Nieuws

Prinsjesdag: Meer urgentie nodig voor aanpak lerarentekort

De PO-Raad is teleurgesteld dat het kabinet in 2020 ondanks een begrotingsoverschot niets extra’s over heeft voor het primair onderwijs. Dit laat zien dat ze het lerarentekort, hét probleem waar het onderwijs voor staat, onvoldoende serieus neemt. Het kabinet presenteerde haar jaarlijkse miljoenennota met bijbehorende Rijksbegroting dinsdagmiddag.

De PO-Raad waardeert dat het kabinet de afgelopen jaren op diverse manieren in het primair onderwijs heeft geïnvesteerd. Zo is er extra geld gekomen voor lerarensalarissen, het opleiden van zij-instromers en het aanpakken van werkdruk. Daarnaast is het primair onderwijs ontzien van een bezuiniging, de zogenoemde doelmatigheidskorting. Desondanks is er meer nodig om de grote problemen zoals het groeiende tekort aan personeel op te lossen, vindt de sectororganisatie voor het primair onderwijs.

Voor de zomer pleitte de PO-Raad daarom met de bonden en VO-raad, sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs, voor een noodpakket in de vorm van een totale investering van 423,5 miljoen euro. Daarmee kunnen het lerarentekort en werkdruk verder worden aangepakt.

Prinsjesdag laat zien dat het kabinet deze urgentie niet onderkent. Het primair onderwijs profiteert namelijk niet van de meevaller van 1,5 miljard op de Rijksbegroting. ,,Pijnlijk’’, vindt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. ,,Het lerarentekort gaat ons allemaal aan. Het wordt alsmaar belangrijker dat we samenwerken aan oplossingen. Ook het kabinet moet hierin haar verantwoordelijkheid nemen.’’

In zijn troonrede benadrukte koning Willem-Alexander dat het kabinet eerdere jaren al ‘forse investeringen’ heeft gedaan om het vak van leraar aantrekkelijker te maken. Het lerarentekort is weliswaar nog steeds nijpend, maar de regering ‘realiseert zich terdege dat niet elk vraagstuk met een financiële injectie meteen is opgelost’.

De PO-Raad onderschrijft dit maar problemen lossen zich ook niet vanzelf op, stelt ze. Ze wijst erop dat er in de crisisjaren níet in onderwijs is geïnvesteerd. Nu het kabinet geld over heeft, is dat een uitgelezen kans om dit achterstallige onderhoud verder weg te werken.

Onorthodoxe maatregelen zijn intussen onafwendbaar geworden. Alleen daarmee zijn op korte termijn de ergste gevolgen van het personeelstekort op te vangen. Vooral in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere nemen die tekorten nu flinke vormen aan. De PO-Raad wil daarom snel om tafel met Tweede Kamer en het ministerie van Onderwijs om een lijst van maatregelen op te stellen die ervoor kunnen zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd blijft. Die kwaliteit komt door de personeelstekorten steeds meer onder druk te staan.
Om de noodmaatregelen effectief te kunnen implementeren, is ook de steun en inzet van het kabinet onontbeerlijk.

Investeringsfonds

Bovenop de reguliere Rijksbegroting komt het kabinet begin volgend jaar met een investeringsfonds om de economie te versterken. De PO-Raad gaat ervan uit dat het kabinet het onderwijs hierbij niet weer links laat liggen. Ze pleit ervoor een deel van dit fonds te besteden aan betere begeleiding van jonge (aanstaande) leraren, het verduurzamen van de veelal verouderde schoolgebouwen en aan een goede digitale infrastructuur.