Interview

"Laat kinderen geen onderdeel zijn van een politiek spel"

“We hebben een fundamenteel probleem in het basisonderwijs”, zegt Remco Prast, lid van het college van bestuur bij onderwijsorganisatie Blosse. “De doorstroomtoets dient te veel doelen. Namelijk, selecteren, normeren én beoordelen. Daarnaast dient de doorstroomtoets ook nog eens een politiek doel. Het huidige onderwijssysteem is niet goed voor kinderen, als professionals kunnen we dit niet langer accepteren” 

Blosse verzorgt opvang en onderwijs in de Kop van Noord-Holland. Op de 28 locaties, waarvan er 26 een integraal kindcentrum zijn, werken 1.200 professionals en volgen ruim 10.000 leerlingen onderwijs. Prast ziet de impact van de doorstroomtoets op alle niveaus. Op het zelfvertrouwen van leerlingen, de druk die ouders voelen en de keuzes die leerkrachten maken. “We hebben een systeem ingericht dat scholen feitelijk dwingt om toe te werken naar goede toetsresultaten. Dat is niet hoe het onderwijs zou moeten zijn.” 

Verkeerde basis

Prast is er dan ook heel duidelijk in: de toets is een instrument geworden dat verkeerd gebruikt wordt. “We proberen de doorstroomtoets steeds te verbeteren maar de basis klopt niet. Waarom zou je iets proberen te verbeteren waarvan je weet dat het niet werkt? Als je pijn hebt in je kleine teen, slik je ook geen pil tegen hoofdpijn”.
Het stuit Prast vooral tegen de borst hoe de Onderwijsinspectie de toets gebruikt als beoordelingsinstrument. “Scholen worden vrij hard afgerekend door de onderwijsinspectie op de toestresultaten. Als je drie jaar achtereenvolgend lage resultaten behaalt, ben je geen goede school. Wij willen dat de inspectie meer kijkt naar de brede onderwijsdoelen, zoals het ontwikkelen van burgerschap en creativiteit en het realiseren van inclusie. ” 

Kinderen en ouders in spagaat

De doorstroomtoets werkt volgens Prast door tot in de huiskamer. “Tot en met groep 6 draait het bij ouders vooral om het geluk van hun kind. Maar daarna komt de vraag: waar komt mijn kind in het voorgezet onderwijs terecht? Krijgt mijn kind de beste kansen? Dat levert stress op. Je ziet dat ook aan de markt die ontstaat. Bijlessen, oefenboekjes, toetstrainingen, kinderen voelen die druk.”

Prast vindt het, zeker ook vanuit zijn rol als lid van de PO-Raad Commissie Kansen, vooral zorgelijk dat de doorstroomtoets in zijn huidige vorm kansenongelijkheid vergroot. “Ouders met geld en kennis weten precies hoe ze hun kind kunnen helpen. Maar wie dat niet kan betalen, valt buiten de boot. Terwijl het juist het oorspronkelijke idee was dat kansen gelijker zouden worden door een instrument te ontwikkelen dat kijkt naar welk niveau een kind aankan.” 

Autonomie belangrijk uitgangspunt

Ondanks zijn sterke mening over dit onderwerp, nemen de scholen binnen Blosse de doorstroomtoets af. Stoppen met de doorstroomtoets is namelijk een overtreding van de wet. “Maar we zien wel dat de discussie over de doorstroomtoets toeneemt en de afname steeds meer gaat wringen bij de scholen” 

Als bestuurder is Prast ook onderdeel van Leve het Onderwijs. Deze beweging gelooft in een nieuwe manier van besturen en maakt zich hard voor een andere benadering van toetsen. Deze beweging vindt steeds meer een weg bij schoolleiders. “Ook binnen Blosse gaan steeds meer schoolleiders twijfelen. We zijn met meerdere scholen een traject gestart om hun kwaliteitsaanpak anders in te richten. Zonder een standaardtoets, maar met zicht op de ontwikkeling.”

Dat vraagt ook iets anders van leraren, benadrukt Prast. “Je moet je leerlijnen kennen, en weten waar kinderen zitten. Als je dat goed in beeld hebt, heb je die externe toets ook helemaal niet nodig. Dan kun je het verhaal zelf vertellen, met vakmanschap als uitgangspunt.”

Later selecteren, meer ontmoeten

De oplossing zit volgens Prast dan ook in het veranderen van het systeem. Een latere selectie geeft kinderen meer tijd om zich te ontwikkelen. En niet onbelangrijk, om elkaar te blijven ontmoeten. Nu halen we kinderen al vroeg uit elkaar, op niveau, op schooltype en op achtergrond. Dat is niet alleen slecht voor het onderwijs, maar ook voor de samenleving. Laat kinderen nog een paar jaar langer bij elkaar in de klas, zodat ze de tijd krijgen om zich te ontwikkelen.”

Maar zolang er politieke terughoudendheid is om die systeemverandering door te voeren, blijven we volgens Prast bezig met symptoombestrijding. “We pakken het fundamentele probleem niet aan. Dus blijven we vasthouden aan een toets die vergelijkbaarheid en kansengelijkheid moet bieden, terwijl die inhoudelijk tekortschiet? Dat is een politiek spel. En wat mij betreft mogen kinderen daar nooit onderdeel of zelfs de dupe van zijn.” 

Wil je meer lezen over de doorstroomtoets en het effect op de kansengelijkheid? 

Remco Blosse