Nieuws

School moet vermoeden van kindermishandeling registreren

Het ziet ernaar uit dat scholen verplicht worden een vermoeden van kindermishandeling te registreren. Daarmee moeten kinderen die worden mishandeld sneller in beeld komen bij Veilig Thuis, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, en sneller hulp krijgen. Dat bleek dinsdag uit een overleg in de Tweede Kamer. Een meldplicht, waarvoor de Taskforce Kindermishandeling pleit, is van de baan.

Scholen zijn sinds juli 2013 verplicht een eigen meldcode ‘Huiselijk geweld en Kindermishandeling’ te hebben, die zij dienen te gebruiken bij vermoedens van mishandeling. In de meldcode staat beschreven wie binnen de organisatie wanneer, wat, op welke wijze doet, een protocol en stappenplan ineen dus. De Kamer en ook de betrokken organisaties, waaronder de PO-Raad, vinden het tijd om de code verder te verbeteren zodat kindermishandeling beter kan worden aangepakt en kan worden voorkomen.

Registreren

Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) gaat daarom met de betrokken organisaties om tafel om stap 5 in de meldcode minder vrijblijvend te maken. Stap 5 schrijft voor dat scholen bij een vermoeden van kindermishandeling moeten beslissen of ze zelf extra hulp voor het kind inschakelen of Veilig Thuis in actie zetten om alles goed te regelen. De Kamer wil dat scholen voortaan voordat ze die keuze maken altijd eerst een vermoeden van kindermishandeling bij Veilig Thuis registreren. De kinderen komen op die manier eerder in beeld bij Veilig Thuis. Van Rijn bespreekt nu hoe zo'n registratievereiste eruit kan zien.

Ook gaat hij aan de slag om Veilig Thuis te verbeteren. De Inspectie liet zich eind vorig jaar kritisch uit over de kwaliteit van Veilig Thuis. In maart zal de bewindsman een brief met zijn uitgewerkte plannen sturen aan de Tweede Kamer.

Standpunt PO-Raad

Een veilige omgeving is van groot belang voor kinderen om zich goed te kunnen ontwikkelen en te kunnen leren. De school, die ieder kind vele uren per week ziet, heeft daarbij een belangrijke rol. Ze moet zorgen voor een veilig klimaat binnen de schoolmuren. Het op tijd signaleren van mishandeling buiten school hoort daar ook bij.

De PO-Raad deelt dan ook de ambitie om kinderen die mogelijk worden mishandeld, sneller op de radar van Veilig Thuis te krijgen. Een registratieplicht kan helpen maar is alleen zinvol wanneer die deel uitmaakt van een integrale aanpak van kindermishandeling en onderwijs, gemeenten en jeugdhulp hier sámen de verantwoordelijkheid voor dragen. En wanneer Veilig Thuis voldoende slagvaardig is om vervolgens met de meldingen aan de slag te gaan. Het onderwijs kan het niet alleen.

Bij het tegengaan van kindermishandeling en opkomen voor een leerling, moet een leerkracht voor de klas te allen tijde kunnen rekenen op rugdekking van de schoolleider en het bestuur. De PO-Raad vindt het belangrijk dat tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in leraren en schoolleiders zodat zij zich voldoende bekwaam voelen om met vermoedens van kindermishandeling om te gaan en weten hoe ze hierover het gesprek met ouders kunnen voeren.

Pas wanneer dit goed is geregeld, is kindermishandeling goed aan te pakken, al zal het helaas nooit helemaal te voorkomen zijn.