Nieuws

Minister publiceert 2e regeling personele bekostiging 2019/2020

De bijstelling van de personele bekostiging voor schooljaar 2019/2020 komt neer op een ophoging van (ongeveer) 2,5% ten opzichte van de eerste regeling. Dat blijkt uit de tweede regeling bekostiging personeel 2019/2020, die minister Arie Slob (Onderwijs) op 23 oktober heeft gepubliceerd. De definitieve bekostiging voor 2019/2020 wordt in september 2020 vastgesteld. 

De gemiddelde personeelslast (GPL) van het onderwijzend personeel (OP) is met 0,962% gestegen ten opzochte van de definitieve bekostiging 2018/2019. De GPL voor schoolleiding en onderwijsondersteunend personeel (OOP) is met 0,911% toegenomen. In de bekostiging zijn de bedragen per leerling voor het basisonderwijs 1,34% hoger, voor het speciaal basisonderwijs 1,30% hoger en voor het (voortgezet) speciaal onderwijs 0,88% hoger dan in de bekostiging voor 2018/2019.

In de 1e regeling voor 2019/2020 was de bekostiging slechts 0,43% hoger dan de 2e regeling voor 2018/2019 en zelfs 1,2% lager dan de definitieve regeling voor 2018/2019.

Hieronder staan de belangrijkste cijfers van de 2e regeling van 2019/2020 gerelateerd aan eerdere regelingen. In de bijlage onderaan dit bericht staat een overzicht van alle bedragen.

Gemiddelde personeelslast onderwijzend personeel

GPL leraar
2019/2020

Regeling
 
Verschil
(%)
Verschil ten
opzichte van
1e voorlopige regeling € 67.876,53    
2e voorlopige regeling € 69.609,98 2,554% 1e regeling
    0,962% 18/19 (3e)
2018/2019      
1e voorlopige regeling € 63.278,89    
2e voorlopige regeling € 67.843,14 7,213% 1e regeling
3e definitieve regeling € 68.946,71 1,627% 2e regeling
    4,662% 17/18 (3e)

Gemiddelde personeelslast onderwijsondersteunend personeel

GPL OOP
2019/2020

Regeling
 
Verschil
(%)
Verschil ten
opzichte van
1e voorlopige regeling € 40.714,95    
2e voorlopige regeling € 41.748,17 2,538% 1e regeling
    0,911% 18/19 (3e)
2018/2019      
1e voorlopige regeling € 39.449,61    
2e voorlopige regeling € 40.714,95 3,207% 1e regeling
3e definitieve regeling € 41.371,28 1,612% 2e regeling
    3,124% 17/18 (3e)

Gemiddelde personeelslast directie

GPL directie
2019/2020

Regeling
 
Verschil
(%)
Verschil ten
opzichte van
1e voorlopige regeling € 82.819,24    
2e voorlopige regeling € 84.920,95 2,538% 1e regeling
    0,911% 18/19 (3e)
2018/2019      
1e voorlopige regeling € 80.245,38    
2e voorlopige regeling € 82.819,24 3,207% 1e regeling
3e definitieve regeling € 84.154,30 1,612% 2e regeling
    3,124% 17/18 (3e)

Geraamde landelijk gemiddelde leeftijd

Het verschil tussen de stijging in GPL en de stijging in bedragen per leerling komt vooral door veranderingen in de geraamde landelijk gemiddelde leeftijd (GGL). Een lagere GGL in de berekening voor 2019/2020 (t.o.v. 2018/2019) heeft een gunstig effect op de bekostiging per leerling.

Geraamd landelijk GGL 2018/2019 2019/2020
Basisonderwijs 39,95 39,62
Speciaal basisonderwijs 41,17 40,94
(Voortgezet) speciaal onderwijs 41,47 41,45

Systematiek

De personele bekostiging primair onderwijs wordt op 3 momenten vastgesteld:

  • 1e regeling: Voorafgaand aan het schooljaar, rond 1 april
  • 2e regeling: Tijdens het schooljaar, in oktober
  • 3e en definitieve regeling: Na afloop van het schooljaar, in september

De indexering van de personele bekostiging (op basis van schooljaar) is gebaseerd op de referentiesystematiek en vindt plaats op kalenderjaarbasis. Met de tweede regeling bekostiging personeel 2019/2020 is de indexering op basis van de referentiesystematiek van kalenderjaar 2019 volledig verwerkt. In de derde regeling wordt deze voor 2020 verwerkt. Deze bijstellingen (indexeringen) hebben vrijwel altijd een positief effect, maar zijn ook deels ter compensatie van werkgeverslasten, zoals de pensioenpremiestijging.

De te verwachten stijging van de pensioenpremie voor 2020 is dus nog niet in deze tweede regeling verwerkt. De compensatie hiervoor komt er wel, namelijk in de derde en definitieve regeling voor schooljaar 2019/2020 die in september 2020 wordt gepubliceerd.

Een klein deel van de indexering van het kalenderjaar 2019 op basis van de referentiesystematiek, te weten 0,15 procentpunt, was bij het afsluiten van de cao in 2018 al als voorschot opgenomen in de salaristabellen. Daarbij is met de indexering 2019 ook de pensioenpremiestijging per 1 januari 2019 gedekt. Het resterende deel moet gereserveerd worden voor een mogelijke loonstijging in de nieuw af te sluiten cao.

Bij de vereenvoudiging van de bekostiging per 2023 wordt het aantal regelingen teruggebracht naar twee en wordt de personele bekostiging vastgesteld op kalenderjaarbasis. Daarmee wordt een stuk complexiteit uit de bekostiging gehaald. 

Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid

Het bedrag per leerling in het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (PAB) is met 10,6% toegenomen t.o.v. 2018/2019 (definitief). Dit komt vooral door de extra middelen ter bestrijding van de werkdruk die in dit budget verwerkt zijn. Het budget voor de aanpak van werkdruk bedraagt voor 2019/2020 € 225 per leerling. De overige bedragen voor de berekening van het PAB zijn met 0,96% gestegen, gelijk aan de stijging van de GPL voor het OP.

Prestatiebox

Via de prestatiebox wordt dit schooljaar een budget verstrekt van € 196,47 per leerling. Daarmee is de prestatiebox in de tweede regeling 2019/2020 met 2,1% toegenomen ten opzichte van de eerste regeling. Ten opzichte van de definitieve regeling 2018/2019 is de toename 1,3%.

De (begrotings)modellen in de toolbox zijn inmiddels aangepast.

Zie ook: Ontwikkelingen in bekostiging primair onderwijs.

Downloads

145.5 kB