Nieuws

Tweede Kamer geeft prioriteit aan taal, rekenen en burgerschap voor Curriculum.nu

De Tweede Kamer wil dat de regering bij de curriculumherziening de ‘eerste en hoogste prioriteit geeft aan de basiskennis- en vaardigheden Nederlands, rekenen/wiskunde, Engels en burgerschap’. Een meerderheid stemde in met een motie van D66 en CDA die dit moet regelen. Daarnaast wil de Kamer dat de Onderwijsraad onderzoek doet naar de afgenomen leesvaardigheid van leerlingen in het funderend onderwijs.  

In het debat voorafgaand aan de stemmingen, uitten D66 en CDA hun zorgen over dalende niveaus bij vakken als rekenen en burgerschap. Met een motie willen zij zorgen dat deze vakken samen met Nederlands en Engels prioriteit krijgen bij de verdere ontwikkeling van het nieuwe curriculum. Hier is nu voldoende steun voor; de gehele Kamer stemde voor.

Binnen de Kamer zijn daarnaast specifieke zorgen over het dalende leesniveau onder kinderen in het funderend onderwijs. Vrijwel alle fracties dienden daarom een motie in om de Onderwijsraad te vragen een onderzoek te starten naar de oorzaken van deze daling. Ook wil de Kamer dat de Onderwijsraad adviseert welke interventies noodzakelijk zijn om de leesvaardigheid weer op peil te brengen.

Betrokkenheid sector

Verschillende partijen maken zich zorgen over de betrokkenheid van leraren en schoolleiders bij het vervolg van het Curriculum.nu-traject. De gehele Kamer nam daarom een motie aan van PvdA en GroenLinks die de regering vraagt heldere afspraken te maken met (vertegenwoordigers van) leraren, scholen en vakverenigingen over hun betrokkenheid bij de herziening en de wetenschappelijke curriculumcommissie. Minister Arie Slob (onderwijs) gaf vorige week aan dat hij de partijen hier al over gesproken heeft: ‘Ik heb ze ook beloofd dat ze betrokken zullen blijven. Het is eigenlijk het opentrappen van een open deur, maar toch moet je het uitspreken’.

Voor de PO-Raad is het essentieel dat er voor leraren en scholen extra tijd, ruimte en (financiële) ondersteuning beschikbaar is voor de periode vanaf nu tot de invoering van een nieuw curriculum. Scholen moeten de ruimte krijgen om kennis te maken en actief te werken met de bouwstenen en toekomstige kerndoelen voordat deze worden ingevoerd. Hierdoor wordt voor hen inzichtelijk wat de herziening betekent voor hun school en hun lessen.  

Curriculumcommissie

Minister Slob (onderwijs) liet eerder in een Kamerbrief weten dat hij een tijdelijke wetenschappelijke curriculumcommissie wil instellen om het vervolgtraject van Curriculum.nu in goede banen te leiden. Verschillende fracties willen hier meer openheid over. Bijvoorbeeld over de manier waarop de commissie wordt samengesteld en wat de exacte opdracht van de commissie wordt. De Kamer stemde voor een motie van CDA en D66 om er onder andere voor te zorgen dat de commissie bij het beoordelen van de conceptonderwijsdoelen rekening houdt met het terugdringen van overladenheid en het bevorderen van kansengelijkheid.

De PO-Raad is ook benieuwd naar de commissie en haar uiteindelijke aanbevelingen. Wie neemt in de commissie plaats? Hoe zorgt de minister ervoor dat ook de stem van de leraren voldoende doorklinkt? En wat blijft er over van de bouwstenen waar vele leraren, schoolleiders en bestuurders de afgelopen jaren aan gewerkt hebben? Hun aanbevelingen kunnen niet zomaar opzijgeschoven worden. Bovendien is er samenhang nodig tussen de verschillende vakken om overladenheid te voorkomen. Wij blijven dan ook pleiten voor een samenhangend curriculum en een grote betrokkenheid van het onderwijsveld.