Dekker: ‘Scholen voortvarend aan de slag met Passend onderwijs’
De overgang naar Passend onderwijs vanaf 1 augustus 2014 is goed verlopen. Dat concludeert staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) in de zesde voortgangsrapportage Passend onderwijs.
Samenwerkingsverbanden en scholen zijn er voortvarend mee aan de slag gegaan, schrijft de bewindsman. Ze zijn creatief geweest en hebben de ruimte gepakt die nodig is om maatwerk te leveren en leerlingen de ondersteuning te bieden die zij nodig hebben. Daaruit zijn nieuwe onderwijsarrangementen ontstaan. Leraren en ondersteuners worden daarnaast nauw betrokken bij het opstellen van criteria op basis waarvan leerlingen zullen worden doorverwezen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit is in lijn met afspraken die zijn gemaakt over de zogenoemde ondersteuningstoewijziging.
Scholen hebben tegelijkertijd ook tijd nodig om passend onderwijs verder te ontwikkelen, schrijft Dekker verder. Enkele thema’s verdienen nadrukkelijk de aandacht. Zo is nog niet in alle regio’s een dekkend aanbod voorhanden om voor alle leerlingen passende ondersteuning te kunnen bieden. Deels hangt dit ook samen met de onduidelijkheid die er in gemeenten en regio’s bestaat rond de inzet van jeugdhulp. Soms zijn ouders en leraren nog steeds onvoldoende betrokken bij de realisatie van passend onderwijs. Beter verloopt dat bij het organiseren van passende ondersteuning voor individuele kinderen.
Een laatste aandachtspunt betreft de interne bedrijfsvoering en financiële inrichting van samenwerkingsverbanden.
De PO-Raad en VO-raad zetten zich in om ook deze punten goed te laten verlopen. Dit maakt deel uit van het implementatieplan Passend onderwijs 2015.
Op 11 december praat de Tweede Kamer over passend onderwijs.