Nieuws

Nieuwe regeling bezoldiging vooral van belang voor bestuurders met voortgezet speciaal onderwijs

De wijzigingen van de ‘Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren’ die per 1 januari 2017 ingaan, zijn gepubliceerd. Met name voor schoolbesturen die (ook) scholen voor voortgezet speciaal onderwijs in hun organisatie hebben, kan de nieuwe regeling positieve gevolgen hebben. 

In de nieuwe regeling kan het aantal ‘gewogen onderwijssoorten’ voor besturen met scholen voor voortgezet speciaal onderwijs hoger worden waardoor die bestuurders in een andere bezoldigingsklasse en een daarbij behorend maximum kunnen vallen.

Het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) telde tot nu slechts voor één onderwijssoort. Als de VSO-school/het bestuur zelfstandige examenlicenties bezit voor de onderwijssoorten vmbo, havo of vwo, worden voortaan die examenlicenties geteld. Als het VSO daarnaast voorziet in het uitstroomprofiel dagbesteding en/of arbeidsmarktgerichtheid wordt de onderwijssoort VSO ook nog apart geteld. Hiermee wordt de complexiteit van de organisatie en de bestuurstaken in het VSO verder erkend.

Andere wijzigingen

Per 1 januari 2017 worden alle maxima voor de verschillende bezoldigingsklassen geïndexeerd. Voor de telling van het aantal leerlingen wordt explicieter gemaakt dat het gaat om ‘bekostigde leerlingen’. Verder bevat de nieuwe regeling enkele technische wijzigingen.

Wet normering topinkomens

Tot begin dit jaar waren de maxima uit de Wet normering topinkomens (WNT) voor het onderwijs alleen gebaseerd op de sector waarin werd gewerkt. Voor het primair onderwijs gold het laagste plafond van alle onderwijssectoren. De PO-Raad heeft zich altijd hard gemaakt voor een regeling met bezoldigingsklassen op basis van instellingscriteria los van de sector waarbinnen het bestuur functioneert. De beloning van bestuurders in de sector primair onderwijs moet in overeenstemming zijn met de zwaarte/complexiteit van de functie. Met de regeling die begin 2016 is ingevoerd, hebben we dat bereikt.

In de vernieuwde regling met instellingscriteria ligt er een koppeling met de bestuurlijke complexiteit van de instelling. Het betreft de criteria ‘totale baten’, ‘aantal leerlingen, deelnemers of studenten’ en ‘aantal gewogen onderwijssoorten of -sectoren’. Op ieder criterium kan een aantal complexiteitspunten worden behaald. Het totaal aantal complexiteitspunten is bepalend voor de indeling in een bezoldigingsklasse met een daaraan gekoppelde maximum bezoldiging. De bestuurlijke complexiteit van de instellingen wordt daarmee leidend voor de maximum bezoldiging van de bestuurder. 

Kijk hier voor meer informatie over de nieuwe WNT-normen op basis van instellingskenmerken.