbij kijk je niet alleen naar het kind met de extra ondersteuningsbehoefte, maar ook naar de andere kinderen in de klas. Het is belangrijk om de samenhang in de gaten te houden. Soms moet je daarbij uiteindelijk moeilijke keuzes maken, maar het doel blijft altijd zo inclusief mogelijk een plek op een school, zo dicht mogelijk bij huis, aan te bieden. Dit vraagt actief zoeken, samen met onder andere het samenwerkingsverband, binnen en buiten de eigen stichting.”
Arbeidsmarkt
De huidige krappe arbeidsmarkt biedt volgens de bestuurders kansen op het gebied van inclusief onderwijs. Dwars: “Er ontstaat door het lerarentekort een noodzaak om het systeem te veranderen, waarbij ook gelijk de beweging naar inclusiever onderwijs kan worden betrokken. Denk aan meer samenwerking tussen kinderopvangorganisaties en het onderwijs, en uitwisseling van professionals.”
Bosma vult aan: “Uiteindelijk moeten we toe naar een meer integrale benadering vanuit de verschillende disciplines en professionals. Het multidisciplinair overleg (MDO) is hierbij belangrijk. Dat hebben we bijvoorbeeld in de gemeente Pijnacker-Nootdorp opgezet en bevindt zich nu in de pilotfase. Hierin bespreken we met jeugdzorg, het samenwerkingsverband, de gemeente en het speciaal (basis)onderwijs hoe meer kennis en kunde richting het reguliere onderwijs overgebracht kan worden.”
Kennisuitwisseling zorgt voor impuls
Dwars en Bosma zijn het erover eens dat kennisuitwisseling zorgt voor een impuls op het gebied van inclusief onderwijs. Ralf: “We worden geprikkeld doordat inclusie nadrukkelijk op de agenda staat. Het is al mooi wat we doen, maar het kan altijd beter. De kracht van de PO-Raad zit ‘m in deze kennisuitwisseling en agendering van de beweging naar inclusiever onderwijs richting bestuurders en schoolleiders.
Als bestuurders elkaar periodiek ontmoeten is er de mogelijkheid om het gesprek hierover te hebben, en leer je van wat andere schoolbesturen doen. Op die manier verneem je dat er al veel mooie initiatieven zijn. Daar word ik enthousiast van. Het is zonde als iedereen het wiel opnieuw uitvindt. Het contact met elkaar is daarom erg belangrijk en waardevol.”
Initiatieven inclusief onderwijs
Samen naar schoolklas
Bij een Samen naar school-initiatief zijn er binnen een reguliere basisschool aangepaste klassen voor kinderen met een meervoudige beperking. Bosma: “Op één van onze scholen zijn we een Samen naar School-initiatief gestart. Kinderen met verschillende ondersteuningsbehoeften komen op deze manier in contact met elkaar. Het biedt de kinderen uit deze groep de mogelijkheid om met leeftijdsgenootjes uit de eigen omgeving op te groeien.
Dit is allemaal geregeld in overleg met het ouderinitiatief Stichting Iep, de gemeente, de kinderopvang en het samenwerkingsverband. Het kostte alles bij elkaar anderhalf jaar aan voorbereidingstijd, wat relatief snel is gezien het feit dat er zoveel partijen bij betrokken zijn.”
Integrale kindcentra
Integrale kindcentra (IKC’s) komen op steeds meer plekken van de grond. Daarbij zit alles onder één dak, zoals onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, de GGD en het consultatiebureau. Huisvesting is hierbij belangrijk, want in facilitaire zin moet er ruimte zijn voor aanpalende partijen. Dwars: “Stichting Brigantijn heeft op een aantal locaties IKC’s. Op één van onze basisscholen konden we recent nieuw bouwen, wat kansen bood. Zo zit het consultatiebureau nu in dat IKC. Hierdoor is er al vroeg zicht op ontwikkeling van kinderen.
Daarnaast zit ook het jeugdhulpteam in het gebouw. Dat werkt heel laagdrempelig. Op het moment dat er een vraagstuk ligt voor het jeugdhulpteam, kan iemand er snel bij geroepen worden. Dat is heel anders dan wanneer je ouders moet adviseren om naar de gemeente te gaan om een afspraak te maken met het jeugdhulpteam. Nu is het jeugdhulpteam al onderdeel van het team als ketenpartner, dat wordt ook zo beleefd door de ouders.”
Visie op inclusief onderwijs van de Verenigingscommissie Onderwijskansen
- Inclusiever onderwijs is een beweging, een voortdurende inspanning en intensieve samenwerking tussen partners gericht op het participeren van alle kinderen. Deze samenwerking kent een gezamenlijke pedagogische basis en vindt in toenemende mate plaats binnen integrale kindcentra. Hier worden onderwijs, opvang en zorg aangeboden met een belangrijke rol voor educatief partnerschap van ouders.
- Een inclusieve ontwikkelomgeving is een omgeving waarbinnen verschillen worden omarmd en diversiteit het leidende principe is. Iedereen kan zich binnen een sociaal veilige leer- en werksetting ontwikkelen. Expertise vanuit onderwijs, opvang en zorg zijn dicht bij het kind beschikbaar; de zorg komt naar het kind en niet andersom.
- Voor kinderen waarvoor blijkt dat een gespecialiseerde setting de beste leer- of ontwikkelomgeving biedt, blijft een (tijdelijke) specialistische setting beschikbaar, waarbij integratie met regulier onderwijs het streven is.
- In 2035 bieden scholen en kindcentra een inclusieve ontwikkelomgeving voor élk kind, met of zonder extra ondersteuningsbehoefte en ongeacht cognitieve, fysieke of sociaal-emotionele gesteldheid en culturele achtergrond. We behandelen alle betrokkenen op basis van gelijkwaardigheid en met respect.
- Diversiteit gaat over alle aspecten waarop mensen verschillen. Diversiteit is het uitgangspunt van het leven; het gaat erom hoe je met diversiteit omgaat. Sommige verschillen zijn relevant en sommige niet. Dit is per situatie anders.
- (Inclusiever) onderwijs vraagt om het herkennen en erkennen van verschillen. Zo creëren we een veilige omgeving waarin ieder individu -kind, ouder of medewerker- zich deel voelt van het geheel.