Fusietoets versoepeld, maar nog steeds onwenselijk
Vanaf 1 augustus aanstaande doorlopen alleen grote fusies van scholen en besturen nog een inhoudelijke fusietoets met advies van een onafhankelijke commissie. Voor kleinere fusies gaat een snellere en lichte toets gelden; voor scholenfusies met minder dan 500 leerlingen en bestuurlijke fusies met minder dan tien scholen helemaal geen toets.
De PO-Raad hoopt dat hiermee op korte termijn meer ruimte ontstaat voor noodzakelijke fusies, maar is nog steeds van mening dat de toets afgeschaft moet worden voor het primair onderwijs.
Nieuw: lichte toets voor kleine fusies
Bij de lichte toets wordt geen advies ingewonnen, maar wordt aan de hand van de fusie-effectrapportage (FER) beoordeeld of het proces zorgvuldig is doorlopen, en of de medezeggenschapraden van de betrokken scholen hebben ingestemd met het voornemen tot fusie. Deze administratieve toets kan in principe binnen vier weken worden uitgevoerd, schrijft het ministerie.
Zware inhoudelijke toets
Voor de zware toets gaat een nieuw toetskader gelden, waarin de volgende aspecten worden meegewogen: regionale context (zoals leerlingendaling), de variatie en bereikbaarheid van het onderwijsaanbod, doelmatigheid, kwaliteit van het onderwijs, menselijke maat en het draagvlak voor de fusie. De zware toets neemt 10 weken tot maximaal 26 weken in beslag.
In het (V)SO is altijd sprake van een inhoudelijke toets. Scholenfusies
Scholen waarvoor bovenstaande niet geldt, worden onderworpen aan de zware inhoudelijke toets. Besturenfusies
Besturenfusies waarvoor bovenstaande niet geldt, worden onderworpen aan de zware inhoudelijke toets. |
Bekijk ook de stroomschema's over de fusietoets op de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Oorspronkelijk alleen voor mbo bedoeld
De PO-Raad hoopt dat hiermee op korte termijn meer ruimte ontstaat voor noodzakelijke kleine fusies, maar dat de toets op den duur volledig wordt afgeschaft voor het po. Oorspronkelijk was de toets dan ook alleen voor het mbo bedoeld.
Voorlopig zullen de nieuwe regels alleen maar leiden tot bureaucratie, verwacht de PO-Raad. Soms kost het scholen en besturen jaren voordat ze duidelijkheid hebben. De sectorraad beschouwt de aangepaste regels dan ook vooral als een politiek compromis en verwacht er geen wonderen van.
Tegenstrijdige signalen vanuit politiek
Het verontrust de PO-Raad verder dat de politiek ‘menselijke maat’ en kleinschaligheid gelijkschakelt. De menselijke maat wordt met name bepaald door de wijze waarop het onderwijs binnen een school of bestuur is georganiseerd en niet zozeer door de omvang van een bestuur. De politiek geeft tegenstrijdige signalen af door kleinschaligheid te koesteren en anderszins steeds hogere eisen te stellen aan de professionaliteit van schoolbesturen. Meer professionaliteit vergt schoolbesturen van een zekere omvang. Denk aan de vervangingsproblematiek in het kader van de Wet werk en zekerheid (Wwz), en de eisen in het kader van goed bestuur en verantwoording.