Variawet: maatwerk voor leerlingen die tijdelijk geen onderwijs kunnen volgen
Het is per 1 augustus 2018 mogelijk om meer maatwerk in onderwijstijd te bieden aan leerlingen die tijdelijk geen onderwijs kunnen volgen op reguliere po- en vo-scholen. Dat staat in de variawet passend onderwijs, die eind vorig jaar door de Kamer is aangenomen.
De variawet regelt dat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs met ingang van het schooljaar 2018/2019 meer maatwerk geboden kan worden. Het uitgangspunt is om leerlingen toe te laten groeien naar het volgen van de volledige onderwijstijd. De scholen blijven zelf verantwoordelijk voor het onderwijs en het ontwikkelprogramma en bieden dit in overleg met de ouders/verzorgers aan.
Leerlingen die dat (tijdelijk) niet kunnen vanwege een lichamelijke en/of psychische beperking, hebben op basis van de Leerplichtwet 1969 momenteel recht op een vrijstelling. Hiervoor doen ouders een aanvraag bij de gemeente op basis van een verklaring van een arts, waarna de gemeente deze aanvraag beoordeelt. Dit terwijl deze leerlingen wel baat kunnen hebben bij onderwijs. De inzet van de variawet is om deze leerlingen tijdelijk deeltijdonderwijs te laten volgen. Voor leerlingen die helemaal niet naar school kunnen, blijft echter de mogelijkheid bestaan om op basis van een verklaring van een arts volledig vrijgesteld te worden. Voor zieke leerlingen met bijvoorbeeld de griep blijft artikel 11 onder d van de Leerplichtwet van toepassing: dit blijft een vorm van geoorloofd verzuim.
Op dit moment werkt de inspectie aan een beleidsregel die duidelijkheid geeft over de werkwijze om het tijdelijke deeltijdonderwijs vorm te geven in het regulier onderwijs. Zodra deze beleidsregel bekend is zal de PO-Raad hierover communiceren.
Naast maatwerk staan er meer wijzigingen in de Variawet. Op één uitzondering na treden al deze wijzigingen per 1 augustus 2018 in werking. Lees de volledige wet in het Staatsblad van 20 december 2017.