Nieuws

Kansrijk adviseren: ‘Iedereen in het vo is bezig met de vraag: hoe ontvangen we deze leerlingen?’

Als we groep 8-leerlingen kansrijk adviseren, kan dat niet zonder kansrijk plaatsen en kansrijk inrichten, zegt Kees van Bergeijk (bestuurder van het Martinuscollege in Grootebroek). En daar is het vo aan zet. Van Bergeijk stelt dat we in Nederland sowieso te vroeg selecteren én teveel categorale scholen hebben. ,,Red je het niet? Dan moet je eraf. Dat is niet kansrijk maar kansloos.”

Te veel categorale scholen

,,Het scholenlandschap in Nederland ziet er niet goed uit voor kansrijk adviseren”, valt Van Bergeijk met de deur in huis. ,,Er zijn te veel categorale scholen.” Kansrijk adviseren is eigenlijk uitstel van determinatie. ,,Van heel veel leerlingen is wel duidelijk waar ze staan na 8 jaar primair onderwijs. Maar voor een grote groep, en dit jaar is die zeker groter dan eervorig jaar, is dat helemaal niet zo duidelijk.”

Vak op een ander niveau

Een warme overdracht is noodzakelijk om te zien wat de mogelijkheden van een kind zijn. ,,En weet je: waar het kind wordt geplaatst, is op een scholengemeenschap als die van ons niet zo van belang. Heb je voor Nederlands vmbo-advies en voor Wiskunde vwo, dan gaan we wat doen aan dat Nederlands. Want bij ons mag je in je schoolloopbaan een vak op een ander niveau kiezen. En wat gebeurt er als je kansrijk op een categoraal gymnasium wordt geplaatst maar je blijkt het na een jaar niet te redden? Juist, dan moet je eraf. Dat is niet kansrijk maar kansloos.”

Een leerling die met een vmbo-advies naar een categoraal vmbo gaat, komt daar met een vmbo-diploma vanaf, schetst Van Bergeijk. ,,Maar er waren vorig jaar 31 leerlingen die hier met een havodiploma vertrokken.’’ Op het Martinuscollege stroomt ruim 21% van de leerlingen op. Kom daar maar eens om, met een landelijk gemiddelde van -7%.

Te vroege selectie

En dan is er nog het gegeven dat we in Nederland sowieso ‘iets stelselmatig fout doen’, aldus de bestuurder. ,,We hebben een te vroege selectie. Ik denk dat iedereen in het vo dit jaar bezig is met de vraag: hoe gaan we deze leerlingen ontvangen? Het hart zit op de goede plek. Maar het kansrijk plaatsen en -inrichten, dat moet in het vo plaatsvinden en dat vind ik wel ingewikkeld: We kunnen onze examenleerlingen niet altijd kansrijk overdragen, maar we moeten wel kansrijk ontvangen…”

Langere brugperiode en ondersteuningsgroepen

Maatwerk was al het credo van het Martinuscollege. De komst van een cohort brugklassers dat twee periodes van thuisonderwijs achter de rug heeft en op de eindtoets naar alle waarschijnlijkheid niet kan laten zien wat ze in hun mars heeft, geeft nu aanleiding voor verlening van de brugperiode. Voor wie dat nodig heeft, uiteraard. Van Bergeijk ziet ook kansen: ,,Deze leerlingen hebben meer dan voorgaande jaren wat geleerd over plannen, zelfstandig werken, een eigen structuur opzetten… We kijken via toetsing waar een kind cognitief staat en proberen bij elk kind een perspectiefplan te maken. Daarbij gaan we ook ondersteuningsgroepen vormen, voor bijvoorbeeld leesvaardigheid of rekenen. Dat deden we al op opleidingsniveau en nu willen we daar generiek naar kijken.”

Er zij maatwerk

Is het geen enorme hindernisbaan, zoveel flexibiliteit tussen de onderwijsniveaus aanbieden? Van Bergeijk lacht. Nee. ,,We zeiden gewoon: Er zij maatwerk. Je moet vertrouwen hebben in de keuzes van je leerlingen en de creativiteit van je mensen. En determinatie uitstellen. Het liefst totdat ze examen hebben gedaan.”