Nieuws

Staatssecretaris en CvTE erkennen verschillen doorstroomtoets maar nemen zorgen sector niet weg

Demissionair staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs) en het College voor Toetsen en Examens (CvTE) erkennen in een Kamerbrief en rapportage dat verschillende doorstroomtoetsen per definitie verschillen met zich meebrengen. De PO-Raad is blij met deze uitspraak maar ziet tegelijkertijd te weinig fundamentele veranderingen richting een meer kansrijke overgang van primair naar voortgezet onderwijs. 

In de Kamerbrief schrijft de staatssecretaris dat een stelsel waarin verschillende toetsen naast elkaar bestaan inherent verschillen met zich meebrengt. Er wordt daarom onderzoek gedaan naar “hoe de verschillen ontstaan, of ze allemaal in beeld zijn en in welke mate ze elkaar beïnvloeden”. Dit onderzoek moet volgens Paul de basis vormen “om te bepalen hoe groot de bandbreedte voor verschillen tussen toetsen mag zijn”.

De PO-Raad vindt het goed dat de staatssecretaris de verschillen erkent. Tegelijkertijd is het onbestaanbaar dat we ons bij deze verschillen neerleggen. Daarvoor is de impact van de doorstroomtoets voor kinderen en scholen in het huidige onderwijsstelsel te groot: voor kinderen is het enorm bepalend voor hun kansen in het vervolgonderwijs, en scholen worden beoordeeld op hun doorstroomtoetsresultaten.  

Tweede Kamer moet doorpakken

Naast het onderzoek naar de verschillen tussen de toetsen, werkt de staatssecretaris aan de uitvoering van de aangenomen moties over onderzoek naar één doorstroomtoets en de dubbele functies van de doorstroomtoets. Dit vindt de PO-Raad onvoldoende. 

“Het is nu echt tijd dat de Tweede Kamer gaat doorpakken. Zolang de politiek vasthoudt aan verschillende toetsen met verschillende resultaten, blijven we experimenteren met de kansen van kinderen. Dat kunnen we niet uitleggen aan kinderen, ouders en scholen. We moeten ervoor zorgen dat ons huidige toetssysteem ten minste zo eerlijk mogelijk is, en tegelijkertijd concrete stappen zetten richting later selecteren”, aldus PO-Raadvoorzitter Freddy Weima.   

PO-Raad zet stappen naar later selecteren 

Het toekomstperspectief van leerlingen wordt te veel bepaald door de doorstroomtoets op 11- of 12-jarige leeftijd, terwijl we uit onderzoek en ervaringen uit het buitenland weten dat je leerlingen beter kunt doorverwijzen rond hun veertiende of vijftiende jaar.  

Binnenkort start de PO-Raad daarom met een nieuw adviesteam, waarin leden van de PO-Raad, VO-raad, wetenschappers en anderen uit de sector samenwerken aan een breed gedragen voorstel.  

Leerling schrijft wat op