Nieuws

Tweede Kamer zoekt grip op geld

Het debat over de Onderwijsbegroting dinsdag in de Tweede Kamer weerspiegelde vooral de zoektocht van partijen naar manieren om meer te sturen op uitgaven van scholen en hun besturen.

De VVD vindt dat besturen vrijheid moeten hebben om onderwijsgeld uit te geven. Maar, benadrukt Kamerlid Rudmer Heerema, die vrijheid is géén vrijblijvendheid. Die gaat gepaard met verantwoordelijkheid voor goed onderwijs en een goede verantwoording over uitgaven.  

Precies daar schort het aan, stelt het Kamerlid in het ruim vijf uur durende Kamerdebat. Want de kwaliteit van het onderwijs daalt en scholen nemen te snel genoegen met de minimumnormen voor kwaliteit. Hij wil daarom ‘meer grip op de lumpsum’, een debat over de vraag hoe dit dan te regelen, en meer verantwoording van besturen.

Meer inzicht in waar besturen onderwijsgeld aan uitgeven, daar zien vrijwel alle partijen wel wat in. Sterker nog, ze vinden het broodnodig. Iets wat Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad, maandag in Dagblad Trouw nogmaals onderschreef.

Lumpsum

Maar sturen op lumpsum is zo goed als een contradictio in terminis, vindt D66-Kamerlid Paul van Meenen. ,,Wil VVD nu lumpsum of gaan we sturen?’’ En moeten we niet vooral sturen op diegenen die leiding geven, de besturen dus? vraagt hij zich af. Want de doelen uit het bestuursakkoord zijn niet allemaal gehaald en de hiervoor bestemde Prestatieboxmiddelen zijn er ook niet allemaal aan uitgegeven. Van Meenen herhaalt daarom zijn pleidooi om onderwijsgeld direct naar scholen te sturen. Het geld in de Prestatiebox kan worden gebruikt voor salarissen.

Een idee waarover ook CDA-Kamerlid Michel Rog positief lijkt. Hij heeft verder zo zijn eigen ideeën voor de bestemming van onderwijsgeld. Zo kan het bedrag dat eerder was bestemd voor de inmiddels opgeheven Onderwijscoöperatie naar het Lerarenontwikkelfonds, dat leraren met initiatieven voor beter onderwijs ondersteunt. De Lerarenbeurs kan worden gebruikt om meer leraren via zij-instroom op te leiden.

Maar of dat alles een betere onderwijskwaliteit oplevert, dat weet PvdA-Kamerlid Kirsten van den Hul zo net nog niet. ,,Hoe weten we of de lumpsum toereikend is?’’ vraagt ze zich af. Het is een vraag die de Onderwijsraad ook heeft. Misschien willen we gewoon te veel van ons onderwijs voor het geld dat er tegenover staat, stelde die. Afgelopen zomer adviseerde de raad daarom een onderzoek te doen naar de toereikendheid van de bekostiging. Van den Hul laat echter in het midden of ze zich achter dit voorstel schaart.

Lerarentekort

Uitgesproken is ze juist over de lerarensalarissen. De salariskloof tussen leraren in het primair en voortgezet onderwijs moet worden gedicht, vindt ze. Daarmee stipt de Kamer toch nog een van de grootste problemen in het onderwijs aan: het lerarentekort. Alleen voor PvdA en GroenLinks vormt dit onderwerp een belangrijk onderdeel van hun inbreng. GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld wil dat meer wordt gedaan om de zogenoemde stille reserves, mensen die wel een bevoegdheid hebben maar niet lesgeven, weer voor de klas te krijgen. De subsidie voor zij-instroom zou ook gebruikt moeten worden voor conciërges. Conciërges zijn er immers evengoed te weinig.
Aandacht vragen beide partijen ook voor het wetsvoorstel dat ze samen bij de Raad van State hebben ingediend om te regelen dat leerlingen altijd met extra activiteiten van school mee moeten kunnen doen. Ook al hebben hun ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betaald.

Tegen het einde van het avond zijn er relativerende woorden van Kamerlid Eppo Bruins van de ChristenUnie. Want het is echt niet alleen maar slecht gesteld met ons onderwijs, zegt hij. ,,Onze toon in het debat bepaalt het beeld in het land. Daar moeten we ons van bewust zijn, we moeten het onderwijs niet tekort doen. Er gebeurt veel goeds.’’

Minister Arie Slob (Onderwijs) reageert donderdag op de voorstellen. Dan vindt het tweede deel van het debat plaats.