Nieuws

Scheidend voorzitter Rinda den Besten: ‘We zijn gegroeid in verantwoording en leren van elkaar. Maar het kan nog beter’

Toen ze acht jaar geleden begon als voorzitter van de PO-Raad, vonden de leden dat Rinda den Besten haar werk goed had gedaan als ze de overheid uit hun nek hield. Op 1 april start ze als bestuurder van Jeugdbescherming Brabant en Veilig Thuis Brabant Noord-Oost en Zuid-Oost Brabant. Tijd dus om terug te blikken in een gesprek over emancipatie, verbinding en verantwoording.

Hoe zag de PO-Raad eruit toen je aantrad?
,,Toen ik als voorzitter binnenkwam werd de houding van veel onderwijsbesturen bepaald door het belang dat zij hechtten aan autonomie. In de eerste vergadering die ik voorzat hoorde ik letterlijk: ,Den Haag moet ons geld geven en ons verder met rust laten.’ Passend onderwijs werd bijvoorbeeld als een onacceptabele inmenging in de autonomie ervaren omdat er verplicht moest worden samengewerkt. Wat veel schoolbesturen betrof had de PO-Raad zijn werk goed gedaan als we de overheid uit hun nek hielden.”

Je was acht jaar lang het boegbeeld van de sector en liet daarbij zien een verbinder te zijn in hart en nieren.
,,Ik ben er trost op dat we de club, terwijl die zo divers is, bij elkaar hebben weten te houden. De ledenbetrokkenheid is heel groot! Bij mijn aantreden was de opdracht: zorg voor verbinding, intern en extern. Onze sector is er om elke leerling de kans te geven zich goed te ontwikkelen en op te groeien. Dat kan het onderwijs niet alleen. Jeugdzorg, sport, cultuur, welzijn en de gemeentewereld kwamen meteen in de eerste strategische agenda. Met brede coalities zetten we stappen op het gebied van opleiden, kennisdeling, ICT… Samenwerken levert je veel op. De basisvoorziening voor het jonge kind, zó belangrijk voor alle kinderen, daarvoor moet je als PO-sector partners zoeken.

Verbinden zit in mijn persoon, maar is ook een manier van kijken geworden van onze vereniging. De PO-Raad heeft zich daarin intern ontwikkeld: we praten met onze leden, halen hun wensen op in webinars, expertgroepen en peilingen. We werken elke dag aan die dynamische, democratische, moderne vereniging, en we hebben forse stappen gezet.

Als voorzitter van een sectororganisatie krijg je nooit het applaus van 100% van de leden. Had ik dat gewild, dan had ik actrice moeten worden. Maar ik vind het heel leuk om te blijven zoeken naar de gemene deler: het goede gesprek aangaan, óók als je het niet eens wordt met elkaar. Ik geniet enorm van die dynamiek. Ik heb me ingespannen om het po krachtig op de kaart te zetten in allerlei media, via symposia, vakbladen etcetera. Het was goed dat ik dat heel vaak samen met leden kon doen!”

Nog even over dat gevoel van ‘houd de overheid uit onze nek’. Wat deed je daarmee?
,,Die houding van ‘we willen het zelf doen’ was heel verklaarbaar: de lumpsum was er net en we waren nauwelijks verantwoordelijk geworden voor onze eigen arbeidsvoorwaarden. De sector werd volwassen. Er kwam een emancipatiebeweging op gang, in korte tijd veranderden velen hun bestuursmodel naar een CvB, met eigen toezichthouders, dat was ook de bedoeling. Het onderwijs was gewend aan wekelijkse oekazes uit Zoetermeer en een declaratiestelsel. We moesten de balans terugkrijgen tussen wat van de politiek is en wat van het onderwijs. Maar daarvoor moest de sector óók laten zien waar ze mee bezig is en wat ze bereikte, dat vertrouwen is er niet automatisch. Dát hebben we geprobeerd.

De sector heeft grote stappen gezet op het gebied van professionalisering. De kwaliteit heeft de continue aandacht: het aantal zeer zwakke en zwakke scholen is drastisch gedaald. Het primair onderwijs is kampioen vaste contracten en we versterken goed werkgeverschap binnen de sector. We zijn gegroeid als het gaat om verantwoording en leren van elkaar. Dat ging niet vanzelf: om Vensters gevuld te krijgen hadden we geduld en doorzettingsvermogen nodig. Verantwoording is nog geen automatisme, dat kan beter. Maar het feit dat onze leden kozen voor het inrichten van de Benchmark PO&VO zegt iets over de beweging die in gang is gezet. De sector wil zijn eigen verhaal vertellen en van elkaar leren.”

