Nieuws

Leraar worden: zo kan het! (en zo kan het nog niet)

Veel mensen zijn geïnteresseerd in een baan als leraar, maar slechts weinigen zetten de stap. Dat bleek onlangs uit het Onderwijsdrijfverenonderzoek van Motivaction. Dat heeft onder meer te maken met onze huidige opleidingsinfrastructuur. Maar daarin komt geleidelijk verandering. Een overzicht van de verschillende routes naar het leraarschap. En waar de meeste winst is te behalen in de strijd tegen het lerarentekort.

Een vierjarige pabo-opleiding is al lang niet meer de enige weg om leraar te kunnen worden in het primair onderwijs. Vorige week in het nieuws: een educatieve minor van de Marnix academie om bijvoorbeeld studenten sociale wetenschappen te interesseren voor het vak leraar. Met als doel dat ze zo enthousiast worden, dat ze versneld kunnen instromen in de deeltijdopleiding of zij-instroom.

Het lerarentekort biedt volop kansen voor mensen die een carrière in het onderwijs overwegen. De vijver waaruit we vissen moet immers groter. Nieuwe opleidingen richten zich daarom steeds meer op nieuwe doelgroepen zoals vwo’ers, mannen en mensen met een migratie-achtergrond. De PO-Raad maakt zich daarnaast sterk om de zij-instroom te bevorderen.

Stel, je bent geïnteresseerd in een carrière als leraar. Welke routes zijn er dan mogelijk? En wat zijn de verschillen? Volgens de wet zijn er drie wegen naar het leraarschap:

  1. Een lerarenopleiding (aan een pabo of sinds kort de universiteit)

Zoveel opleidingsinstituten, zoveel mogelijkheden. Voltijdspabo, verkorte -, versnelde - of flexibele deeltijdpabo, academische pabo. Ze leiden allemaal tot hetzelfde hbo-diploma, waarmee je aan de slag kunt op school. Nieuw is sinds dit jaar de universitaire bachelor ‘Pedagogische wetenschappen van primair onderwijs’. Een driejarige opleiding aan de universiteit (op dit moment nog alleen de Radboud Universiteit) waarin je je lesbevoegdheid haalt én onderzoeksvaardigheden opdoet. Het grote verschil met de academische pabo (ALPO) is dat deze nieuwe opleiding volledig op universitair niveau is, terwijl de academische pabo is samengesteld uit de ‘traditionele’ pabo én een master pedagogiek of onderwijskunde. Met de universitaire bachelor willen de initiatiefnemers (waaronder de PO-Raad) met name meer vwo’ers interesseren voor het vak. Overigens zijn er ook pabo’s die een driejarig traject aanbieden voor vwo’ers.

  1. Zij-instroom

Mensen die willen zij-instromen in het onderwijs melden zich in eerste instantie niet bij een opleiding, maar bij een schoolbestuur. Hiermee komen we meteen aan bij een eerste knelpunt: het schoolbestuur moet hiervoor maar net de juiste expertise en connecties in huis hebben. Bovendien moet een schoolbestuur naast de subsidie van 20.000 euro die het kan ontvangen, ook zelf ruimte hebben om te investeren in een zij-instromer. Zij-instromers hebben vaak een gezin, een huis en een baan, dus zijn meestal niet bereid het halve land door te reizen. Laat staan dat ze veel salaris willen inleveren ten opzichte van hun vorige baan. Lukt het de zij-instromer om een goede match te vinden met een schoolbestuur, dan komt een opleiding in beeld. Deze neemt een geschiktheidsonderzoek af bij de aspirant-leerkracht. Slaag je hiervoor, dan kun je meteen aan de slag op een school. Ondertussen behaal je in twee jaar tijd je lesbevoegdheid. Je ontvangt echter géén diploma. Het voordeel van deze constructie is dat je niet vastzit aan een minimum aantal studiepunten en het schrijven van een afstudeerscriptie. Overigens zijn er grote verschillen tussen de toelatingseisen en kosten van de opleidingen. Kortom, hier is nog een wereld te winnen.

  1. Opleiding in het buitenland

Tot slot bestaat er de mogelijkheid om je bevoegdheid in het buitenland te behalen. Niet alleen interessant voor mensen die graag in het buitenland willen studeren, maar ook voor immigranten. Eenmaal in Nederland vraag je erkenning van je diploma aan bij DUO, waarna je, bij een positieve uitslag voor de klas mag. Wanneer er grote verschillen tussen de buitenlandse en de Nederlandse opleiding zijn, kan DUO je vragen een toets af te leggen of een aanpassingsstage te lopen.

Nieuwe ontwikkelingen

Er is de laatste jaren een toename van het aantal twee-in-één-studies, de zogenaamde bi-diplomering. Je studeert dan bijvoorbeeld tegelijkertijd sociaal pedagogische hulpverlening (sph) en pabo. Ook de combinatie van een sportopleiding en de pabo wordt veel gezien. Net als bij de academische pabo haal je dan twee diploma’s.

Instellingen voor speciaal onderwijs bieden soms eigen opleidingstrajecten aan voor nieuwe functies op het snijvlak van zorg en onderwijs. Deze opleidingen leiden echter (nog) niet tot een lesbevoegdheid. Wel kun je eerder verworven competenties (EVC) laten certificeren waardoor er vrijstellingen zijn voor de pabo. 

Met een associate degree kun je als lerarenondersteuner aan de slag in het basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs. Je mag dan lesgeven aan kleine groepjes leerlingen, maar je bent geen vervanger van de leraar. Met een associate degree kun je doorstromen naar een hbo-lerarenopleiding om je onderwijsbevoegdheid te behalen.

Wat de PO-Raad wil

De PO-Raad wil een open route naar het leraarschap, met name voor academici. Minder onnodige drempels, meer samenwerking en een vraaggestuurde aanpak in de regio. Zij hoopt dat andere universiteiten het voorbeeld van de Radboud Universiteit zullen volgen en een passend opleidingsaanbod creëren voor vwo’ers.

Op het gebied van zij-instroom streeft de PO-Raad naar meer startplekken én stimuleert zij opleidingen en schoolbesturen om goede, flexibele zij-instroomtrajecten te ontwikkelen. Zij-instromers moeten niet ingezet worden waar de nood het hoogst is, maar waar ze het beste het vak kunnen leren.

Het lerarentekort moet wat de PO-Raad betreft worden aangepakt door het aantrekkelijker maken van het beroep én de weg die daar naartoe leidt. Alleen zo kunnen we nieuwe doelgroepen aanboren en ze vasthouden. Bekijk ook de bundel die de PO-Raad maakte over oplossingen voor het lerarentekort.