Blog

De maatregel of het kind centraal?

Kim Putters – inmiddels voorzitter van de SER – nam afgelopen zomer afscheid van het Sociaal-Cultureel Planbureau waar hij negen jaar directeur was. Bij die gelegenheid verscheen zijn boekje ‘Het einde van de BV Nederland.’ Ik kan het iedereen aanraden.

Putters schetst de grote maatschappelijke opgaven waarvoor we staan. Zo zijn inkomen, netwerken en gezondheid ongelijk verdeeld. Om deze problematiek te lijf te gaan is een geheel andere aanpak nodig. We hebben een verbindend verhaal nodig: een inspirerend perspectief dat op creatieve wijze wordt ontwikkeld in samenspraak tussen overheid en samenleving. Uit de beleidskokers, domeinoverstijgend.

Dat doen we nu niet. De overheid vertrouwt de burgers en de samenleving niet echt en probeert alles te vangen in spreadsheets, richtlijnen en regels. Er is veelal sprake van top-downinterventies, niet van samenwerking. De samenhang tussen beleidsterreinen ontbreekt. Er wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in onderwijs en tegelijkertijd hard bezuinigd op jeugdzorg. De beoogde stelselwijziging voor de kinderopvang wordt amper in samenhang met het onderwijs bezien. En bovenal, aldus Putters: ‘er is een sterke neiging te denken vanuit maatregelen, waar mensen zich naar moeten gaan gedragen, in plaats van te denken vanuit mensen.’

Dit is maar al te herkenbaar voor het onderwijs. Ook hier lijkt regelmatig de maatregel centraal te staan. Zichtbaar, schijnbaar daadkrachtig, maar het is de vraag of het ons écht verder brengt, als het niet zelfs averechts uitpakt. Alleen al de afgelopen anderhalf jaar. Het Nationaal Programma Onderwijs van 8,5 miljard. De arbeidsmarkttoelage die op veel plekken ongelukkig uitpakte, zeker in het gespecialiseerd onderwijs. De ventilatieregeling zonder oog voor de bredere gebouwenproblematiek. Een Meldpunt Sociale Veiligheid. Recent nog de voltijdsbonus. 

Ook tijdens het begrotingsdebat in de Tweede Kamer afgelopen week zagen we fraaie staaltjes. En dan doel ik niet eens op het mobieltjesverbod. 

D66-Kamerlid Paul van Meenen verdient respect en waardering. Als geen ander heeft hij zich sterk gemaakt voor forse investeringen in het onderwijs, voor de rijke schooldag en voor het dichten van de loonkloof. Tien jaar lang heeft hij zich onvermoeibaar ingezet voor het onderwijs. Daarnaast oogstte hij terecht waardering toen hij een Kamerdebat voorzat en het niet toeliet dat een parlementariër sprak van een ‘enge ministersploeg’. 

Maar ook Van Meenen kan de verleiding van ‘maatregelenpolitiek’ niet altijd weerstaan. Tijdens de begrotingsbehandeling stelde hij voor om de cao te centraliseren. Weg bij de werkgevers in het funderend onderwijs en terug bij de minister. Een symbolische maatregel die daadkrachtig oogt, want bestuurders sluiten aldus Van Meenen alleen maar vage akkoorden – overigens met diezelfde minister – waar niks van terecht komt. Als het departement alles doet, gaat het vast beter. Hij beroept zich bij die bewering op het boek ‘De sluipende crisis’ van René Kneyber en Dorien Zevenbergen, een lezenswaardige analyse van falend onderwijsbeleid, maar hij las het nogal selectief.

Onduidelijk is wat het onderwijs hiermee opschiet. In de publieke sector worden bijna alle cao’s op dezelfde manier afgesloten als in het funderend onderwijs. In de andere onderwijssectoren, in de zorg, in de wetenschap, bij de gemeenten, de provincies en de waterschappen. Alleen niet bij de politie en defensie, maar me dunkt dat het funderend onderwijs meer gemeen heeft met het mbo, het hoger onderwijs en de zorg dan met de geüniformeerde diensten.

Ik heb D66 niet met voorstellen zien komen om ook andere sectoren opnieuw te centraliseren. Loopt het daar wel goed volgens deze partij? En zo ja, zou je dan niet eerst eens moeten kijken wat je van die andere sectoren leert voordat je met zo’n rigoureuze ingreep in het funderend onderwijs komt? Want het is van betekenis voor zo’n 300.000 mensen en leidt tot een kostbare en complexe operatie met grote administratieve consequenties. 

Blijkbaar heeft Van Meenen een grenzeloos vertrouwen in de stabiliteit, consistentie en uitvoeringskracht van de rijksoverheid. Daar kan nog wel een taak bij. Dit in tegenstelling tot eerdergenoemde Kneyber en Zevenbergen. ‘De reden waarom het Nederlandse onderwijs niet beter wordt, is dat het beleid zo slecht is’, luidt een centrale conclusie in hun boek. De hoofdoorzaak ligt ‘juist bij de overheid’, onder meer omdat de Haagse ministeries een onrealistisch beeld van de werkelijkheid in de sector hebben.

Nu zou je verwachten dat minister Wiersma op niet nog een extra taak voor zijn ministerie zit te wachten. Hij wil zich immers concentreren op de basisvaardigheden. Maar nee, in het debat houdt hij de mogelijkheid nadrukkelijk open, waardoor onzekerheid ontstaat, wat niet helpt om tot goed cao-overleg te komen.

Geef mij dan maar de analyse van Putters. We moeten af van al die losse maatregelen en samen een brede visie op de toekomst van ons onderwijs ontwikkelen. Eén met een gezonde wisselwerking tussen overheid en sector. En vanuit een bredere maatschappelijke opgave. Laten we ophouden met gekissebis over wie precies de cao-onderhandelingen voert. Onze leerlingen help je daar niet verder mee. Wel met een veel betere samenhang tussen primair en voorgezet onderwijs, kinderopvang en jeugdzorg. Dat vergt ook grootscheepse aanpassingen, maar dat moet sowieso en dan richt je de energie in de goede richting: beleid bezien vanuit de ontwikkeling van alle nul- tot achttienjarigen. 

Niet de maatregelen, maar de kinderen centraal.
 

Blog Freddy Weima over onderwijshuisvesting

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten