Nieuws

Veilig Thuis moet radar voor kindermishandeling worden

Veilig Thuis-organisaties moeten een radar worden voor het opsporen van kindermishandeling. Iedere beroepsgroep moet zijn eigen norm opstellen over wanneer de professional een melding moet doen bij Veilig Thuis. Daarover waren de partijen het gisteren eens tijdens het ao kindermishandeling in de Tweede Kamer. De PO-Raad is blij met deze ontwikkeling, want het systeem is op dit moment niet sluitend. 

De Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld werkt in de praktijk nog onvoldoende. Daarom heeft Jan-Dirk Sprokkereef, een ervaren bestuurder uit de jeugdzorg, in opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een verbeteraanpak geschreven. Zijn advies luidt:

  • Verplicht professionals ernstige signalen te melden bij Veilig Thuis;
  • Laat professionals zelf hun veldnorm definiëren;
  • Versterk de adviesfunctie van Veilig Thuis;
  • Laat Veilig Thuis altijd de wens van een burger tot melding honoreren;
  • Richt een radarfunctie in bij Veilig Thuis

Er is nu geen sluitend systeem waar signalen van verschillende partijen (bijv. politie, wijkteam en onderwijs) over hetzelfde kind bij elkaar komen. Een rijkere informatiepositie zal volgens Sprokkereef bijdragen aan een betere veiligheidsinschatting van Veilig Thuis.

Praten met kinderen

De leden van de Tweede Kamer spraken ook over preventie, hoe het zit het met de opleiding en kennis over signaleren van kindermishandeling en over het belang van praten met kinderen, zowel bij de uitwerking van deze plannen als bij vermoedens van kindermishandeling.

Iedere beroepsgroep een eigen meldnorm

De planning is dat alle beroepsgroepen op 1 januari 2018 een eigen meldnorm hebben. Iedere beroepsgroep heeft immers een specifieke positie ten opzichte van betrokkenen: de ene professional ziet alleen het kind, de andere ook de ouders; de ene professional heeft incidenteel contact, de andere professional bijna dagelijks. Ook heeft iedere beroepsgroep een eigen specifieke expertise.

De partijen stelden voor om een voorbeeld- of minimale norm te stellen, zodat niet elke beroepsgroep het wiel opnieuw hoeft uit te vinden en iedere beroepsgroep ook zoveel mogelijk gebruik kan maken van wat bekend is uit onderzoek. Deze norm wordt vastgelegd als Algemene Maatregel van Bestuur en zal als leidraad voor de Inspecties gaan fungeren.

In een volgende voortgangsrapportage in januari 2017 informeert staatssecretaris Van Rijn de Kamer over het uitvoeringsplan, de impactanalyse en de stand van zaken over de veldnorm.

Downloads

122.39 kB