
Inspectietoezicht
De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op goed onderwijs. Naast het bewaken van de kwaliteit stimuleert de inspectie scholen om hun kwaliteit te verbeteren. De PO-Raad spreekt met de inspectie over de ontwikkelingen in het toezicht, ondersteunt scholen en schoolbesturen met kwaliteitsproblemen en stimuleert de sector de onderwijskwaliteit te versterken.
Het bestuur moet aan de inspectie kunnen laten zien hoe de kwaliteitszorg is geregeld. Heeft het bestuur dit niet op orde of loopt een school bijvoorbeeld het risico onvoldoende of zeer zwak te worden, dan bezoekt de inspectie ook de school of scholen binnen het bestuur. Besturen en scholen moeten voldoen aan deugdelijkheidseisen rond onderwijskwaliteit, kwaliteitszorg, schoolklimaat en financieel beheer. De inspectie kan concluderen dat een school ‘voldoende’, ‘onvoldoende’ of ‘zeer zwak’ is.
Een school of bestuur met de beoordeling onvoldoende of zeer zwak krijgt een jaar om zichzelf te verbeteren. Met het ondersteuningsprogramma Goed Worden, Goed Blijven helpt de PO-Raad scholen en besturen. Voor scholen en besturen die preventief aan de slag willen met hun kwaliteit is er Goed Worden, Goed Blijven +
Op deze pagina
Onze standpunten over Inspectietoezicht
-
PO-Raad ziet meerwaarde van toezicht
De PO-Raad ziet de meerwaarde van het inspectietoezicht. Dit helpt om te laten zien waar het goed en niet goed gaat. De PO-Raad heeft waardering voor de beweging die de inspectie de afgelopen jaren heeft ingezet. Toezicht op basis van de dialoog over ambities, context en resultaten in plaats van vinklijstjes.
-
Toezicht mag geen doel op zich zijn
Het aanscherpen van toezicht biedt geen garantie voor verbetering. Dit vraagt ook om actuele, heldere kerndoelen en een duurzame aanpak voor de versterking van de expertise in scholen.
-
Onderwijskwaliteit is per definitie breed
De PO-Raad begrijpt de toenemende aandacht voor de basisvaardigheden maar waarschuwt voor een te smalle kijk op onderwijskwaliteit. De basisvaardigheden vormen weliswaar een belangrijk deel van het aanbod, maar onderwijskwaliteit is meer dan uitsluitend de basisvaardigheden.
Veelgestelde vragen
-
Waar zal het toezicht vanuit de Inspectie zich op richten als het gaat om Burgerschapsonderwijs?
Bij de invulling van Burgerschapsvorming ligt het eigenaarschap bij de scholen. Dat geeft ruimte voor de eigen identiteit van de school. Daarom toetst de Inspectie terughoudend. Hierbij geldt dat de gemeenschappelijke kern een verplicht uitgangspunt is voor alle scholen. De Inspectie kijkt naar:
- Is het onderwijsprogramma doelgericht en samenhangend genoeg om de kern goed over te dragen?
- Bestaat het onderwijsprogramma uit tenminste een kennis- en respectcomponent, de bijbehorende competenties en een schoolcultuur waarin de democratische spelregels worden voorgeleefd en waarmee wordt geoefend?
- Draagt het bevoegd gezag zorg voor een schoolcultuur waarin alle betrokken personen deze spelregels hanteren: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, autonomie van leerlingen, verdraagzaamheid, onderling begrip en het afwijzen van discriminatie en onverdraagzaamheid
- Creëert de school een omgeving waarin leerlingen worden gestimuleerd actief te oefenen met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat?
-
Bij welk IQ tellen de resultaten van een leerling niet mee in de eindbeoordeling van de inspectie?
Alleen de resultaten van leerlingen die voldoen aan de ontheffingsgronden tellen niet mee in de eindbeoordeling van de Inspectie. Daaronder vallen zeer moeilijk lerende leerlingen met een IQ onder de 75, leerlingen die minder dan 4 jaar in Nederland zijn en die het Nederlands onvoldoende beheersen en leerlingen met een OPP en een verwachte uitstroombestemming arbeidsmarktgericht of dagbesteding in het speciaal onderwijs. Deze leerlingen hoeven geen doorstroomtoets te maken, maar het mag wel. Resultaten van alle andere leerlingen tellen wel mee. So- en sbo-scholen nemen ook verplicht een doorstroomtoets af. Meer informatie over de manier waarop de inspectie leerresultaten beoordeelt, staat beschreven de Regeling Leerresultaten PO.
-
Wat gebeurt er als mijn school de urennorm bewegingsonderwijs niet haalt?
De urennorm bewegingsonderwijs is verplicht voor alle scholen in het primair onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Indien de Inspectie van het Onderwijs merkt dat er sprake is van een structureel niet willen en/of kunnen halen van de urennorm, kan zij een herstelopdracht verstrekken aan de school.
Onze dienstverlening
Goed Worden, Goed Blijven
Scholen Heeft jouw school een onvoldoende of zeer zwak oordeel van de inspectie? Doe dan een beroep op het programma Goed Worden, Goed Blijven (GWGB) van de PO-Raad. Een team van experts helpt om de kwaliteit(szorg) weer op orde te krijgen.
Besturen Een onvoldoende oordeel van de inspectie? Met de bestuursondersteuning van 'Goed Worden, Goed Blijven' werk je als bestuur aan de herstelopdracht(en) en krijg je begeleiding van een ervaren adviseur.
Goed Worden, Goed Blijven +
Scholen Heeft jouw school de basis op orde, maar liggen de resultaten rond of onder de signaleringswaarden van de inspectie? Ga preventief aan de slag met het op orde brengen van de kwaliteit(szorg) op jouw school met 'Goed Worden, Goed Blijven Plus (GWGB+). In dit ondersteuningstraject ga je samen met een extern adviseur aan de slag met een zelfevaluatie en een verbeterplan
Besturen Een onvoldoende oordeel van de inspectie? Met de bestuursondersteuning van 'Goed Worden, Goed Blijven' werk je als bestuur aan de herstelopdracht(en) en krijg je begeleiding van een ervaren adviseur.
Gerelateerd nieuws over Inspectietoezicht
Onderwijssector stopt gesprekken met kabinet over herstelplan

Kamerbrief schetst positief beeld van doorstroomtoets maar zorgen blijven

Blog Freddy Weima | De basisvaardighedensoap

Staat van het Onderwijs 2025: bemoedigende toon met een duidelijke opdracht
