Interview

"Kwaliteit van het onderwijs is meer dan een toets in groep 8"

“We willen leerlingen altijd goed onderwijs bieden. Dat de kwaliteit van het onderwijs dan voor een groot deel gebaseerd wordt op de toetsresultaten van één toets in groep 8, is eigenlijk best vreemd", stelt Ankie de Laat, bestuursvoorzitter van de ATO-Scholenkring uit de regio Den Bosch. De doorstroomtoets houdt ook binnen deze scholengroep de gemoederen bezig. 

Als het aan De Laat ligt, zou de doorstroomtoets niet nodig hoeven zijn. “Er moet nu eenmaal getoetst worden en daar is de doorstroomtoets onderdeel van. Maar we volgen leerlingen natuurlijk gedurende hun hele schooltijd. Als je dat goed doet, is deze toets eigenlijk overbodig.”

Geef ruimte voor groei

Debbie van Houten, kwaliteitsmedewerker bij de ATO-Scholenkring ziet ook nog genoeg kansen voor het zinvol inzetten van de doorstroomtoets: “Ik heb vooral moeite met het moment van afname. Je ziet vaak dat leerlingen in de laatste maanden van groep 8 nog een enorme groei en ontwikkeling doormaken. En dan is de doorstroomtoets al geweest.” 

Ook al wordt de ontwikkeling van de leerlingen nauwlettend gevolgd in alle jaren, de toets in groep 8 is wel degelijk een belangrijk ijkmoment. Niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor de school zelf. De onderwijskwaliteit van de school wordt immers ook afgemeten aan de resultaten van de doorstroomtoets. De Laat vindt dat een lastig gegeven: “Het risico bestaat dat je vooral gaat sturen op toetsresultaten. Of zelfs kinderen gaat drillen om de toets maar zo goed mogelijk te maken. Dan schiet het echt zijn doel voorbij. Goed onderwijs in alle leerjaren moet altijd het uitgangspunt zijn.”

Ervaring van de scholen

Ook voor scholen was de overstap naar de doorstroomtoets even wennen. Van Houten: “De meeste van onze scholen kiezen de doorstroomtoets die wordt aangeboden vanuit het leerlingvolgsysteem, vanuit de gedachte dat die het beste aansluit. Nu we twee jaar ervaring hebben met deze toets, zie je wel dat scholen kijken naar andere aanbieders. Maar het afgelopen jaar is nog niemand overgestapt.”

Van kansrijk naar passend adviseren

ATO-Scholenkring heeft met de komst van de doorstroomtoets vooral de focus gelegd op het pre-advies in groep 7. De Laat: “Je wilt een passend pre-advies geven, zodat het definitief advies in groep 8 niet als een enorme verrassing komt voor leerlingen en hun ouders Met het verleggen van de focus naar het pre-advies in groep 7, vervroeg je de selectie van leerlingen eigenlijk, in plaats van dat je ruimte laat voor groei van leerlingen."

"De meeste kinderen en ouders zijn overigens tevreden met het advies, maar we zien ook dat de groep die een hoger advies wil voor hun kind toeneemt.” Dat wijt De Laat overigens eerder aan de huidige tijdsgeest dan aan de doorstroomtoets. “Veel ouders willen er alles aan doen om het beste uit hun kind te halen. Als het advies dan niet aan de verwachting voldoet, kunnen dat vervelende gesprekken worden. Daarom vinden we het belangrijk om onze leerkrachten op een goede manier te begeleiden en te faciliteren bij het voeren van die gesprekken.”

Uiteindelijk is het belangrijkste dat het advies past bij het kind, ziet De Laat: “We kunnen wel zeggen dat we de thuissituatie niet meenemen in het advies, maar het ís er wel. En het heeft invloed op het kind. Dat kun je niet negeren. Daarom leggen wij meer de focus op passend adviseren in plaats van kansrijk adviseren. Wat past het beste bij dit kind? Dat is wat altijd leidend moet zijn. Welke toets we daar dan ook voor gebruiken.”

Ankie de Laat zit aan tafel met leerlingen