Nieuws

SCP: Categorale school staat ontmoeting in de weg

Leerlingen met uiteenlopende achtergronden ontmoeten elkaar niet meer op school omdat de scheiding tussen schoolniveaus zo sterk is in ons land. Dat kan uiteindelijk leiden tot grotere afstand tussen groepen in de samenleving, zo constateert het SCP in een vandaag gepubliceerd onderzoek. Met de professionals in dit rapport pleit ook de PO-Raad voor brede brugklassen en latere selectie. Omdat scholen daarmee de samenleving in het klein blijven, en het kansengelijkheid vergroot.

Het SCP-rapport Samen of gescheiden naar school beschrijft dat hoger- en lageropgeleiden in ons land veelal langs elkaar heen leven, ze sterk van elkaar verschillen in hun opvattingen en in hun politieke en maatschappelijke participatie. Deze tweedeling zet de sociale cohesie in de samenleving onder druk.

Professionals willen latere selectie

De professionals en bestuurders die de onderzoekers spraken, pleiten voor een systeemwijziging: een latere selectie naar onderwijsniveau, bredere brugperiodes en meer scholen met verschillende onderwijsniveaus bij elkaar. Een divers docententeam zou helpen en het doorbreken van het systeem van gesloten onderwijsniveaus, meer mogelijkheden voor leerlingen om vakken op een verschillend niveau te volgen, en het opheffen van de strikte scheiding tussen de beroepsgerichte en algemeen vormende opleidingen.

Homogeen samengestelde leerlingenpopulatie per school

De onderzoekers namen vo-scholen onder de loep en constateren dat het onderwijsniveau waarop een leerling start in het voortgezet onderwijs, sterk samenhangt met het ouderlijk milieu: kinderen van lageropgeleiden gaan vaker naar het vmbo, kinderen van hogeropgeleiden vaker naar havo en vwo. Dat hoeft natuurlijk nog niet te betekenen dat die leerlingen vanaf dat moment volledig van elkaar gescheiden zijn, ware het niet dat we in ons land meer en meer categorale scholen zien, op alle niveaus. “Dat leidt tot een meer homogeen samengestelde leerlingenpopulatie per school, en in het algemeen tot meer sociale gescheidenheid van groepen in het onderwijs”, schrijven de onderzoekers.

Wat cijfers:

  • In de vier grote steden is vaker sprake van categorale of smalle vestigingen dan in andere gemeenten.
  • 16% van de vmbo-B en -K leerlingen zit op een vestiging samen met havo- en vwo-leerlingen; en van de havisten en vwo’ers zit 12% op een vestiging waar ook beroepsgerichte vmbo-leerwegen worden aangeboden.
  • Op locaties waar alleen havo en vwo wordt aangeboden komt 53% van de leerlingen uit een hoogopgeleide milieu, op vestigingen met alleen aanbod van vwo loopt dat op tot 70%.
  • In vestigingen met alleen vmbo-B of -K of een breed aanbod van vmboleerwegen heeft 17% respectievelijk 20% hoogopgeleide ouders.
  • In de grote steden heeft 58% tot 69% van de leerlingen op een vmbo-vestiging een niet-westerse migratieachtergrond. In havo/vwo-vestigingen is dat 35% en in vwo-vestigingen 20%.

De onderzoekers spraken met schoolbestuurders en onderwijsprofessionals. Die zien veel voordelen van een brede brugperiode en van breed samengestelde vestigingen/scholen. Latere selectie vergroot de kansen van leerlingen, zeggen ze. Bovendien vinden ze de aanwezigheid van groepen leerlingen met uiteenlopende achtergronden en de kans op ontmoeting tussen de verschillende groepen van belang.

Voordelen van categorale en smalle scholen zien ze trouwens ook: gymnasiasten zouden zich op een categoraal gymnasium cognitief beter ontwikkelen en voor leerlingen op vmbo-basis/kader is het goed voor hun zelfvertrouwen, omdat zij zich niet steeds de zwakste leerling van de klas hoeven te voelen. Docenten vinden het gemakkelijker les te geven aan een homogeen samengestelde klas.

Niet de bron, wel een oplossing

Even voor de duidelijkheid, zeggen de professionals in het rapport: het voortgezet onderwijs is niet de bron van sociale scheiding en ongelijkheid. Maar de manier waarop het vo is georganiseerd versterkt die ongelijkheid wel. Ze voelen de maatschappelijke opdracht om sociale cohesie te bevorderen. Men is ervan overtuigd dat het onderwijs op dat punt meer kan doen dan het nu doet. De PO-Raad gelooft ook dat het een illusie is dat het onderwijs de hele samenleving verandert. Maar we hebben hier wel een voorname taak. En een soepeler, kansrijker systeem is een belangrijke voorwaarde om die taak beter te kunnen uitvoeren.

De PO-Raad roept samen met partners in het primair onderwijs en de VO-raad op kwetsbare groep 8-leerlingen dit jaar passend en kansrijk te adviseren én plaatsen. Je leest er hier alles over.