Nieuws

Politiek verliest vertrouwen in doorstroomtoets: "Wat meten we nu eigenlijk?"

Het vertrouwen in de doorstroomtoets brokkelt af. Tijdens een debat in de Tweede Kamer over toetsen en examens uitten partijen van links tot rechts stevige kritiek op de huidige rol van de toets in het basisonderwijs. Niet alleen de inhoud en validiteit staan ter discussie, ook de invloed van de toets op het onderwijs roept zorgen op. Daarnaast ging het debat over de wens tot latere selectie en de aangekondigde bezuinigingen in de Voorjaarsnota.   

Terug naar één centrale, objectieve toets 

Verschillende Kamerleden vinden de doorstroomtoets een "te zwaar beladen momentopname" die geen recht doet aan het brede palet aan kennis en vaardigheden dat een leerling in acht jaar basisonderwijs opdoet. Hoewel de Kamer het principe van de doorstroomtoets als objectieve aanvulling op het schooladvies onderschrijft, leidt de toets volgens hen tot onbedoelde effecten: toetsdruk, over- of onderadvisering en shopgedrag van scholen bij het kiezen van toetsaanbieders.   

Daarom pleiten meerdere partijen voor een terugkeer naar één centrale, objectieve toets. De toets krijgt te veel gewicht in het bredere onderwijssysteem – niet alleen als selectiemiddel, maar ook als graadmeter voor schoolkwaliteit. Het feit dat de toets meerdere functies tegelijk vervult, vindt een meerderheid van de Kamer ook onwenselijk.  

Staatssecretaris blijft bij standpunt 

De staatssecretaris bleef in het debat bij haar eerder ingenomen standpunt. Zij ziet de doorstroomtoets als een belangrijk instrument om onderadvisering tegen te gaan en gelijke kansen te bevorderen. Ze benoemt dat de toets nog in ontwikkeling is, maar wil eerst de evaluatie afwachten voor ze wijzigingen overweegt.  

Partijen als PvdA-GroenLinks, D66 en SP riepen daarnaast op om breder te kijken dan alleen de toets. Zij willen structurele veranderingen in het systeem, met meer ruimte voor latere selectie en bredere brugklassen.  

Bezuinigingen werpen schaduw op debat 

Hoewel het debat formeel over toetsing ging, hing er een bredere zorg boven de Kamer: de bezuinigingen uit de Voorjaarsnota. In het debat lieten verschillende partijen hun onvrede blijken. Ze spraken van een vertrouwensbreuk en noemden het "een klap in het gezicht van professionals die juist meedenken over oplossingen”. 

Alleen de VVD was kritisch op het onderwijsveld zelf: “Het plan was al akkoord. Een meerderheid wilde een handtekening zetten. En als er dan iets in de Voorjaarsnota staat wat ze niet zint, dan stappen ze eruit. Dat vind ik niet kunnen.” 

PO-Raadvoorzitter Freddy Weima is het daar niet mee eens: "Deze coalitie is verantwoordelijk voor de grootste bezuiniging in het funderend onderwijs in decennia. Daar is met de Voorjaarsnota nog een forse schep bovenop gedaan. We hadden het herstelplan graag aan onze leden willen voorleggen, maar onder deze omstandigheden is dat onmogelijk."

De staatssecretaris liet weten dat er op korte termijn een brief met verdere toelichting volgt. Meer wilde ze er niet over kwijt.  

Vervolg: moties en evaluatie 

Er is een tweeminutendebat aangevraagd, waarin moties worden ingediend. Voor de zomer wordt meer duidelijkheid verwacht over de bezuinigingen, de status van het herstelplan en de uitkomsten van de evaluatie van de doorstroomtoets.   

De PO-Raad herhaalde in aanloop naar het debat haar oproep voor één centrale, gestandaardiseerde doorstroomtoets en een systeem van latere selectie. Ook moeten we afstappen van de dubbele functie van de doorstroomtoets. Alleen zo kunnen de risico’s voor kansengelijkheid worden beperkt. 

Leerling schrijft wat op