Interview

Vicevoorzitter Annet Dries: "Het is belangrijk dat schoolorganisaties elkaar gaan helpen"

Annet Dries is sinds maart 2025 vicevoorzitter van de PO-Raad. Hoe kijkt zij terug op deze eerste periode? En waar gaat zij mee aan de slag? "We moeten het ons met zijn allen aantrekken dat er scholen zijn die een onvoldoende halen en waar de onderwijskwaliteit niet goed genoeg is."

Hoe kijk je terug op je eerste periode als vicevoorzitter?  

"Goed! Ik herken het primair onderwijs in de organisatie en de vereniging, dat vind ik een goed teken. We hebben heel veel hardwerkende mensen, met veel bevlogenheid. En het primair onderwijs gaat mij ook gewoon aan het hart, dus ik vind het heel fijn dat ik mij daar nu in bredere zin mee bezig mag houden."  

Een van jouw speerpunten is goede onderwijshuisvesting, daar konden we al over lezen in NRC. Wat moet daarop gebeuren?  

"De belangrijkste stap op dit moment is voldoende financiering vanuit de overheid. We moeten investeren in onze schoolgebouwen. Daar is jaarlijks zo’n 1.3 miljard euro voor nodig, en dat kan alleen het rijk doen. Het wordt een enorme uitdaging om ervoor te zorgen dat daarin geïnvesteerd wordt, maar daar gaan we ons wel voor inzetten. Ook richting de aankomende verkiezingen."  

Je richt je ook op digitalisering. Voor jou een relatief nieuw thema. Wat valt je hierin op?  

"Ik zie dat we als sector echt wat te doen hebben op digitalisering. Daar ben ik mij nu extra van bewust. Digitale veiligheid is natuurlijk een grote uitdaging, net als AI. We moeten daar allemaal mee aan de slag. Ik wil mij er ook voor inzetten dat schoolbestuurders weten wat er op dit gebied speelt, en we moeten ervoor zorgen dat we schoolorganisaties helpen bij de uitdagingen die er op dit vlak zijn.

Een ander aspect hierin is natuurlijk digitale geletterdheid. Dat is ook onderdeel van het herziene curriculum dat onderweg is. Daar moet de politiek ondanks de kabinetsval vaart achter zetten, want we moeten kinderen weerbaar maken voor onze razendsnelle digitale wereld."

Vanuit jouw ervaring in het onderwijs heb je je al wel veel beziggehouden met onderwijskwaliteit. We weten dat de uitdagingen hierin groot zijn. Waar ga jij je in dit thema specifiek op richten?  

"We moeten het ons met zijn allen aantrekken dat er scholen zijn die een onvoldoende halen en waar de onderwijskwaliteit niet goed genoeg is. Het is belangrijk dat schoolorganisaties elkaar gaan helpen en dat we vanuit de PO-Raad ook goede ondersteuning en handvatten bieden. Dit doen we natuurlijk al een tijd met Goed worden goed blijven (+).

Een ander mooi voorbeeld op dat vlak vind ik het Kwaliteitskader Taal voor Leermiddelen. Het helpt scholen en educatieve uitgevers bij het beoordelen van de kwaliteit van leermiddelen en aangeboden teksten. Dat is echt iets waar we de sector verder mee helpen. 

We zijn ook al een tijd bezig met het aanzwengelen van de maatschappelijke en politieke discussie rond ons selectiesysteem. Onze recente sectorrapportage over de doorstroomtoets laat nog maar eens zien dat het onwenselijk is om één toets te gebruiken voor het selecteren van kinderen en het beoordelen van scholen. Daarnaast starten we een adviesteam, waarin leden van de PO-Raad, VO-raad en wetenschappers en anderen uit de sector samenwerken aan een voorstel voor latere selectie. Ik ben heel benieuwd wat dat oplevert."

Als vicevoorzitter houd je je ook voor het eerst bezig met politieke ontwikkelingen, wat valt je daaraan op?  

"Wat mij positief verrast heeft, is de bevlogenheid van onze Kamerleden op onderwijs. Of je het inhoudelijk met ze eens bent of niet is een ander verhaal. Dat mag ook in de politiek. Maar als ik kijk naar de debatten en rondetafelgesprekken die ik heb gevolgd, dan zie je hun betrokkenheid en harde werk. Ook al is dat vaak relatief op de achtergrond."

En wat heeft je in positieve zin verrast aan het vicevoorzitterschap? 

"Ik weet natuurlijk al dat het primair onderwijs de mooiste sector is om in te werken. Dat hebben deze maanden weer gewoon bevestigd. Het valt mij op dat we als vereniging steeds beter in staat zijn om goede gesprekken te voeren. Dat heb ik gezien op de regiobijeenkomsten en op onze laatste alv. En dan hoeven we het niet met elkaar eens te zijn, net als in de politiek, maar dat kritische gesprek is belangrijk om een gezonde vereniging te zijn."

Waarop kan de vereniging zich nog ontwikkelen?  

"Ik word steeds blijer van de verenigingscommissies. Daar gebeuren goede en belangrijke dingen. Daarnaast is het een manier om ervoor te zorgen dat collega-bestuurders elkaar spreken. Niet alleen binnen de commissies maar ook steeds vaker daarbuiten. Daar zie ik kansen.  

Ik zie ook veel kansen in de samenwerking met onze sectorpartners. We hebben met de VO-Raad en de VTOI-NVTK gewerkt aan een nieuwe governancecode, met daarin een aantal verenigingsvoorwaarden. Daarnaast werken we natuurlijk samen met organisaties als Kennisnet en EDU-V rond digitalisering. We hebben die samenwerking nodig als we belangrijke stappen vooruit willen zetten."  

Annet Dries lacht naar de camera. Ze heeft een koraalkleurig jasje aan, met een fleurige blouse.