Nieuws

Week tegen Kindermishandeling: Niets doen is geen optie

Op 1 januari 2018 draagt Rinda den Besten het voorzittersstokje van de Beweging tegen Kindermishandeling over aan een collega uit de sector kinderopvang. In het kader van de Week tegen Kindermishandeling blikken we met haar terug op het eerste jaar van de Beweging: Wat is er bereikt, wat nog niet en welke tips heeft ze voor haar opvolger?
 

Wat heeft de Beweging bereikt in dit eerste jaar?

,,Op allerlei fronten zijn samenwerkingen tot stand gekomen. Het is een cliché, maar in het geval van kindermishandeling essentiëler dan op welk thema ook: Alléén ga je dit niet oplossen; als school niet, als politie niet, en als jeugdwerker, huisarts of consultatiebureau evenmin. Ik heb hoge verwachtingen van de bijeenkomst die we begin volgend jaar organiseren in de regio Utrecht, waarbij kinderopvang, onderwijs en Veilig Thuis met elkaar in gesprek gaan over knelpunten in de samenwerking en verbetermogelijkheden. Ik weet zeker dat ontmoetingen helpen in de bekendheid met en het vertrouwen in Veilig Thuis.

Ook mooi om te noemen is het experiment ‘Operation Encompass’, waarbij school ’s ochtends vroeg een seintje krijgt van de wijkagent, als er de voorgaande avond iets is voorgevallen in een gezin. Zodat de leerling goed wordt opgevangen. Dit staat los van de Beweging tegen Kindermishandeling, maar het laat wel zien dat er steeds vaker over de schutting heen gekeken wordt.”  

Wat deed de PO-Raad zelf om kindermishandeling terug te dringen?

,,Wij denken mee met de bewindspersonen in Den Haag over de uitvoering van wet- en regelgeving in de praktijk. Hoe kunnen we vanuit het onderwijs kinderen in onveilige thuissituaties helpen? En wat is realistisch om te verwachten van scholen? We informeren onze achterban over hun wettelijke plichten en wijzen hen op de ondersteuningsmogelijkheden van onze partner Stichting School & Veiligheid. Op ons congres in juni boden we de vloer aan Salsaparilla, een theatergroep die een fantastische workshop over dit thema verzorgde. En we gaan samen met de VO-raad kijken of we via het programma Gezonde School de aandacht voor seksuele en relationele vorming kunnen versterken. Want hier schieten we als sector in te kort, constateerde Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer eerder dit jaar. Terwijl het een belangrijke tool is, als het gaat om preventie van seksueel geweld en het versterken van weerbaarheid bij kinderen. Maar we zijn ook afhankelijk van de beschikbaarheid van goede methodes. Die zijn er nog onvoldoende.”

Wat is niet gelukt of viel tegen?

,,Hoewel actuele cijfers ontbreken, durf ik wel te stellen dat nog lang niet alle scholen Veilig Thuis voldoende op hun netvlies hebben als het gaat om het inwinnen van advies in een zorgelijke situatie. Daarmee blijft ook het aantal meldingen achter bij wat je zou verwachten van een sector die de kinderen dagelijks meemaakt, en heeft Veilig Thuis nog niet de radarfunctie waar we op gehoopt hadden. Daarom ook organiseren we die bijeenkomst in Utrecht.

Gelukkig zijn er ook regio’s waar het al goed loopt. Ik hoop dat het afwegingskader dat iedere beroepsgroep vanaf 1 januari 2019 zal moeten hanteren bij de meldcode, de juiste impuls geeft.”

Wat wil je je opvolger uit de kinderopvang meegeven?

,,Creëer en stimuleer ontmoetingen tussen de mensen die het in de regio samen moeten gaan doen. Onderschat niet het belang van het opbouwen van vertrouwen en het leren kennen van de ander. Zeker als het gaat om het delen van uiterst gevoelige informatie is vertrouwen een absolute voorwaarde. Verder denk ik dat in de kinderopvang, net als bij ons, veel behoefte is aan training als het gaat om het voeren van een lastig gesprek met ouders. Dat kan die meldingsbereidheid volgens mij echt omhoog krijgen.”

En wat zou je tot slot willen zeggen tegen de rest van Nederland?

,,Hoe lastig het ook is, we mogen niet wegkijken! Veel mensen die als kind zijn mishandeld geven aan dat een specifieke volwassene door zijn of haar aandacht en steun het verschil heeft gemaakt in hun leven. In iedere schoolklas zit gemiddeld één kind dat thuis mishandeld wordt. Dus stel jezelf de vraag: voor wie maak ik het verschil? En doe iets met de onderbuikgevoelens die iedere professional die met kinderen werkt wel eens heeft. Niets doen is geen optie.”