Nieuws

‘Innovatief onderwijs goed voor de leerling, maar (nog) niet voor de arbeidsproductiviteit’

Scholen die groepsoverstijgend werken met het innovatieve organisatieprincipe Slimfit hebben minder zittenblijvers, hogere cito-scores op taal en rekenen en meer tevreden ouders. De arbeidsproductiviteit is op de deelnemende scholen echter niet gestegen, mogelijk door de krimp en de recessie. Dat zijn enkele uitkomsten uit het kwantitatieve evaluatieonderzoek van SEO Economisch Onderzoek en ResearchNed naar het overheidsproject InnovatieImpuls Onderwijs.

De InnovatieImpuls Onderwijs (IIO) was een subsidieregeling van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), waaraan scholen in het primair en voortgezet onderwijs door het hele land hebben deelgenomen. De regeling subsidieerde het uitvoeren van innovatie binnen de school om het dreigende lerarentekort aan te pakken. Daarvoor moest de school het onderwijs met minder leraren organiseren, zonder dat daarbij de werkdruk van leraren zou toenemen of de onderwijskwaliteit eronder zou lijden.

Slimfit-scholen

In de periode 2011 – 2014 deden zo’n vijftig basisscholen mee aan Slimfit, het deelproject voor het primair onderwijs. Op SlimFit-scholen worden reguliere klassen vervangen door ‘units’ van 70 à 90 leerlingen. Het doel van SlimFit is dat de arbeidsproductiviteit omhoog gaat. Leerkrachten worden ingezet op de kerntaken op hbo-niveau en de andere leden van het team vullen de leerkrachten aan. Dit zijn zowel mensen van binnen (leerkrachten, onderwijsassistenten en specialisten) als van buiten (stagiaires, studenten, senioren, vrijwilligers van verenigingen en freelancers). Elk kind is gekoppeld aan een vaste mentor op hbo-niveau, die verantwoordelijk is voor het leerproces van zijn/haar kinderen en met zijn/haar groep kinderen de dag ‘opent’ en ‘sluit’ en de communicatie met de ouders verzorgt.

Resultaten Slimfit

De evaluatie van de IIO heeft niet kunnen aantonen dat het SlimFit-concept bijdraagt aan een verhoging van de arbeidsproductiviteit. Dat heeft mogelijk te maken met krimpende leerlingaantallen en budgetten. Vacatures binnen SlimFit-scholen voor bijvoorbeeld onderwijsassistenten, die ontstonden als gevolg van de implementatie van een nieuw organisatieprincipe, zijn daardoor mogelijk noodgedwongen vervuld door boventallige leraren. Hierdoor bestaan de beoogde gedifferentieerde teams binnen SlimFit uit meer leraren dan noodzakelijk en is de arbeidsproductiviteit minder hard gestegen dan verwacht.

Daarentegen zorgt volledig groepsoverstijgend onderwijs op een school wel voor een significante afname van het aantal zittenblijvers, waardoor over de gehele schoolloopbaan in principe een lagere inzet van leraren nodig is. SlimFit tast verder de onderwijskwaliteit niet aan en heeft zelfs positieve effecten op cito-scores voor taal en rekenen.

Differentiatie in leertempo en volledig groepsoverstijgend onderwijs zorgen ook voor een significant hogere oudertevredenheid. De gemiddelde werkdruk en werktevredenheid bij leraren is als gevolg van de invoering van het SlimFit-concept op scholen niet wezenlijk veranderd. Samenwerking blijkt cruciaal voor het succesvol invoeren van groepsoverstijgend onderwijs. Andere belangrijke succes- en faalfactoren die worden genoemd betreffen fysieke voorwaarden voor groepsoverstijgend onderwijs, zoals de fysieke indeling van het schoolgebouw en de ICT-infrastructuur op school.

Aanbevelingen vanuit de evaluatie

De belangrijkste succesfactoren bij onderwijsvernieuwing blijken het zelf ontwikkelen en uitvoeren van de experimenten en het peer-to-peer contact tussen leraren en schoolleiders. Belangrijk werkprincipe is dat alle opgedane kennis en ontwikkelde materialen vrij beschikbaar zijn. Mede hierdoor leveren de experimenten oplossingen voor vraagstukken die nu actueel zijn op de scholen zelf: omgaan met krimp, toepassen van ICT in het onderwijs en het inspelen op de leerbehoeften van zwakke en excellente leerlingen.

IIO blijft – als IIO op Maat – nog een jaar lang actief om de ervaringen van de voormalige IIO-scholen te verspreiden in het onderwijs, onder andere door te adviseren en het leggen van verbinding met andere geïnteresseerde scholen.

Het volledige onderzoeksrapport van SEO Economisch Onderzoek en ResearchNed vindt u hier