De weerstand die onderwijsbesturen richting Den Haag voelen is toch heel begrijpelijk?
,,Zeker! Die begrijp ik heel goed. Het politieke debat wordt gevoed door een heel beperkt aantal zeer negatieve geluiden. Die bepalen het beeld van politiek Den Haag en de media over de hele sector. We hebben last van beelden die niet altijd terecht zijn maar waar we wel mee zitten, die vaak een minderheid van de sector, of zelfs het vo -en niet het po- aangaan, als ik scherp ben.

En dan hobbelt het beleid vaak ook nog achter de feiten aan. De politiek maakt beleid in de achteruitkijkspiegel en is keer op keer niet in staat om beleid te maken dat op de toekomst gericht is. Ze maken gebruik van oude cijfers, er worden appels en peren bij elkaar opgeteld. Dat is politiek Den Haag wel te verwijten. Neem bijvoorbeeld de discussie over de reserves. Er zijn schoolbesturen met bovenmatig hoge reserves en die moeten worden afgebouwd, maar tegelijkertijd zien we dat de Inspectie een indicator om reserves te meten heeft ontwikkeld waarbij universiteiten worden vergeleken met éénpitters. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Tegelijkertijd gaat het gesprek in Den Haag niet over fundamentele zaken als de inrichting van ons stelsel, de onderwijsarbeidsmarkt en bestrijding van kansenongelijkheid. Zodra het er wel over gaat, belandt een project of een programma uiteindelijk altijd in de onderwijs-polder-modder. We zijn toe aan fundamentele veranderingen in het onderwijs, maar de politiek is verdeeld en vindt elkaar wél op de weerstand die men voelt richting besturen. Terwijl men op een stevige visie op de toekomst van de sector niet thuis geeft. In die zin wordt de sector aan zijn lot overgelaten.

Natuurlijk hebben we de afgelopen jaren ook veel binnengehaald: extra geld voor lerarensalarissen, ook voor VSO, extra geld voor werkdruk, grotendeels behoud van prestatiebox… We mogen er ook echt trots op zijn dat zoveel van onze lobby-punten in zoveel verkiezingsprogramma’s staan; aandacht voor kansongelijkheid, basisvoorziening, uitstellen van vroegselectie, het tegengaan van de loonkloof. Daar zie ik echt wel de vrucht van ons werk!”

Wat waren de hoogtepunten in die acht jaar?
,,Onze congressen. Die waren een feest! Ze zaten professioneel en innovatief in elkaar en het was een gezamenlijke prestatie die we neerzetten. Het was altijd gezellig, maar ook nuttig. Leden waarderen die congressen erg hoog, en dat stimuleerde ons om het elk jaar weer perfect te doen.

Ook PO-front is een gigantisch succes geweest. Zo hard erin gaan als wij deden, in samenwerking met de vakbonden, dat had nog nooit een werkgeversclub gedaan. Dat Slob het ons niet in dank afnam dat we zelfs mee actievoerden was evident, maar ook de andere raden waren boos en binnen de vereniging leverde het discussie op. We deden het toch, omdat we gelijk hadden en hebben. Het leverde vervolgens wel wat op: Alle partijen in het hele onderwijs vinden nu dat die loonkloof gedicht moet worden en andere sectorraden zoeken inmiddels ook veel meer de verbinding met de vakbonden in dit soort thema’s.”

Wat blijft je het meeste bij als je terugkijkt op je voorzitterschap?
,,De vele prachtige werkbezoeken die ik mocht afleggen, de mensen die hun nek uitstaken voor vernieuwende onderwijsconcepten, bijzondere samenwerking, allemaal gericht op het kind. Wat me ook altijd zal bijblijven als ik terugkijk op de afgelopen acht jaar is hoe goed iedereen in het onderwijs heeft gepresteerd in corona-tijd. Ontzettend flexibel, innovatief, krachtig. Bestuurders, leraren, directeuren: iedereen is helemaal gegaan voor de kinderen afgelopen jaar. Daar kijk ik met trots op terug.”

Wat wens je de sector toe?
,,Dat het primair onderwijs er is voor alle kinderen. Dat is ook het uitgangspunt van onze Code Goed Bestuur. Het vereist dat je niet denkt vanuit het belang van alleen jouw eigen stichting. Díe stap gun ik ons. En ik wens onze bestuurders een beter imago in de politiek. Daar moeten we samen aan werken, dat waar maken en laten zien. De sector kan laten zien dat ze evidence informed doorgroeit, en elke dag een beetje beter wordt, onze eigen benchmark biedt daarvoor écht kansen. Be good and show it.”

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten