Nieuws

Mondelinge taalvaardigheid leerlingen voldoende maar kan beter

De ambitie dat 85 procent van de leerlingen aan het einde van einde van de basisschool het minimumniveau (fundamentele niveau) voor mondelinge taalvaardigheid beheerst, wordt ruimschoots gehaald. Dat blijkt uit het rapport Peil.Monderlingetaalvaardigheid van de Inspectie van het Onderwijs.

Daarentegen blijft het percentage leerlingen dat op een hoger niveau presteert in 2017 achter bij de ambitie. Het streven is dat 65 procent van groepachters dit zogenoemde streefniveau haalt, maar in de praktijk haalde 62 procent dit niveau voor spreken, 40 procent voor luisteren en 49 procent voor het voeren van gesprekken. Vergeleken met 2007 presteren leerlingen daarmee minder goed. Alleen spreekvaardigheid is in die tien jaar tijd ‘niet noemenswaardig verbeterd of verslechterd’.

Oorzaken

Dat tegenwoordig meer in beelden wordt gecommuniceerd en minder in tekst is mogelijk van invloed op de resultaten, schrijft de inspectie. Ook is het voor scholen niet duidelijk genoeg wat leerlingen eind groep 8 moeten kunnen, hoe zij hier als school naartoe kunnen werken, en hoe ze deze vaardigheden kunnen beoordelen.

Dat mondelinge taalvaardigheid moeilijker meetbaar is, speelt mogelijk ook een rol, vermoedt de PO-Raad. Ook besteden methoden doorgaans minder aandacht aan mondelinge taalvaardigheid, dan aan begrijpend lezen en Taalverzorging. Daarbij komt dat de inspectie bij het bepalen van de algehele onderwijskwaliteit de resultaten op mondelinge taalvaardigheid niet beoordeelt. Dit heeft ook effect op het aanbod van scholen voor mondelinge taalvaardigheid.

Oplossingen

De PO-Raad verwacht dat dit zal veranderen doordat schoolbesturen steeds meer zelf de regie op onderwijskwaliteit pakken en hun lat voor onderwijskwaliteit hoger leggen dan de minimumnormen van de inspectie. In de strategische agenda van de PO-Raad heeft ze hierover met haar leden afspraken gemaakt. Ook Curriculum.nu, het traject waarin leraren, schoolleiders toewerken naar nieuwe kerndoelen voor primair en voortgezet onderwijs, kan leiden tot verbetering. Omdat het totale onderwijsaanbod onder de loep wordt genomen, kan hernieuwde aandacht voor mondelinge taalvaardigheid ontstaan.

Om de mondelinge taalvaardigheid te verbeteren, adviseert de inspectie scholen hiervoor zelf explicietere doelen te stellen. De referentieniveaus kunnen hierbij houvast bieden. Ook is het van belang dat er betere meetinstrumenten worden ontwikkeld waarmee scholen de vaardigheden van hun leerlingen kunnen bepalen. De PO-Raad onderschrijft dit.