Nieuws

Wettelijke urennorm bewegingsonderwijs druist in tegen vrijheid onderwijs

In het Algemeen Dagblad en op BNR Nieuwsradio breekt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad, vandaag een lans voor de vrijheid van onderwijs. Ze reageert daarmee op de suggestie van de SP en PvdA om wettelijk voor te schrijven hoeveel lesuren bewegingsonderwijs een school moet geven aan haar leerlingen. De PO-Raad onderschrijft het belang van bewegen en aandacht voor gezondheid in en om de school en vindt dat het aan scholen zelf is hoe ze dit met hun omgeving vormgeven.

Zowel vrijheid van onderwijs als aandacht voor de gezondheid van leerlingen is een groot goed, vindt de PO-Raad. Dankzij de vrijheid van onderwijs is ons onderwijs divers, valt er voor ouders iets te kiezen en maken we van onze leerlingen geen eenheidsworst. Bewegingsonderwijs op zijn beurt, kan bijdragen aan gezondere kinderen en daardoor een positief effect hebben op het welbevinden van kinderen en hun leerprestaties.

Ambitie

In de zomer van 2014 sprak De PO-Raad daarom met staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) af dat alle leerlingen vanaf 2017 twee lesuren bewegingsonderwijs krijgen van een bevoegde leerkracht en dat scholen waar mogelijk streven naar een derde uur. Deze afspraken werden in het Bestuursakkoord vastgelegd en tonen de ambitie die scholen en hun besturen hebben om een gezonde leefstijl van leerlingen te stimuleren en het onderwijs verder te verbeteren. Scholen werken daar hard aan.

Een wettelijke norm, waarvoor diverse politieke partijen pleiten, druist niet alleen in tegen de vrijheid van onderwijs die in de Grondwet is verankerd. Die schiet ook zijn doel voorbij. Bewegingsonderwijs alleen is niet de sleutel naar gezondere en fittere kinderen, betoogde Den Besten in september nog in dagblad Trouw. ‘Een gezonde leefstijl is én én. Gezond eten, gezond leven, niet roken, én bewegen. Niet alleen thuis, maar ook op school, in de pauze, na schooltijd, onderweg naar huis.’ Een gezonde leefstijl van kinderen stimuleren, is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen, gemeenten, ouders, de hele maatschappij, vindt de PO-Raad.

Eigen initiatief

Een wettelijke norm, die er overigens voor geen enkel ander vak is,  gaat bovendien voorbij aan de inspanningen die scholen leveren om buiten lesuren om gezond gedrag van leerlingen te stimuleren. Verschillende scholen kiezen er bewust voor om hiervoor themalessen of schoolpleinen in te zetten. Zij werken bijvoorbeeld samen met sportverenigingen en zetten zich in om een Gezonde School te worden. Voor veel scholen is het simpelweg ook onmogelijk om extra lesuren bewegingsonderwijs te plannen omdat gymzalen daarvoor ontbreken of niet bereikbaar zijn.

Scholen streven naar voldoende bewegingsonderwijs, maar ook naar voldoende taal-en rekenlessen en naar aandacht voor radicalisering. Ze zetten zich in om pesten tegen te gaan, besteden tijd aan muziek, cultuur en techniek. Wat de beste balans is tussen al deze taken, kiezen ze zelf in samenspraak met ouders. Zo hoort het en daar blijft de PO-Raad zich voor inzetten, zegt Den Besten. De politiek wil zaken juist dichterbij haar burgers leggen, maar maakt met haar oproep een terugtrekkende beweging. ,,Wat goed is voor kinderen, is niet wettelijk in lesuren te vatten. Dat is aan scholen om met ouders te bepalen. Zij willen het beste voor hun kinderen. De politiek moet daarin vertrouwen hebben.’'